Opinie

Voor Jan van den Berg AA

Geachte heer van den Berg, U maakt zich zorgen over het beroep, blijkt uit uw reactie onder een recent bericht op deze site. Vanuit mijn perspectief zou ik graag willen reageren.

De oude Grieken maakten zich al zorgen over 'de jeugd van tegenwoordig', het verval van normen en waarden en de losbandigheid der zeden. 

Het accountantsvak is niet verworden tot een stortplaats van fraude, misbruik en volkomen foute verslaggeving. Accountants kunnen nog steeds over het algemeen vrij goed boekhouden. En rechters hebben nooit veel verstand gehad van jaarrekeningen of accountantscontrole, maar dat geldt voor de meeste domeinen waarover ze uitspraken doen en is dus ook niets nieuws. 

Er zijn incidenten en er worden fouten gemaakt. En inderdaad, helaas, helaas, helaas, denken politici, beleidsmakers en regelgevers vaak dat ze vooral in actie moeten komen bij incidenten met dat waar ze goed in zijn: meer regels maken. 

PKI (professioneel-kritische instelling) heeft opvallend veel weg van GBV (gezond boerenverstand) en dat heeft met regelgeving erg weinig te maken. Ik heb intussen tientallen PKI-trainingen mee mogen verzorgen, voor accountants die als eenpitter werken tot accountants van de net-niet-big-four. Wat daarbij een terugkerende ervaring van deelnemers is: PKI gaat niet over (meer) regels, het gaat juist over minder vanuit de regels redeneren. Zie ook de opinie van Joop Anemaet over kantiaanse ethiek voor accountants. 

Het gaat in dit vak bij te veel accountants over de vraag: kom ik er mee weg bij de tuchtrechter? Accountants die over de kwaliteit van de jaarrekening niet meer praten in termen van ‘getrouw beeld' maar in termen van 'pleitbaar standpunt'. En het is juist die houding, die overigens nog steeds een minderheid van het beroep vertegenwoordigt is mijn indruk, die de grote erosie van het beroep veroorzaakt. 

Er zijn alleen al op deze site ontelbare visies te vinden over hoe het zo gekomen is, aan wie dat dan ligt, en wat er aan moet gebeuren. 

Wat mij betreft staan een paar zaken wel vast: 

  • Met wijzen naar anderen schiet niemand wat op. Eenpitters die weten uit te leggen wat er bij de grote vier niet deugt brengen net zo weinig verbetering als big four-accountants die zich beklagen over het kwaliteitsniveau van 'de kleintjes'.
  • Met meer regelgeving schiet niemand wat op. Met goed toezicht wel. Een aanklager voor het accountantsberoep zou daarbij kunnen helpen. Nauwere samenwerking tussen NBA en AFM helpt ook.
  • Trainingen om het bewustzijn over PKI te verhogen helpen, in de mate dat deelnemers bereid zijn hun bewustzijn werkelijk te laten vergroten en dus werkelijk in de spiegel te kijken. Die bereidheid varieert bijzonder sterk, durf ik wel te constateren nadat ik inmiddels een paar honderd deelnemers heb gezien.

Ik ben vrij nauw betrokken geweest bij het tot stand komen van de Wet toezicht accountantsorganisaties, als toenmalig medewerker van de AFM. Een belangrijk punt voor zowel de wetgever als de toezichthouder bij de Wta was, en is nog steeds, dat de regelgeving van het beroep zelf is. 

De toezichthouder voegt daar geen inhoudelijke eigen regels aan toe. Integendeel: toen het accountantsberoep zich beklaagde over de vermeende extra regelgeving is vanuit het ministerie van Financiën expliciet gezegd: als u minder regels wilt, doe dan eens iets aan dat dikke pakket beroepsregels, de COS met name, en kom niet bij ons klagen want wij voegen geen extra inhoudelijke regels toe. 

In de memorie van toelichting bij de Wta is een kopje 'administratieve lastendruk' opgenomen, waarin dat nog eens nauwkeurig wordt voorgerekend: Wie zich op het moment van een vergunningaanvraag al hield aan de regels die het beroep zelf gesteld heeft, zou nauwelijks kosten hoeven maken om aan de eisen van de Wta te voldoen. 

Waar hielden wetgever en toezichthouder zich dan wel mee bezig? Niet met meer regels, niet met randverschijnselen of structuuroplossingen, maar met een enkele eenvoudige vraag: voldoet het accountantsproduct aan de daaraan te stellen eisen? De Wta beoogt niet het vertrouwen in accountants te vergroten, maar het vertrouwen in de accountantsverklaring. Dat werkt het meest efficiënt via indirect producttoezicht. De accountantsorganisatie bewaakt zelf de kwaliteit van haar product, de toezichthouder bewaakt de bewaking. 

Langs diezelfde denkwijze zou het beroep ook naar de accountantsproducten buiten de wettelijke controle moeten kijken. Waarom? Omdat binnen het domein van de wettelijke controles blijkt dat indirect producttoezicht werkt. 

Als u wilt dat uw titel zijn waarde blijft behouden, als u wilt dat u al die investeringen in uw opleiding niet voor niets hebt gedaan, dan kan ik u adviseren deze route te volgen: Vraag aan het hoogste orgaan van uw beroepsorganisatie, de ledenvergadering, om minder regels, meer gezond boerenverstand, en een degelijk toezicht via de route van indirect producttoezicht en bijpassende sancties. 

Er is geen enkel inhoudelijk of juridisch bezwaar om  op dit vlak door te pakken. Sterker nog, het NBA is die weg al opgegaan. Alles wat u hoeft te vragen is: doorpakken! Nu!

Met vriendelijke groet, 

Arnout van Kempen

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Arnout van Kempen di CCO CISA is Senior manager Risk & Compliance bij Baker Tilly. Hij schrijft op persoonlijke titel. Hij is lid van de Commissie Financiële verslaggeving & Accountancy van de AFM en lid van de signaleringsraad van de NBA. Daarnaast is hij diaken van het bisdom 's-Hertogenbosch.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.