NBA

De anatomie van een (twaalfurige) audit

Een regelmatig terugkomend kritiekpunt op onze controlestandaarden is dat ze te ingewikkeld zijn voor controles bij minder complexe opdrachten.

Een controle van een micro-entiteit in twaalf uur en toch voldoen aan de controlestandaarden? Het kan volgens Phil Cowperthwaite, een gerespecteerde beroepsgenoot uit Canada die tot en met 2011 lid was van IAASB . Hij leidt een controlepraktijk die zich focust op kinderdagverblijven. Phil heeft hierover een helder leesbaar boekje geschreven.

Hij koppelt hier aan wel enkele randvoorwaarden:

  • Focus op één bedrijfstak. Dat geeft je de mogelijkheid om je klant en de bedrijfstak echt te kennen. Juist deze specialisatie geeft de mogelijkheid om het wiel niet elke keer opnieuw uit te vinden.
  • Automatiseer de controle(vastlegging) zoveel mogelijk, zodat het dossier van vorig jaar eenvoudig kan worden omgezet, en de saldibalans snel kan worden omgezet naar een jaarrekening en hoofdspecificaties.
  • Laat (al) het werk uitvoeren door ervaren medewerkers en doe dit bij de klant. Problemen kunnen direct worden besproken, zonder lang, verkeerd begrepen e-mailverkeer.
  • De accountant heeft een volledig begrip van de controlestandaarden.

Klinkt leuk, maar het is op het eerste gezicht alleen toepasbaar in enkele specifieke praktijken. Bovendien word je geacht de controlestandaarden in zijn geheel te kennen.

Of is toch wel breder toepasbaar? Wat Phil goed uitlegt, is hoe je die kennis van de standaarden juist kunt gebruiken om je controle efficiënt te maken. Als voorbeeld gebruikt hij Standaard 210 over opdrachtaanvaarding. Deze standaard is 58 paragrafen lang exclusief de twee bijlagen met zestien paragrafen aan vereisten.

  • Paragraaf 6 gaat over de randvoorwaarden voor een controleopdracht, met name over de vraag of het verslaggevingsstelsel aanvaardbaar is en of het management zijn verantwoordelijkheden begrijpt en aanvaardt.
  • Paragraaf 7 en 8 gaan over situaties waarin er sprake is van een scope limitation of waar niet voldaan wordt aan de randvoorwaarden voor een controleopdracht.
  • Paragraaf 9 en 10 gaan over het vastleggen van de opdrachtvoorwaarden.
  • Paragraaf 13 maakt duidelijk dat je, tenzij de opdrachtvoorwaarden wijzigen, niet verplicht bent om jaarlijks een opdrachtbevestiging te sturen.
  • De rest van de vereisten gaan in op de situatie dat de opdrachtvoorwaarden wijzigen (14-17) en over situaties waarbij de wet het verslaggevingstelsel beïnvloedt of eisen stelt aan de controleverklaring.

In veel controles hoef je dus alleen aan paragraaf 6, 9 en 10 en eventueel 13 te voldoen. Dat snap je echter alleen als je begrip hebt van de standaarden.

Daarmee is Standaard 210 verder niet overbodig. De beschreven situaties doen zich immers voor en moeten op een goede manier worden behandeld. Je moet weten wat je moet doen en vooral wat je niet hoeft te doen.

Wie de controlestandaarden doorgrondt, begrijpt ook hoe hij ze efficiënt kan toepassen, juist ook bij de controle van minder complexe entiteiten. Naar aanleiding van de enquête die wij vorig jaar hebben gehouden, begrijpen wij dat wij actie moeten ondernemen om dit voor iedereen duidelijk te maken.

Deze bijdrage is ook verschenen in het januari/februarinummer van Accountant. Accountant bevat maandelijks een column van het Adviescollege.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Peter Eimers is partner bij EY en hoogleraar Audit & Assurance aan de accountantsopleiding van de Vrije Universiteit te Amsterdam.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.