Opinie

Stoere KPMG-accountant

Tijdens mijn NIVRA-opleiding las ik ooit de casus van een RA die voor de rechtbank ontlastende informatie over zijn cliënt kon verstrekken. Zijn cliënt gaf hem, vanzelfsprekend, toestemming, maar de accountant weigerde toch. Zijn motivatie: op grond van de GBR diende hij alle belangen af te wegen, en hij woog het belang van toekomstige cliënten vrij zwaar.

Immers, als hij nu ontlastende informatie zou verstrekken, dan zou iedere volgende keer dat een accountant geen informatie wilde verstrekken de conclusie zijn dat deze informatie kennelijk niet ontlastend zou zijn. 

Dat soort accountants, daar mag het beroep trots op zijn. Standbeelden gaan wat ver, maar het is goed om dergelijke heldendaden te blijven hervertellen, omdat ze iets zeggen over de normen die er werkelijk toe doen. De rechte rug, de geheimhouding, het algemeen belang. Kernbegrippen voor een accountant, en deze accountant was bereid daar minstens de relatie met zijn klant voor op te offeren. 

In het dossier Weyl ligt KPMG onder vuur, in ieder geval vuur van de curator. En niet alleen de curator, ook accountants leggen vingers op zere plekken. Niet ten onrechte lijkt me, alles zo lezende. 

Maar in de berichtgeving viel me wel een klein detail op dat ik graag wilde uitvergroten. Ik citeer uit het FD: KPMG zou de interne stukken, als de rechter hem daartoe dwingt, alleen ter beschikking willen stellen aan een registeraccountant, vanwege het vertrouwelijke karakter.

Heeft KPMG een juridisch houdbare grond voor deze beperking? Natuurlijk niet. Nergens in de VGC, de WRA, de WAA of de WTA staat dat een accountant zijn vertrouwelijke stukken uitsluitend aan een andere accountant ter beschikking mag stellen. In tegendeel, al die wetten en regels regelen op het gebied van geheimhouding alleen maar dat de accountant vertrouwelijk houdt wat hij vertrouwelijk moet houden, totdat bij of krachtens de wet de vertrouwelijkheid eindigt. (Zie VGC A-100.4.d) 

Als een rechter van oordeel is dat de curator in deze zaak recht heeft, dat wil zeggen een op wettelijke grondslagen gefundeerd recht, om het gehele dossier van KPMG in te zien, dan moet KPMG dat dossier gewoon open leggen. Het stellen van voorwaarden zoals KPMG op voorhand doet heeft dan geen enkele juridische basis. 

Geen enkele? Nou ja, wel één dus. 

Artikel A-140.8 van de VGC benadrukt dat de accountant, alvorens zijn geheimhouding op te heffen, de belangen van alle partijen dient af te wegen. Als de betrokken accountant meent dat die belangenafweging betekent dat zijn dossier alleen door een andere accountant ingezien mag worden, dan kan dat. 

Juridisch probleem voor KPMG gaat natuurlijk wel worden dat A-140.8 uitsluitend ziet op situaties waarin geen plicht bestaat voor de accountant, en uit een eventuele uitspraak van de rechter in die richting ontstaat die plicht wel degelijk. De betrokken accountant zal, als KPMG het ingenomen standpunt handhaaft, dus wel voor de gevolgen op moeten draaien. 

Accountants die in een dergelijke situatie de rug recht houden, hun beroepsethiek zwaarder laten wegen dan hun persoonlijke en zakelijke belangen, en zelfs bereid zijn daarvoor de wet te trotseren, ik mag dat wel. 

Alleen op juridische gronden zou ik het serieus afraden. 

Arnout van Kempen

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Arnout van Kempen di CCO CISA is Senior manager Risk & Compliance bij Baker Tilly. Hij schrijft op persoonlijke titel. Hij is lid van de Commissie Financiƫle verslaggeving & Accountancy van de AFM en lid van de signaleringsraad van de NBA. Daarnaast is hij diaken van het bisdom 's-Hertogenbosch.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.