Opinie

Code Accountantsorganisaties toch een goede stap

Codes zijn letters op papier en ook niet meer dan dat. Als Rotterdammer zie ik liever daden dan woorden. Maar nee, dit is geen inleiding op het afschieten van de (concept-)Code Accountantsorganisaties. Liever breng ik enige nuances aan in het lopende debat.

Niet dat ik geen kritiek heb. Ik beperk mij hier tot het benoemen van twee punten (ik heb er dus veel meer).

Ten eerste de samenstelling van de werkgroep die de (concept)code opstelde. Die bestond uit partners van Ernst & Young, Deloitte, Mazars en een voormalig partner van KPMG. Ondersteund door de directeur van de NBA. Ofwel: een perfecte afspiegeling van het Accounting Establishment. Hetgeen nog wordt versterkt door het feit dat diverse accountantsorganisaties uitgebreid schriftelijk commentaar hebben geleverd (mogen we er overigens van uitgaan dat dit commentaar in de consultatieronde ook openbaar wordt gemaakt?).

Gegeven de taak van deze werkgroep is het onbegrijpelijk dat de stem van het publiek belang (kritische derden) niet direct bij het opstellen van de conceptcode is gehoord. Het feit dat nu in een consultatieronde wel inbreng van hen mogelijk is, doet daar voor mij niets aan af. De NBA had hier - juist bij dit onderwerp: het betrekken van derden in ons gesloten en geblindeerd accountantsuniversum - proactief meer omgevingssensitiviteit behoren te tonen.]

De werkgroep was bij de ontwikkeling van de eerdere Engelse code wel breder en dus beter samengesteld.

Dat brengt mij bij het tweede kritiekpunt; de Nederlandse werkgroep stelt de UK code als referentie te hebben genomen. Close reading van onze conceptcode en de Engelse code doet anders vermoeden: de Engelse code is explicieter, gaat dieper en is veel beter.

En toch maken we in Nederland een stap voorwaarts. Onze voorzitter Ruud Dekkers stelt in zijn aankondiging van het stuk dat het doel ervan is 'het publieke belang binnen accountantsorganisaties beter borgen'. Daar kunnen we niet tegen zijn en ik steun hem dit keer dan ook.

Heeft Tuacc-voorman Pieter de Kok dan geen gelijk als hij stelt dat het hier om een 'pleister' gaat? Ja natuurlijk heeft Pieter gelijk. Extra toezicht zet niet de bijl aan de wortel. Er moet nog veel meer gebeuren, onder andere hetgeen op de Tuacc-agenda staat. Kortom: keep up the good work, Pieter!

Maar ondanks dit alles is de code een stap vooruit. Bijvoorbeeld omdat accountantsorganisaties zo gedwongen worden meer in de pas te gaan lopen met algemeen aanvaarde beginselen van corporate governance, pardon: goed bestuur.

Bijvoorbeeld omdat het extra toezicht terreinen kan afdekken die (nog) niet door een toezichthouder zoals de AFM worden afgedekt.

Bijvoorbeeld omdat de nieuwe toezichtslaag, meer dan dat de AFM dat kan, proactief en in de actualiteit kan opereren. Niet snel een juridisch debat behoeft te voeren waarin concreet dient te worden aangegeven wat de rechtsgrond is voor informatiebevraging. Geheimhouding kan nauwelijks een serieus gespreksonderwerp zijn.

Bijvoorbeeld omdat het degenen buiten accountantsorganisaties die ook voor het publiek belang staan een beter instrument geeft om die organisaties te disciplineren in het verstrekken van informatie en het afleggen van verantwoording. Hetgeen eigenlijk een automatisme en vanzelfsprekendheid zou moeten zijn voor dienaars van het maatschappelijk verkeer en publiek belang. Terwijl het dat in de praktijk toch niet is.

Bijvoorbeeld omdat de Code Accountantsorganisaties gaat dwingen een beter inzicht in hun financiële huishouding,verdiensten en reserves te verstrekken. Het feit dat het hier om partnerorganisaties gaat - in welke juridische vorm dan ook en ondanks de bijpassende privacybelangen - dient van ondergeschikt belang te zijn aangezien deze organisaties een wettelijke taak uitvoeren en daarmee een publiek belang dienen.

Het zijn slechts enkele argumenten, waarvan ik overigens niet verwacht dat die de critici zullen overtuigen. Zoals ik niet overtuigd was van het nut van transparantieverslagen. Waarvan we na vijf jaar, na het leveren van veel kritiek, nu wat mij betreft toch kunnen zeggen dat het wel enig nut heeft. We zijn inmiddels de fase van compliancedocumenten enigszins voorbij. Dat zie ik als winst en daarom slik ik een deel van mijn eerdere kritiek in.

Maar met de conceptcode zijn we er nog lang niet. Ook hier zullen we eerst in een gewennings- en compliancefase belanden. En moet daar kritiek op worden geleverd. Opdat de maatregel in de toekomst meer zal blijken te zijn dan letters op papier en nut gaat bewijzen.

Niet dat het dé panacee is voor wat er allemaal mis is binnen de accountancy. Maar een bouwsteen(tje) voor een beter fundament is het wel.

Ook mogen we ons door de code niet in de luren laten leggen. En moeten we het niet accepteren indien het Accounting Establishment zelfgenoegzaam bij het aandragen van andere bouwstenen zegt: 'Die zijn nog niet nodig. Eerst maar eens zien hoe de door ons genomen maatregelen uitpakken.' Er is immers meer dan een pleister nodig om de accountant als patiënt te genezen!

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Marcel Pheijffer (1967) is hoogleraar Forensische Accountancy aan de universiteiten Nyenrode en Leiden.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.