Opinie

Ballast Nedam, KPMG en oud-bestuurders

In 2002 en 2003 was ik ambtelijk secretaris van de Parlementaire Enquêtecommissie Bouwnijverheid (PECB). KPMG had toentertijd in de bouwsector het grootste marktaandeel.

De PECB heeft onder meer navraag gedaan bij diverse accountantskantoren naar diverse bouwgerelateerde dossiers. Bij KPMG werd dat begeleid vanuit de forensische afdeling, die dossiers op verzoek van de PECB selecteerde, als aanspreekpunt fungeerde en die de informatie aan de PECB doorgaf.

De parlementaire enquête draaide om vraagstukken als kartelvorming, corruptiebetalingen en schaduwadministraties. Uit het rapport van de PECB blijkt dat KPMG geen belastende informatie op de laatste twee aspecten heeft aangedragen met betrekking tot Ballast Nedam. Ook is nimmer gebleken, althans openbaar geworden, dat KPMG op eigen initiatief dienaangaande informatie heeft aangeleverd aan de mededingingsautoriteiten.

Nu er - bijna iedere dag, helaas - nieuwe informatie opduikt over de bouw- en beerput Ballast Nedam/KPMG in het kader van corruptiebetalingen en schaduwadministraties, die met medeweten van KPMG-partners door Ballast Nedam werden verhuld, is het goed om even terug te denken aan de periode en het rapport van de parlementaire enquête.

Toenmalig lid van de enquêtecommissie en thans nog Tweede Kamerlid, Jan de Wit deed dat ook. En hij stelde recent vragen aan de minister die verantwoordelijk is voor de schikking die het Openbaar Ministerie OM met KPMG heeft gesloten. Ik ben zeer benieuwd naar de antwoorden.

De Wit is boos. Boos omdat KPMG tot in 2012 - toen het OM in Amstelveen op de deur klopte - geen actieve melding van de affaire bij de overheid heeft gedaan. De AFM heeft laten weten dat KPMG pas eind 2012 een incidentmelding heeft gedaan.

Recente publicaties - in meerdere kranten en op een website - duiden erop dat het toenmalige KPMG-bestuur al in 2003 van de affaire bij Ballast Nedam (corruptie en schaduwadministraties) op de hoogte was.

Uit het FD:

‘Een goed ingevoerde bron vertelt tegen Het Financieele Dagblad dat Van R. al snel op onregelmatigheden stuitte bij het bouwbedrijf: ‘Hij heeft de betaling van de steekpenningen en de schaduwboekhouding waarin met Zwitserse bankrekeningen werd gewerkt, stopgezet.' Verder stelde hij meteen het toenmalige bestuur van KPMG van zijn bevindingen op de hoogte. Dat gaf hem de opdracht aan alle onregelmatigheden een einde te maken.'

Als dat juist is, mogen we nog veel vuurwerk en negatieve publicaties verwachten.

Nu er een schisma is ontstaan tussen KPMG dat heeft geschikt en de (voormalige) partners die door het OM in onderzoek zijn - en blijkens het persbericht van het OM ook als verdachten zijn aangemerkt - is het immers wachten op modder gooien over en weer.

Die partners - in ieder geval Jack van R. en zijn nog anonieme compaan - hebben er belang bij hun straatje schoon te vegen door erop te wijzen dat zij hebben gehandeld conform de regelgeving en dat KPMG steeds van de hoed en de rand wist. Jack van R. stelt onder meer gehandeld te hebben ‘conform de destijds geldende regelgeving'.

KPMG zal wijzen op de schikking en haar straatje schoonvegen en voorts wijzen op individueel handelen van partners. In de woorden van het persbericht van KPMG: ‘We zijn geschokt door de feiten zoals deze in de afgelopen periode uit deze zaak naar voren zijn gekomen en vinden dit volstrekt onacceptabel.'

Die partners - en zeker degenen die voor en namens KPMG het puin bij Ballast Nedam moesten opruimen - zullen zich thans door het huidige KPMG-bestuur in de steek voelen gelaten. Welke partner zal er straks overigens nog zijn te vinden die binnen een accountantsorganisatie puin wil ruimen (of een bestuursfunctie zal willen vervullen)?

En dat alles met de pers op de publieke tribune, onder meer in de rechtszaal als de KPMG-partners daadwerkelijk zouden worden vervolgd. Met alle (negatieve) publiciteit - die zowel KPMG als ons beroep zal besmeuren - tot gevolg.

Wordt het trouwens zo langzamerhand niet tijd dat oud KPMG-bestuurders als Ben van der Veer, Herman Dijkhuizen en bijvoorbeeld Frans van der Wel - functionarissen die thans op toonaangevende posities vertoeven en hun diensten regelmatig binnen de NBA beschikbaar stellen - hun visie op het geheel geven en spreken over hoe zij vanuit hun verantwoordelijkheid met het dossier zijn omgegaan?

Zij kunnen het huidig bestuur en andere betrokkenen thans te hulp schieten. Vanuit het Openbaar Ministerie bezien zou ik hen zeker over de affaire en hun inspanningen dienaangaande willen (ver)horen.

I rest my case. Voor dit moment.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Marcel Pheijffer (1967) is hoogleraar Forensische Accountancy aan de universiteiten Nyenrode en Leiden.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.