Opinie

Bliksemschichten en toetsers

Een paar dagen geleden reed ik 's avonds na het geven van een cursus vanuit Leeuwarden terug naar mijn woonplaats Amersfoort.

Het was kort na 20.00 uur en op advies van een collega koos ik deze keer een alternatieve route richting huis. Bij Lelystad de polder in, bij Nijkerk de polder weer uit en daarna nog een klein stukje naar huis bij duister, onstuimig herfstweer. Gerommel, een felle bliksemschicht die de jagende, zwarte lucht doorklieft.

Net thuisgekomen voordat een zware bui losbarst, meldt zich onaangekondigd blauw op de stoep, twee man sterk: "Niet schrikken, meneer Weerdenburg, heeft u een goede reis gehad vanuit Leeuwarden?" "Ja," stamel ik, "maar wat komt u hier doen?"

De oudste agent: "We komen bij u langs om te vragen of u kunt bewijzen dat u onderweg geen verkeersovertreding begaan heeft."

"Hoe bedoelt u?", vraag ik.

"Nou het is eigenlijk heel simpel. We zijn heel benieuwd of u zich aan de toegestane snelheid heeft gehouden, niet door rood gereden bent, of u uw autogordels droeg en of u zich onthouden heeft van eventuele andere overtredingen."

Waarop ik verfijnd stekelig reageer: "En dat moet ik bewijzen?"

"Ja, we zullen hiervan een rapport opmaken, op basis waarvan de Officier van Justitie zal besluiten om eventuele maatregelen tegen u te nemen."

Omgekeerde wereld, dacht ik bij mezelf. "Beste heren, ik heb me aan de verkeersregels gehouden, ben veilig weer thuis en verder kan ik hier niets aan toevoegen."

"Rijdt u nog met zomerbanden?", vroegen ze nog. "Dan is het aan te bevelen deze binnenkort te wisselen voor winterbanden. Wel zo veilig."

Perplex bleef ik achter. Niet lang overigens. Vrijwel direct drong tot mij door dat mijn collega's die worden getoetst, zich waarschijnlijk net zo voelen wanneer de toetsers opmerkingen maken over de fundamentele beginselen van de VGC!

Een praktijkvoorbeeld dan. Een collega AA heeft een opdracht tot het samenstellen van een jaarrekening voor een serieuze ondernemer. Een prima vent, integer, en de accountant heeft geen enkel signaal dat er bedreigingen zijn van de fundamentele beginselen. De accountant start zijn werkzaamheden en komt in zijn werkprogramma de volgende vraag tegen: "Ga na of er bij deze opdracht bedreigingen zijn van de fundamentele beginselen integriteit, objectiviteit, deskundigheid en zorgvuldigheid, geheimhouding en professioneel gedrag."

Het antwoord van de accountant luidt vijf keer kort en krachtig: "Geen bedreigingen."

De toetsers vinden dit een nogal summiere vastlegging. Zij bevelen daarom aan om de overdenkingen en afwegingen uitgebreider vast te leggen. Leuke suggestie, maar moeten we dit echt uitgebreider gaan vastleggen? Hoe moeten we dat dan doen?! Ik kom niet verder dan voornoemde vraag te pareren met ontkenningen.

Kortom, is deze aanbeveling wel op zijn plaats? In dit aangehaalde voorbeeld niet. Maar nu even terug naar de praktijk. Daar zie ik steeds meer toetsers hun eigen, persoonlijke mening ventileren, waarbij zij deze - dikwijls goed bedoeld - vertalen naar een aanbeveling.

Voorbeelden die ik hierbij tegenkom:

  • de beoordeling van de continuïteit van onderneming zou beter kunnen worden vastgelegd (in situaties waarbij er gewoon sprake is van een goed renderende onderneming);
  • de groottecriteria zouden moeten worden vastgelegd (bij een enkelvoudige jaarrekening die ruimschoots onder de groottecriteria voor middelgroot blijft);
  • de gehanteerde materialiteit zou moeten worden vastgelegd (bij een samenstellingsopdracht waarbij geen enkele afwijking van materieel belang is);
  • het permanent dossier behoeft aanvulling (er ontbreekt een rekening-courantovereenkomst tussen de dga en zijn Besloten Vennootschap).

In principe is er niets mis met deze aanbevelingen. Maar het komt de laatste tijd geregeld voor dat de Raad voor Toezicht deze aanbevelingen anders interpreteert en hiervan aanwijzingen maakt. Oorzaak: missende informatie over de context, waardoor een kantoor mogelijk niet goed - maar juist wordt afgetoetst.

Het zou de voorkeur genieten wanneer de Raad voor Toezicht hier de handschoen oppakt en de toetsers duidelijk uitlegt hoe zij om moeten gaan met de vastlegging van vragen met een ontkennend antwoord. Wanneer alle omstandigheden  unaniem in de richting wijzen van 'geen bedreigingen', dan moet het antwoord 'geen bedreigingen' ook kunnen volstaan.

En denkt de toetser toch nog in de richting van mogelijke kleine verbeteringen c.q. aanvullingen? Wellicht is het dan beter dat hij deze ter plekke met de getoetste bespreekt, dan dat hij daar invulling aan geeft met vastgelegde aanbevelingen.

Want laten we wel wezen; wat losse, ogenschijnlijk goed bedoelde aanbevelingen kunnen een kantoor zo aan een onvoldoende helpen. 

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

John Weerdenburg AA is mede-oprichter van adviesorganisatie Auxilium Adviesgroep BV te Leusden.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.