Opinie

Rabo-schandaal, EY en AFM

Ik kreeg de afgelopen week de nodige respons naar aanleiding van mijn laatste blog aangaande het Rabo-schandaal. Positief, met name uit politieke, academische en journalistieke kring.

Zo trok het de aandacht van onder meer FD, NRC, Management Team en Elsevier.

Ik kreeg ook kritiek. Met name op het feit dat ik refereerde aan de rol van EY en de accountant die vanuit deze accountantsorganisatie de Rabo als cliënt in het verleden bediende. Het ging toch om de Rabo en niet om EY?

Natuurlijk gaat het in een dergelijke kwestie óók om de rol van de accountant. En dan niet alleen de interne, die blijkens de diverse toezichtrapportages opzichtig heeft gefaald. De verwijten van de toezichthouder aan de Rabo zien immers op zaken als risicoanalyse, frauderisico, functiescheidingen, procedures van AO/IB, compliance en risk management.

Dat zijn zaken die logischerwijze ook de aandacht van de externe accountant horen te hebben. En als - in dit geval binnen de Rabobank - de interne controlestructuren ('three lines of defence') niet adequaat hebben gefunctioneerd, komt logischerwijze ook de vraag op wat de extern accountant in deze al dan niet heeft geconstateerd.

Het zou zelfs vreemd zijn die vraag in dit stadium niet te stellen; dit zonder dat er op dit moment al reden is om conclusies - positieve noch negatieve - te trekken. Ik benadruk dat nader onderzoek immers zowel ontlastend - en daarmee is het overigens ook in het belang van EY om nader onderzoek te doen - als belastend kan werken.

Gezien het feit dat het falen en disfunctioneren zich intern binnen de Rabo over een reeks van jaren heeft uitgestrekt, is het dus ook volstrekt normaal indien de AFM over die reeks van jaren de accountantsdossiers induikt om vast te stellen of de externe accountantscontrole kwalitatief naar behoren is uitgevoerd.

Wat heeft EY bijvoorbeeld gedaan inzake belangrijke kwesties als risicoanalyse, frauderisico, functiescheidingen, procedures van AO/IB, compliance en risk management? Heeft EY de externe signalen betreffende Libor uit 2008, die DNB zo nadrukkelijk noemt, wel onderkend en in de controle meegenomen? Heeft ze de perverse prikkel van de variabele beloning voor de betrokken Rabo-handelaren (h)erkend als een specifiek frauderisico en de controle daarop aangepast? Welke bevindingen in het kader van deze vragen hebben geleid tot nadrukkelijke opname in management letters en de communicatie met bestuurders en commissarissen?

Of zou men binnen EY hebben gedacht dat de Libor-kwestie en het onderliggende gedrag de jaarrekening van Rabo niet zouden raken? In welk licht dienen we dan de opmerkingen in de jaarrekening 2012 over te treffen schikkingen beoordelen? Welk comfort heeft EY in dat verband van de Rabo gekregen?

En welk onderzoek heeft EY in het kader van artikel 26 WTA (fraudemeldplicht) zelf eigenlijk uitgevoerd? Welke maatregelen heeft EY genomen ten aanzien van het beoordelen en overdragen van het Rabodossier toen de behandelend accountant een tuchtklacht van de AFM aan zijn broek kreeg? Is er nadien iets anders gedaan in de controle?

Het is daarnaast zeker niet alleen vanwege deze toezichtrapporten logisch indien de AFM in deze nader onderzoek doet. Want er speelde de afgelopen jaren meer ten aanzien van het toezicht op EY. Ik resumeer (niet-limitatief):

  • de AFM publiceerde reeds in december 2009 een rapportage ('Rapport algemene bevindingen kredietcrisisonderzoek') waarin diverse gebreken in de controle door diverse accountantsorganisaties bij onder meer de controle van financiële instellingen aan de orde werd gesteld;
  • de AFM heeft op 9 november 2011 aan Ernst & Young Accountants een bestuurlijke boete opgelegd van 54.450 euro. Dit na onderzoek van tien controledossiers in het kader van het reguliere toezicht 2009. In zes van die dossiers hebben de externe accountants volgens de AFM ontoereikende controle-informatie verkregen;
  • de AFM legde op 9 november 2011 aan Ernst & Young Accountants een bestuurlijke boete op van € 217.810, omdat in de periode van 1 januari 2009 tot 15 februari 2010 de compliance officer onvoldoende had toegezien op de naleving van de bij of krachtens de artikelen 13 tot en met 24 van de Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta) gestelde regels;
  • in eerste aanleg is de controlerend accountant van DSB naar aanleiding van een AFM-klachttuchtrechtelijk veroordeeld. Thans loopt de beroepszaak;
  • in eerste aanleg is de controlerend accountant van de voorheen beursgenoteerde onderneming Van der Moolen, wederom naar aanleiding van een AFM-klacht, tuchtrechtelijk veroordeeld;
  • tot slot is van belang dat EY in het kader van de Landis-kwestie voor tientallen miljoenen schikkingen met gedupeerden - mede door een gebrekkige accountantscontrole - heeft getroffen.

De eerste drie punten zijn van belang omdat het in de onderhavige AFM-rapporten gaat om ernstige deficiënties in de accountantscontrole die de accountantsorganisatie direct zijn aan te rekenen, waarbij met name het rapport inzake het belang dat EY kennelijk hecht aan de compliance-functie lezenswaardig is.

De tuchtzaken zijn van belang, omdat de eerste ziet op een gebrekkige controle bij een financiële instelling en de tweede betrekking heeft op de controlerend accountant die niet alleen Van der Moolen maar ook de Rabobank lange tijd  - in ieder geval tijdens de voor de Rabo-kwestie meest belangrijke jaren - tot zijn clientèle mocht rekenen.

De schikkingen zijn van belang omdat die laten zien dat accountantsorganisaties aansprakelijkheid voor falen (kunnen) afkopen.

Onder mijn vorige blog werd de vraag gesteld wie nu precies de controlerend accountant van de Rabo was. Ik noem de naam niet - hoewel deze op zich openbaar is - omdat die voor mij niet van belang is.

Van belang is dat het systeem van de Wet Toezicht Accountantsorganisaties (WTA) en het daarop gebaseerde vergunningenstelsel en het toezicht van de AFM, zich concentreren op het kwaliteitsborgingssysteem van accountantsorganisaties.

Het disfunctioneren van een individuele accountant impliceert vaak ook het disfunctioneren van het kwaliteitsborgingssysteem van de accountantsorganisatie. Om die reden vond ik het jammer - én bovendien systematisch onjuist - dat de AFM wel tuchtklachten tegen de individuele accountants van DSB, Van der Moolen en Vestia heeft ingediend, maar - althans voor zover bekend - (nog) geen handhavingsmaatregelen heeft getroffen tegen de accountantsorganisaties waarbij zij werkten .

Als de AFM in deze zou vaststellen dat de individuele accountants die de Rabo hebben gecontroleerd hun werk goed hebben gedaan, wat ik uiteraard hoop, kunnen we opgelucht ademhalen.

Als echter wordt geconstateerd dat zij hun werk niet goed hebben gedaan, komen straffe maatregelen van de AFM tegen EY steeds nadrukkelijker in beeld.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Marcel Pheijffer (1967) is hoogleraar Forensische Accountancy aan de universiteiten Nyenrode en Leiden.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.