NBA

Fraude: Wat kan er fout gaan?

'Fraude is altijd en overal, en zeker ook bij jouw klant', was de stelling van mijn leidinggevende toen ik ooit wilde beargumenteren waarom het frauderisico gering was in een praktijksituatie.

Accountants dragen met hun controle, maar ook met hun andere werkzaamheden, bij aan de betrouwbaarheid van verslaggeving. Bij een controle zoeken ze bijvoorbeeld actief naar risico's op materiële fouten. En die materiële fout kan ook door fraude zijn veroorzaakt. Onlangs kwam NBA Alert 26 uit over fraude, om nog eens te benadrukken dat juist in een economisch mindere tijd het frauderisico kan toenemen. Denk bijvoorbeeld aan oplopende schulden (druk), dreigende discontinuïteit (rationalisatie) of mindere beheersingsmaatregelen door vertrokken medewerkers na een reorganisatie (gelegenheid).

Zo ingewikkeld is het niet, ik heb het laatst uitgeprobeerd in een zaal met toekomstige accountants. Als je vandaag met het vliegtuig naar Parijs wilt en voor 23 uur bij de Eiffeltoren wilt zijn, dan kom je al brainstormend een heel eind als je je afvraagt 'wat kan er fout gaan?' Al snel kwamen de studenten met vele beren op de weg. Vliegtuig vol, paspoort verlopen, bagage vergeten, file, staking en ga zo maar door.

Bij een jaarrekeningcontrole zou het op dezelfde wijze moeten gaan. Iedere accountant moet zich afvragen op welke wijze geld of goederen kunnen worden onttrokken aan de entiteit of hoe de verslaggeving kan worden gebruikt om er beter van te worden. Ook hier ontstond bij de studenten een levendige discussie. Niet voor niets zegt standaard 240 dat je het frauderisico bespreekt in je controleteam. En dat je extra moet opletten bij de opbrengstverantwoording.

'Maar mijn klant is een retailer en ontvangt uitsluitend kleine bedragen en dus kan het frauderisico niet materieel worden', hoorde ik een collega laatst zeggen. Foute redenering. De fraudezaak bij de Super de Boer-filialen waar kennelijk werd gerommeld met de emballage en de retourenknop op de kassa zijn een bewijs hiervoor. Want laten we eerlijk zijn, als je met voeten op tafel brainstormt over de vraag waar de frauderisico's zitten bij een retailer, dan kom je gauw op de voorraden in de winkel en het geld in de kassa. Een feest dus voor iedereen die kwaad wil.

'Maar mijn klant heeft zulke goede beheersingsmaatregelen, waardoor het frauderisico gering is.' Wederom een foute redenering. Het frauderisico moet je benaderen zonder rekening te houden met de beheersingsmaatregelen. Want omdat die risico's aanwezig zijn, heeft de ondernemer daar hopelijk zware beheersingsmaatregelen tegenover gezet die je kunt testen en ook zelf met je gereedschapskist met controlemiddelen te lijf kunt gaan.

'Maar de omzet van mijn klant is super eenvoudig, want het is alleen het aansluiten van de subsidiebrief van de overheid met de opbrengstenrekening!' Ook een foute redenering. Niet de eenvoud van een controlemaatregel is bepalend, maar wederom de vraag 'Wat kan er fout gaan?' Denk hierbij aan het onrechtmatig gebruiken van de subsidiegelden of het ten onrechte doorschuiven van de besteding naar volgende jaren.

Kortom, het frauderisico is altijd en overal en wellicht ook in uw werkomgeving.

En pas op voor accountants die hun zin beginnen met 'maar' als het om het frauderisico gaat. 

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Peter Eimers is partner bij EY en hoogleraar Audit & Assurance aan de accountantsopleiding van de Vrije Universiteit te Amsterdam.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.