Opinie

Integratie hbo/wo-opleiding onwenselijk

NBA Young Profs Marisa Noronha en Tom Ooms pleiten voor integratie tussen de hbo- en wo-opleiding accountancy, voor betere integratie tussen de theoretische en praktijkopleiding en voor een titel voor accountants met wettelijke controlebevoegdheid. Zo'n beweging zou echter leiden tot ongewenste niveauverlaging.

Eerst maar eens over het verschil tussen wo en hbo. De oriëntatie van hoger beroepsonderwijs en wetenschappelijk onderwijs is wezenlijk anders. Beide streven er naar (of zouden dat moeten doen) de intellectuele capaciteiten van de student zodanig aan te spreken dat deze op eigen kracht complexe vraagstukken kan oplossen.

Het is echter een empirisch feit dat de intellectuele capaciteiten van de hbo-er gemiddeld beneden die van WO-er liggen. Daarom kan een gemiddelde wo-er complexere problemen aan dan de gemiddelde HBO-er en is het zelfs bijna zeker dat de beste hbo-er niet de problemen kan oplossen die de beste wo-er wel kan oplossen.

Nu kan een aantal hbo-ers zijn capaciteiten over de tijd vergroten - een aantal studenten stroomt dan ook door van hbo naar wo en dat kan met 1,5 jaar extra studie - maar dat doet niets af aan het empirische feit. Ik zie wel dat er behoefte is aan versnelde doorgroei van AA tot RA, maar soms moet je je neerleggen bij eenmaal gemaakt keuzen. Iemand met hbo-V moet ook gewoon naar de universiteit als hij arts wil worden.

Mijn vraag is dan: waarom moeten deze opleidingen worden geïntegreerd? Moet dan het niveau voor de hbo-er zoveel hoger worden dat deze het gewenste niveau niet kan bereiken?

Of moet het de wo-er makkelijker worden gemaakt? Ik meen dat beide richtingen ongewenst zijn. Beide groepen moeten op een zo hoog mogelijk niveau worden aangesproken.

Dan de integratie tussen theorie en praktijk. In het wo wordt studenten gevraagd in casussituaties na te denken over accountingvraagstukken. Daarbij maken we gebruik van de laatste bevindingen die ter zake beschikbaar zijn. Zo duidt de laatste literatuur erop dat als het gaat om fraude te voorkomen, niet-materiële verschillen NIET bestaan. Je moet alle afwijkingen serieus nemen en corrigeren. Dit zijn zaken die buitengewoon genuanceerd liggen en typisch als eerste in het wo aan de orde worden gesteld, omdat de docenten aldaar zelf met onderzoek bezig zijn.

En inderdaad vragen we in RA-opleiding opnieuw aandacht voor een meer doordachte benadering als het de controle betreft. Ik zie er geen probleem in dat studenten eerst worden geïntroduceerd binnen de krachten die gangbaar zijn in de praktijk, om deze vervolgens in de eindscriptie (Msc) en de RA-opleiding als student/medewerker van een kantoor/bedrijf zelf in de praktijk te brengen. Dan volgt na het theoretisch deel van de RA opleiding ook nog een praktijkperiode.

De opleiding van bachelor/Msc (theorie) tot en met de praktijkstage biedt dus reeds de door de auteurs bepleite integratie. Is het de bedoeling dat dit proces dan wordt verlengd?

Het is de bedoeling dat we accountants opleiden die gebruik maken van de meest recente kennis die beschikbaar is en dat zij bovendien de regelgeving intelligent weten toe te passen. Dat vergt een gedegen opleiding en aanspraak van de intellectuele capaciteiten van de student. Dit geldt mutatis mutandis ook voor de hbo-opleiding en de daaraan verbonden opleiding tot AA.

We hebben binnen het hbo en mbo (in het algemeen) net een experiment achter de rug waarin men streefde naar een integratie tussen praktijk en theorie. Omdat theorie ‘moeilijk' is, was de verleiding erg groot deze -want vergankelijk- overboord te gooien, met alle nare gevolgen van dien. Het heeft tien jaar geduurd alvorens dit falen van het 'competentiegericht onderwijs' werd erkend en het zal nog eens tien jaar duren voordat de schade is hersteld. Als we streven naar integratie, dan moeten we eerst heel veel kennis hebben; theorie dus!

Dat brengt me op het laatste punt: de behoefte aan één titel. Ik ben daar sceptisch over. De complexiteit van een groot bedrijf is (gemiddeld) aantoonbaar groter dan die van een kleiner bedrijf. Binnen de opleidingen tot AA en RA bestaat aandacht voor deze verschillen. En al is het dan een feit dat de praktijk van de grote kantoren voor zo'n 70 procent bestaat uit werk voor bedrijven van mkb-grootte, toch kiezen deze grote kantoren ook vaak voor (aankomend) RA's om dit segment te bedienen. Ik neem aan dat dit arbeidsmarktgegeven niet uit de lucht komt vallen.

Concluderend, het streven naar integratie van hbo en wo en de introductie van een titel lijkt aantrekkelijk te zijn. Echter, gelet op de grotere complexiteit van grotere organisaties en het feit dat organisaties als zodanig in complexiteit toenemen, is het weinig realistisch om dit streven om te zetten in daden.

De kritiek van de maatschappij op het werk van de accountant richt zich op de fouten die accountants maken. Als we dan out of the box willen denken, dan moeten we ernaar streven aan te geven hoe we een accountant kunnen opleiden die zulke kritiek niet krijgt! Naar mijn waarneming hebben we dan eerder behoefte aan meer diepgang dan aan nivellering.

Een persoonlijke opmerking als afsluiting: Alhoewel ik lid was van de 'commissie Dassen' schrijf ik dit commentaar op eigen titel.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Jan Bouwens is hoogleraar accounting UvA en research fellow University of Cambridge.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.