Opinie

Ernst & Young ruimt op

Enige tijd geleden nam Ernst & Young afscheid van een medewerker. Ik schreef erover en noemde dat een 'goed signaal', een duiding waar lang niet iedereen zich in kon en kan vinden. De afgelopen weken rapporteerde het FD wederom over een afscheid binnen Ernst & Young-kringen. Nog even en ik kan eerdere kritiek op zelfreinigend vermogen binnen de sector inslikken.

De recente kwestie handelt over de verkoop van Doxis BV, een participatie van de Nederlandse Ernst & Young-organisatie. Het verkooptraject is vanuit Ernst & Young in gang gezet door de toenmalige cfo en statutair bestuurder van Ernst & Young Participaties BV. Deze verkocht Doxis aan een statutair directeur van Doxis.

Maar er was nog een tweede directeur van Doxis. Zij trad voor de verkoop uit en daarbij zijn specifieke afspraken gemaakt. Onder meer dat ze een bonus zou krijgen indien (de activiteiten van) Doxis voor een bepaalde prijs verkocht zouden worden.

Wat de krant heeft gehaald is dat vorenbedoelde cfo en statutair bestuurder van Ernst & Young Participaties BV per 31 december 2010 uit de maatschap is getreden. Hij zou - aldus het FD - de kopende partij in privé een financiering hebben verstrekt voor de aankoop van aandelen Doxis. Het FD noemt dat 'dubbelspel': de cfo verkocht Doxis aan zichzelf.

In Kort Geding (zie LJN BR5970, 26 augustus 2011) neemt de Rechtbank Rotterdam als feit aan dat de voormalig cfo heeft bevestigd 'dat hij op een of andere wijze zelf een belang had in het bedrijf van' de koper.

Dat laatste maakt het begrijpelijk dat de wegen van Ernst & Young en de voormalig cfo van de participatiemaatschappij zijn gescheiden. Wederom een 'goed signaal'. So far so good. En niets nieuws, want hierover schreef het FD reeds.

Maar het vonnis in Kort Geding bevat twee punten die nog geen gedetailleerde aandacht kregen. Ten eerste de verkoopprijs van de aandelen. Het FD rapporteert weliswaar over een lage verkoopprijs ten opzichte van interne taxaties, maar het vonnis geeft meer details:

  • in mei 2009 schat Ernst & Young Transaction Services de waarde van de aandelen tussen de 4,9 en 5,4 miljoen euro;
  • in de uittredingsbrief van de tweede directeur van Doxis staat een bonusregeling. Deze is gedateerd op 20 oktober 2009 en daarin wordt een bonus afgesproken indien (de activiteiten van) Doxis worden doorverkocht voor een bedrag van meer dan de zojuist genoemde 5,4 miljoen euro;
  • op 2 december 2009 wordt binnen Ernst & Young geoordeeld dat het raadzaam lijkt voorlopig niet verder te gaan met het verkoopproces naar externe partijen gezien resultaten en ervaringen tot dusverre. Gerefereerd wordt aan overleg met een van de directeuren van Doxis over een management buy-out. Dit tegen de 'mogelijke (reële) koopprijs Intrinsieke Waarde met lopend resultaat van dit boekjaar als reorganisatievoorziening. Bank wil geen goodwill financieren';
  • op 9 februari 2010 zit Ernst & Young nog steeds op dat spoor en wordt geconcludeerd 'verkopen we Doxis niet dan wordt het liquideren met de nodige liquidatiekosten';
  • kort daarna worden de aandelen Doxis - aldus het feitenrelaas in Kort geding - verkocht voor een half miljoen euro. Het FD voegt daar nog het lopende dividend van negen ton aan toe.

Kortom: een fors lagere prijs dan in eerste instantie door Ernst & Young was ingeschat. En wel door de interne specialisten van Transaction Services. Die zaten er qua inschattingen fors naast. Dat lijkt me geen prettig signaal naar (potentiële) cliënten die van deze servicelijn gebruik willen maken.

Of had het prijsverschil tot alertheid moeten leiden bij degenen die moesten toezien op de verkoop van de aandelen Doxis? Dat is mijn tweede punt ten aanzien van het vonnis in Kort Geding. Ofwel: De medebestuurders van de voor de verkoop verantwoordelijke cfo van Ernst & Young Participaties. Wie dat waren?

Dat is een pikante vraag. Het gaat namelijk om drie leiders van de Nederlandse tak van Ernst & Young, waaronder de bestuursvoorzitter. Zij waren, samen met de verkopende cfo, verantwoordelijk voor de verkoop van Doxis. Zij werden door hun collega belazerd. Zij gingen ook akkoord met de (te?) lage verkoopprijs. Oefenden zij wel voldoende controle uit? Zaten zij voldoende op het proces? Namen zij met andere woorden hun verantwoordelijkheden als bestuurder voldoende serieus of waren zij te goed van vertrouwen?

Een te lage verkoopprijs? Ja, volgens de tweede statutair directeur van Doxis. Zij ontving geen bonus en bovendien stelt zij nu dat zij de aandelen voor die lage prijs ook wel had willen kopen. Zij stelt wanprestatie dan wel een onrechtmatige daad omdat 'Ernst & Young haar aanbod om Doxis tegen een redelijke prijs te kopen heeft genegeerd'.

De zaak krijgt een staartje. Eiseres is in Kort Geding in gelijk gesteld: Ernst & Young moet binnen tien werkdagen allerhande bescheiden aan haar overhandigen. Waaronder verslagen, notulen en (e-mail-)correspondentie. Tot op het niveau van de bestuursvoorzitter.

Wordt vervolgd.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Marcel Pheijffer (1967) is hoogleraar Forensische Accountancy aan de universiteiten Nyenrode en Leiden.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.