Opinie

Inzichtsvereiste

Toegegeven: ik ben geen specialist op het gebied van externe verslaggeving. Maar iedere keer als ik iets lees over een jaarrekening waar 'iets' mee aan de hand zou zijn en ik hoor de accountant zeggen 'Maar het klopt toch, want de regels zijn gevolgd', denk ik terug aan de colleges die ik bij mijn gewaardeerde collega Henk Langendijk mocht volgen. Waarom?

Henk Langendijk doceerde - samen met Herman Marseille - gedurende mijn accountantsopleiding het vak externe verslaggeving. Zo leerde ik de inhoud kennen van artikel 2:362 BW: het inzichtsvereiste. In het kader van het Amarantis-dossier zocht ik het nog eens op. Ik citeer twee bepalingen:

Artikel 2:362 lid 1 BW

'De jaarrekening geeft volgens normen die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd een zodanig inzicht dat een verantwoord oordeel kan worden gevormd omtrent het vermogen en het resultaat, alsmede voor zover de aard van een jaarrekening dat toelaat, omtrent de solvabiliteit en de liquiditeit van de rechtspersoon (...).'

Artikel 2:362 lid 4 BW

‘Indien het verschaffen van het in lid 1 bedoelde inzicht dit vereist, verstrekt de rechtspersoon in de jaarrekening gegevens ter aanvulling van hetgeen in de bijzondere voorschriften van en krachtens deze titel wordt verlangd. Indien dit noodzakelijk is voor het verschaffen van dat inzicht, wijkt de rechtspersoon van die voorschriften af; de reden van deze afwijking wordt in de toelichting uiteengezet, voor zover nodig onder opgaaf van de invloed ervan op vermogen en resultaat.'

Ik zocht een uitleg van deze zogeheten derogatiebepaling ook nog eens na in het Handboek Jaarrekening (editie 2008 die ik thuis in de kast heb staan, onder redactie van onder meer mijn eveneens gewaardeerde collega Martin Hoogendoorn) en las:
'Door artikel 362 lid 4 BW wordt enerzijds voorkomen dat de jaarrekening reeds als toereikend kan worden beschouwd door slechts te voldoen aan de bijzondere voorschriften van Titel 9, en wordt anderzijds rekening gehouden met de mogelijkheid dat er situaties kunnen zijn waarin toepassing van de bijzondere voorschriften niet het vereiste inzicht oplevert.'

In het genoemde Handboek wordt er op gewezen dat toepassing van het inzichtsvereiste 'niet onomstreden' is, in verband met willekeur en onvergelijkbaarheid. Echter ook dat voornoemde derogatiebepaling niet mag worden gebruikt 'om regels van algemene aard in te voeren in strijd met de EU-richtlijnen'. In internationaal verband is voorts van belang dat IFRS ook een derogatiebepaling kent, en wel in ‘extremely rare circumstances'.

Zo heb ik de hoofdlijnen van toepassing van het inzichtsvereiste voor mijzelf (en voor de lezer) weer opgefrist. En natuurlijk herinner ik mij en begrijp ik dat de derogatiebepaling slechts in uitzonderingssituaties dient te worden toegepast.

Mijn punt: accountants met een professioneel-kritische instelling moeten durven de toepassing van de derogatiebepaling door gecontroleerden af te dwingen. In situaties waarin dat conform 2:362 lid 4 BW noodzakelijk is om - conform lid 1 van dezelfde bepaling - een verantwoord oordeel te kunnen vormen. Daarbij de belangen van de gecontroleerde organisatie afwegend, alsook die van de rest van het maatschappelijk verkeer.
Het zou aardig zijn om in casus zoals Amarantis een dergelijke belangenafweging te maken.

En zo de accountant het niet kan afdwingen: geen goedkeurende controleverklaring. Toch?

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Marcel Pheijffer (1967) is hoogleraar Forensische Accountancy aan de universiteiten Nyenrode en Leiden.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.