Opinie

Fraude Greenchoice

Het komt niet vaak voor dat De Telegraaf mij inspireert tot een blog. Maar vandaag kopte de krant 'Dagobert Duck en Boris Boef tegen de lamp'. Dat kon weleens over onder meer een accountant (Dagobert Duck) gaan, dacht ik.

Maar nee, het ging over twee voormalig directeuren van het energiebedrijf Greenchoice. Die hadden gefraudeerd. Zij kregen daarvoor van de NMa een boete van ieder 450.000 euro. Uit mijn geheugen en archief toverde ik stukken naar boven over een eerder - december 2011 - door de NMa aan het bedrijf opgelegde boete van 7,2 miljoen euro.

De zaak was mij toentertijd al opgevallen vanwege het vrij simpele fraudepatroon: klanten die hun contract opzegden bij Greenchoice en die reeds een termijn hadden betaald, hadden uiteraard nog recht op terugbetaling van een deel van die termijn. Maar als zij daar niet om vroegen, kregen zij niets terug en kwam het terug te vorderen bedrag als reservering in de boeken en zou dit op termijn ten gunste van de bedrijfswinst van Greenchoice komen.

De directeuren van Greenchoice, die er volgens De Telegraaf prat op gingen dat zij minder dan een ton verdienden, waren (en zijn) ook grootaandeelhouder van Greenchoice en zouden  - na vrijval van de reservering - via de alsdan te realiseren waardestijging van hun aandelen profiteren van deze truc.

Het boetebesluit van de NMa dat aan de voormalig directeuren is opgelegd, geeft een aardig inkijkje hoe doelbewust zij die truc toepasten en met welk dedain zij over hun klanten spraken. In eerste instantie schoonden zij de eindafrekeningen zelf, later voerden zij een query uit en nog later delegeerden ze het gehele schoningsproces. Hetgeen tot discussie met en het vertrek van medewerkers leidde, omdat die het niet eens waren met de handelwijze.

Het inkijkje laat onder meer zien dat de directieleden elkaar mailden onder de codenamen Dagobert Duck en Boris Boef. Hetgeen geen hard bewijs is voor fraude, maar wel als circumstantial evidence kan gelden om de bewustheid van handelen - de opzet - te duiden. Maar duidelijker en harder bewijs is dat zij in het mailverkeer zelf sprake over het ‘illegaal schonen'.

De verziekte geest van betrokkenen blijkt onder meer uit de volgende mailwisseling tussen de voormalig directeuren:
'Ter indicatie. Het nieuwe bestand levert mij 583 records te schonen op. Dat wordt dus even doorbijten. Tussen de hertenbiefstuk en het toetje met een glaasje Calvados door pak ik er weer een paar'.

Enfin. Ik had deze zaak dus al in december 2011 gespot maar heb hem laten liggen omdat er andere zaken waren om over te schrijven. Maar toentertijd heb ik wel even de jaarrekening van Greenchoice erbij gepakt om te zien welke accountantsverklaring er door wie was afgegeven. Mede om te beoordelen of de fraude materieel was.

De fraude beziet de NMa over een periode van 1 maart 2005 tot en met 10 maart 2011, maar was al gestart in het begin van deze eeuw. Het over de onderzoeksperiode van de NMa ten onrechte niet terugbetaalde bedrag bedraagt ruim 8,6 miljoen euro. In het startjaar 2005 bedroeg de omzet ruim 100 miljoen euro en de winst 1,3 miljoen euro. Over het laatste volledig meegenomen fraudejaar - 2010 - zijn geen exacte gegevens bekend omdat de jaarrekening nog niet is vastgesteld en daarover een procedure bij de Ondernemingskamer loopt. Maar de omzet zou over dat jaar ruim 350 miljoen euro hebben bedragen.

Gedurende de fraudeperiode was Borrie en Co Accountants B.V. het accountantskantoor van Greenchoice. Gegeven de omvang van de gecontroleerde entiteit is over 2005 geen goedkeurende verklaring verstrekt, hetgeen voor de jaren 2006 tot en met 2009 wel het geval is.

Nu kun je een boom opzetten over materialiteit en of de accountant het vanuit dat perspectief had moeten constateren. Maar los daarvan:

  • Is het niet logisch te veronderstellen dat de accountant gedurende de fraudejaren tenminste eenmaal een goede controle heeft moeten doen aangaande de teruggave na opzegging door klanten van Greenchoice? Waarna het simpel had moeten zijn om het opschonen en daarmee de fraude te ontdekken, toch?
  • Is het niet logisch te veronderstellen dat de accountant gedurende de fraudejaren tenminste eenmaal een goede controle heeft moeten doen op de geautomatiseerde klantenbestanden en afrekeningen van Greenchoice en de intern gedraaide queries? Waarna het simpel had moeten zijn om het opschonen en daarmee de fraude te ontdekken, toch?
  • Is het niet logisch te veronderstellen dat de accountant gedurende de fraudejaren tenminste eenmaal zelf een aantal queries in het kader van data-analyse heeft moeten draaien? Waarna het simpel had moeten zijn om het opschonen en daarmee de fraude te ontdekken, toch?

Is het niet logisch te veronderstellen dat het maatschappelijk verkeer zich deze vragen ook stelt, er in essentie op neer komende of de accountant deze fraude niet had kunnen of had moeten ontdekken?

En dat deze zich dus - teneinde die vraag te beantwoorden - moet verantwoorden over diens handelwijze? Gaat de AFM om deze verantwoording vragen (of is dat al gebeurd)? Ligt hier een taak voor de NBA? Of moeten we toch naar een type openbaar aanklager die dit soort kwesties met bevoegdheden onderzoekt? Teneinde de accountant vrij te pleiten omdat er niets aan de hand is of - erger - deze te straffen indien er van vaktechnisch falen sprake is.

In casu was het fraudepatroon zo simpel, raakte het zo direct de omzet - een proces waarnaar de accountant behoort te kijken - en raakte het zoveel klanten dat het aan het publiek niet eenvoudig is uit te leggen dat dit soort zaken na accountantscontrole gedurende tal van jaren niet aan het licht is gekomen. Verhaaltjes over accountantsjargon als ‘materialiteit' en ‘verwachtingskloof' passen hier niet.

En zeker niet indien er in data-analyse gespecialiseerde accountants(kantoren) bestaan die er wel in slagen dit soort simpele fraudes snel te achterhalen. Indien het beroep in den brede geen gebruik maakt of wil maken van de door hen toegepaste innovaties dan doet het beroep het in den brede niet goed. Toch?

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Marcel Pheijffer (1967) is hoogleraar Forensische Accountancy aan de universiteiten Nyenrode en Leiden.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.