Opinie

Herzie interpretatie 'vertrouwelijkheid'

Marcel Pheijffer heeft al enkele malen gepleit voor meer openheid in transparantieverslagen. Nu adviseert hij KPMG om 'de vuile was maar buiten te hangen'. Dat gebeurt niet.

Die 'vuile was' wordt niet buiten gehangen, ook niet in transparantieverslagen. Het transparantieverslag van KPMG, gepubliceerd op 31 december 2013 (pagina 39 e.v.) geeft geen inzicht in wat er werkelijk is gebeurd. Het is niet veel meer dan het kort daarvoor gepubliceerde persbericht.

Stuitend is dat het verslag spreekt over schokkende feiten die intern niet waren opgemerkt. De feiten zijn door het Openbaar Ministerie naar voren gebracht. De interne controle en compliance hebben dus gefaald. Overigens is het nog maar de vraag of er echt niets bekend was. Eén van de verdachte KPMG-partners stelt in De Telegraaf van vandaag dat de feiten al sinds 2003 bekend waren.

Maar mogen we onder de huidige regelgeving wel meer transparantie verwachten? Vertrouwelijkheid is op grond van artikel 2 VGBA nog altijd een 'fundamenteel beginsel', dat van toepassing is op de accountant bij de uitoefening van zijn beroep. De interpretatie van dit beginsel staat het 'buiten hangen van de vuile was' danig in de weg en zal niet snel tot meer transparantie leiden.

Toch lijkt de roep om meer transparantie gerechtvaardigd. Dit volgt uit de existentiële positie van de accountant als vertrouwensman van het maatschappelijk verkeer. Deze positie wordt aangetast als de reputatie van de accountant in rechtszaken of door onderzoeken van de toezichthouder aan de orde wordt gesteld.

Daarnaast: is niet juist KPMG de ontwikkelaar van 'soft controls'? En pleiten deze 'soft controls' niet onder andere voor 'transparantie' en 'bespreekbaarheid'? De positie van vertrouwensman in het maatschappelijk verkeer is onverenigbaar met intransparantie en onbespreekbaarheid van de feiten.

De maatschappij heeft recht op meer informatie om te kunnen beoordelen of de accountant daadwerkelijk de vertrouwensrol kan waarmaken. Het 'onder de pet houden' van feiten tast de vertrouwenspositie alleen maar verder aan.

Het beroep heeft daarom behoefte aan een discussie over de inhoud en reikwijdte van het fundamenteel beginsel 'vertrouwelijkheid'. Dat cliëntinformatie niet zomaar in de openbaarheid kan komen staat buiten discussie. Maar geldt dit ook voor informatie over de accountant zelf, zijn professioneel optreden, zijn eventueel falen of zijn onvoldoende kritisch zijn? Dan gaat het niet meer louter om cliëntinformatie, maar over informatie over het professionele en kritische handelen van de accountant zelf.

Het handelen van de accountant zelf wordt thans geïnterpreteerd als '...van toepassing op de accountant bij de uitoefening van zijn beroep'. Daarom valt het volgens die interpretatie onder het beginsel 'vertrouwelijkheid'. Mijns inziens is deze interpretatie onjuist, contraproductief en kan zij grote schade aanbrengen aan de reputatie van de accountant. Er is meer transparantie nodig over het handelen van de accountant en dat moet niet door 'regeltjes' worden ingeperkt.

Voordat we 'vuile was' buiten gaan hangen lijkt het dus goed een inhoudelijk debat te voeren over de reikwijdte van het fundamenteel beginsel vertrouwelijkheid.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Prof. dr. Peter Diekman RA is partner van FourValue BV en hoogleraar aan de University of CuraƧao en de Anton de Kom Universiteit van Suriname.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.