Opinie

Weg met 50+

Congres verwerpt de 50+ accountant. Tijdens de Accountantsdag vorige week werd de 50+ accountants ingewreven dat ze verandering in de weg staan. Jongeren zouden meer durven, beter met onzekerheid kunnen omgaan en strategisch sterker zijn. Berusten deze opvattingen op feiten?

Onderzoek van the California Institute of Technology laat zien dat er niet zulke grote verschillen bestaan tussen oude en jonge mensen als het gaat om durf, onzekerheid en strategisch denken. Daartoe vergeleken de onderzoekers een groep twintigers met een groep tachtigers. Voor de laatste groep werd zeker gesteld dat indicaties van mentale achteruitgang zoals dementie afwezig waren. Verder waren de groepen qua opleiding vergelijkbaar. 

Verschillende aannames aangaande ouderen werden getest.

Wijsheid. Komt wijsheid met de jaren? Dit idee werd getest door te kijken of ouderen meer dan jongeren geneigd zijn het zekere voor het onzekere te kiezen als zij moeten aangeven of een door hen gegeven antwoord juist is of niet. De deelnemers kregen twintig triviavragen voorgelegd waarbij zij moesten kiezen uit twee antwoorden en vervolgens aan moesten geven met hoeveel procent zekerheid zij meenden het juiste antwoord te hebben gegeven. Een van de vragen luidde: Telt Londen tien miljoen of zeven miljoen inwoners? Een wijs iemand zou alleen aangeven zeker te zijn van zijn antwoord als hij weet dat dit terecht is en dus zichzelf niet overschat. 

De ouderen bleken vaker dan jongeren aan te geven voor 100 of 50 procent zeker te zijn, terwijl dit bij de jongeren meer varieert, tussen 50 en 100 procent. De belangrijkste vaststelling luidt echter dat de oudere inderdaad vaker dan de jongere het juiste antwoord geeft als hij aangeeft zeker te zijn van zijn accuratesse. De oudere lijkt dus wijzer te zijn.

Conservatisme. Oudere mensen worden ook geassocieerd met conservatisme. Ze zouden zichzelf en anderen in de weg zitten met hun vastgeroeste standpunten. Dat wil zeggen dat ouderen minder risico zouden willen nemen dan jongeren. Om deze eigenschap te testen konden deelnemers kiezen tussen een project met hoog risico en een lage verwachtingswaarde, en een project met een hoge verwachte uitkomst en een laag risico. Door een aantal keren te proberen konden ze de verschillen tussen de projecten ontdekken en hun keuze hierop afstemmen. 

Ouderen en jongeren verschilden niet van elkaar: zowel jongeren als ouderen kiezen voor minder risico en de hogere verwachtingswaarde. Het enige verschil was dat oudere vrouwen geneigd zijn tot meer risico (en dus de kans op een hogere uitkomst te vergroten) dan oudere mannen. Bij jongeren is dit verschil niet waarneembaar. 

Hechten aan wat je hebt. Oudere mensen worden ook gezien als een groep die hecht aan wat ze hebben, waardoor zij een te hoge waarde toekennen aan hetgeen zij bezitten en daar ook geen afscheid van willen nemen. Om dit te testen werd aan de helft van elk van de groepen een koffiekop gegeven. Vervolgens moesten zij aangeven voor welk bedrag zij afstand zouden willen doen van de beker. De helft die geen beker had moest aangeven wat zij ervoor over zouden hebben om de beker te bemachtigen. 

Het idee was dat ouderen meer zouden vragen om afstand te doen van de beker dan de jongeren en dat het bedrag dat ze ervoor over zouden hebben de beker te bemachtigen kleiner zou zijn dan bij de jongeren. Ook hier treffen de onderzoekers geen verschil aan!

Strategisch denkvermogen. De laatste test was of de deelnemers zich goed konden voorstellen welke vervolgstappen anderen zouden nemen bij een beslissing: het vermogen strategisch te denken. Ze moesten de volgende taak uitvoeren. Als een groep van 10 mensen een reeks van getallen tussen 0 en 100 moet kiezen en je wint als je 2/3 van de gemiddelde uitkomst van die 10 als uitkomst kiest; welk nummer kies je dan? Het getal 100 zal niemand kiezen, noch het getal 66.67 (100*2/3), omdat hierin ligt vastgelegd dat iedereen 100 kiest. Eerder zal je bij 33 (50*2/3) uitkomen. Echter, dat zullen anderen ook concluderen en je bent daarom beter af met 22, etc. Uiteindelijk zou het antwoord nul moeten zijn.

De vraag is: komt men ook op dat punt uit en verschillen jongeren van ouderen in hun strategische denkopvatting, zodat iedereen evenveel zal doorredeneren als zij? En redeneren zij zelf ook door? In werkelijkheid komen de meeste antwoorden voor jong en oud uit tussen de 33 en de 22. Jongeren en ouderen verschillen dus niet van elkaar in de mate waarin ze strategisch denken.

Concluderend. Jongeren en ouderen verschillen volgens deze tests niet van elkaar in termen van overmoed, conservatisme het maken van strategische overwegingen. Wellicht zijn ouderen wijzer. Daarmee is niet gezegd dat ouderen niet soms ten onrechte goede ideeën van jongeren tegenhouden. Ook wil ik niet uitsluiten dat ouderen wellicht te weinig meenemen van wat de nieuwe tijd hen biedt. 

Onderzoek zou meer inzicht moeten geven in de mate waarin ouderen die in organisaties vaste posities bezetten op die manier handelen. Het beschikbare onderzoek geeft echter weinig aanleiding om aan te nemen dat ouderen niet met jongeren zouden kunnen samenwerken omdat ouderen risicomijdend en conservatief zouden zijn.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Jan Bouwens is hoogleraar accounting UvA en research fellow University of Cambridge.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.