NBA

Flex-bv: Bij twijfel niet inhalen

Op 1 oktober 2012 is de wetgeving rondom de flex-bv in werking getreden. Meer informatie hierover vindt u in de brochure van de NBA over dit onderwerp. Onderdeel van de wet is dat bestuurders vanaf 1 oktober goedkeuring moeten verlenen aan dividendbesluiten.

Die goedkeuring mag alleen maar worden verleend als vastgesteld kan worden dat de bv na het doen van de uitkering kan blijven voldoen aan haar opeisbare verplichtingen. De bestuurders moeten daarom een uitkeringstoets uitvoeren.

Blijkt achteraf dat de bv niet aan haar betalingsverplichtingen kan voldoen dan hebben de bestuurders een probleem omdat dit tot aansprakelijkheid kan leiden. Bestuurders kunnen daarom de accountant vragen om iets over de uitkeringstoets te zeggen. Mogelijk zullen ook commissarissen en zelfs aandeelhouders hier een rol van de accountant zien. Het is een zeer weerbarstige materie. Ik beperk me daarom tot een aantal initiële gedachten.

  • De verwachting is dat bestuurders vooral zullen vragen om ondersteuning als er reden voor twijfel is. Juist in die gevallen zal er sprake zijn van een risicovolle opdracht.
  • Als bestuurders om zekerheid vragen, is er dan wel of geen sprake van een assurance-opdracht? Immers de zekerheid is ten behoeve van de bestuurders zelf, en is er dus geen derde partij (voorwaarde voor een assurance-opdracht) tegenover wie de bestuurder zich verantwoordt. Of moet je daar als accountant toch maar vanuit gaan?
  • Als de accountant iets zou moeten toetsen, wat is dan het toetsingskader? Er blijkt uit recente artikelen over dit onderwerp van deskundigen, waaronder juristen, dat er verschillende interpretaties zijn over de aard en diepgang van de uitkeringstoets.
  • Als de winstverdeling in de jaarrekening is verwerkt, dan zou je misschien kunnen stellen dat de bestuurders en andere gebruikers zich kunnen baseren op de controleverklaring bij de jaarrekening. De uitkeringstoets moet weliswaar plaatsvinden op het moment van de dividendbetaling, maar toch... zou kunnen betekenen dat de werkzaamheden op grond van Standaard 570 misschien met extra scepsis moeten worden uitgevoerd. Wat is de positie van een directeur-grootaandeelhouder (dga) die jaarlijks alle winsten van de werkmaatschappijen uitkeert naar zijn personal holding? Loopt hij een verhoogd aansprakelijkheidsrisico of zijn er mogelijkheden om dit te beperken of te vermijden?
  • Als een mkb-ondernemer toch graag de visie van de accountant wil horen is het dan niet voldoende om, zoals dat ook vaak gebeurt bij een investeringsbeslissing, gewoon een goed gesprek te voeren aan de keukentafel en de ondernemer een spiegel voor te houden, maar de beslissing aan hem te laten?

U ziet het, er moet nog een aantal noten worden gekraakt. Dit onderwerp staat op de radar van het Adviescollege Beroepsreglementering. Er is echter nog veel onderzoek en discussie nodig om tot een praktijkhandreiking te komen. Eén advies wil ik wel geven: Bij twijfel niet inhalen. Als je als accountant twijfelt of je wel iets zinvols kunt zeggen, doe het dan niet. Maar dit advies geldt vooral voor bestuurders, zeker in deze moeilijke economische tijden. Als je twijfelt of de onderneming de dividenduitkering kan dragen, keer dan geen dividend uit en verberg je niet achter je accountant.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Peter Eimers is partner bij EY en hoogleraar Audit & Assurance aan de accountantsopleiding van de Vrije Universiteit te Amsterdam.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.