Opinie

Raadsheer-plaatsvervanger

Afgelopen maandag was een heftig dagje: eerst langs bij de president van het Gerechtshof Den Haag (beëdiging tot raadsheer-plaatsvervanger), daarna advisering aan de raad van commissarissen van het GVB en de burgemeester van Amsterdam (fraudeonderzoek GVB), om vervolgens te eindigen aan tafel bij de directeur-generaal van de Belastingdienst (hoor/wederhoor rapport Horizontaal Toezicht).

Op het tweede punt kan ik om begrijpelijke redenen niet nader ingaan en op het derde punt zal ik spoedig terugkomen.

Volgende week woensdag (20 juni 2012) wordt namelijk het evaluatierapport aangaande Horizontaal Toezicht aan staatssecretaris Weekers aangeboden. Daarna is het openbaar en gaat het ook naar de Tweede Kamer. Het betreft een rapport dat ook voor de accountantssector van belang is.

In deze blog gaat het mij om het eerste punt: de Koningin der Nederlanden heeft het 'goedgevonden en verstaan' ondergetekende op voordracht van de minister van Veiligheid en Justitie te benoemen tot raadsheer-plaatsvervanger bij het Gerechtshof Den Haag.

Dat doet mij goed. Het recht en de rechtshandhaving spreken mij aan. Recht spreken betreft een uitdagende aanvulling op het werk dat ik als rechercheur bij de FIOD en als deskundige in strafzaken (onder meer de kwestie Paarlberg in de Holleeder/Endstra-casus) heb mogen verrichten.

Het werken voor de 'Publiecke Saeck' schenkt mij meer bevrediging dan het werken in een commerciële partneromgeving waarin kennelijk een 'prijsdrukspook' rondwaart. Waarbij het velen op de achtergrond echter ordinair om de partnerfee gaat, een aspect dat door degenen die kampen met een gebrek aan omgevingssensitiviteit en die spreken over prijsdruk en het ‘spook' angstvallig als onderdeel van de discussie wordt vermeden. Een discussie die pas serieus en geloofwaardig kan worden gevoerd indien dit aspect wél wordt meegenomen.

Terug naar maandag. Een stijlvolle rituele beëdiging door de president van het Gerechtshof. Nadat de advocaat-generaal Van der Horst namens het Openbaar Ministerie requireerde. Hij haalde daarbij onder meer Van den Blink, voormalig raadsheer bij de Hoge Raad, aan. Zij stelde:

"Plaatsvervangers zijn een verrijking van het Nederlands rechtsleven. In de eerste plaats een verrijking voor de rechtspraak, door de hoge kwaliteit van de plaatsvervangers. Sommigen van hen zijn deskundig op een specialistisch deelterrein van het recht. Deze plaatsvervangers brengen specialistische kennis en know-how in, die voor de allround-beroepsrechter steeds ontoegankelijker wordt. (...) Anderen dragen aan het overleg in de raadkamer hun maatschappelijke ervaring bij, hun kennis van sectoren van de maatschappij die zich buiten het gezichtsveld van de rechter bevinden. (...) Iedere rechter zal het met mij eens zijn dat collegiale samenwerking met plaatsvervangers inspirerend is. Zij hebben een frisse kijk op geijkte opvattingen en gebruiken, zij brengen berichten uit de buitenwereld binnen, zij kennen de achterkant van het gelijk."

Ik zal parttime worden ingezet bij fraudezaken waarin kennis van de accountancy een toegevoegde waarde is. Een verantwoordelijke taak en uitdaging die ik gaarne heb aanvaard.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Marcel Pheijffer (1967) is hoogleraar Forensische Accountancy aan de universiteiten Nyenrode en Leiden.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.