Opinie

Corporaties, banken en cultuur

Vorige week is het rapport van de parlementaire enquêtecommissie woningcorporaties verschenen. Met uiteraard veel aandacht voor de Vestia-casus, alsmede de rol van accountants daarin.

Op dat laatste zal ik nu eens niet de focus richten, behoudens de volgende opmerking van de commissie over de straf die de Accountantskamer heeft opgelegd aan de Vestia-accountant die voorheen werkzaam was bij KPMG: ‘De commissie vindt het opmerkelijk dat de AFM geen hoger beroep heeft aangetekend tegen de milde straf.' Waarvan akte.

Nee, dit keer heb ik - mede omdat ik vrijdag een PE-cursus mocht verzorgen voor een kleine 60 bankaccountants - vooral gekeken naar de opmerkingen die door de commissie worden gemaakt over de rol van de banken. Dat leek me gepast voor deze lesgroep.

Aanvankelijk wilde ik met hen overigens spreken over de voor eerder dit jaar aangekondigde Publieke Management Letter van de NBA over de banksector, maar dat 'ei' moet kennelijk nog steeds worden gelegd. Is het zo lastig voor de beroepsorganisatie om (stevige) accountantslessen te trekken uit de affaires bij Van der Hoop, Icesave, ABN Amro, ING, Fortis, DSB en SNS?

Dus koos ik maar een ander onderwerp en de uitkomst van het rapport van de enquêtecommissie kwam voor mij als een zegen. Ik had namelijk verwacht dat de banken na 15 september 2008 - de val van Lehman - inhoud zouden hebben gegeven aan het door hen gepredikte adagium ‘de klant centraal'.

Maar helaas: 'De commissie constateert dat een groot aantal binnenlandse en buitenlandse banken het gebruik van complexe derivaten bij corporaties actief en soms agressief promootten. Daarbij waren commerciële overwegingen (winst voor de bank) in veel gevallen een belangrijkere drijfveer dan het klantbelang (corporaties indekken tegen renterisico's). Het adagium 'de klant centraal' staat ook op dit vlak in de praktijk vaak ver van het handelen van banken af.'

Het oordeel gaat vooral over derivatenproducten die ook na de val van Lehman ruimschoots zijn verkocht. De mening van de commissie verschilt overigens wel per bank, waarbij met name ING een positieve uitzondering vormt: ‘ING trekt, ondanks relatief beperkte posities, uit de reactie van Vestia de ultieme consequentie om de kredietrelatie met een belangrijke en potentieel winstgevende klant op te zeggen. Dat blijkt achteraf een verstandig besluit en getuigt van goed klantbeheer.'

Over de meeste andere banken is de commissie weinig positief, blijkens de volgende citaten:

  • 'Veel van de producten die de banken hebben verkocht, zijn niet passend voor een woningcorporatie en hebben niets te maken met het primaire doel, het verminderen van renterisico's.'
  • 'De banken hebben hun risico's via het systeem van borging en achtervang afgewenteld op de sector en de overheid.'
  • 'Corporaties kunnen feitelijk niet failliet gaan en banken hebben hun risicobeoordeling hierop aangepast. Banken hebben daardoor het gevoel geen enkel risico te lopen bij Vestia (moral hazard). De commissie beoordeelt het handelen van de betrokken derivatenbanken als immoreel en verwerpelijk.'
  • 'Het opnemen van bepalingen in de derivatencontracten die het toezicht van de Minister onmogelijk maken, «getuigt van een buitengewone brutaliteit», zoals de agent van Financiën opmerkte. Dat deze bepalingen nog steeds in de contracten staan, is naar het oordeel van de commissie onacceptabel.'
  • 'De commissie beoordeelt deze opstelling en het gedrag van financiële instellingen tegenover woningcorporaties als kwalijk en afkeurings-waardig. Kritische zelfreflectie van de banken is op zijn plaats.'

Kortom, naar de mening van de commissie hebben de banken de lessen die uit hun crisis zijn getrokken, niet afdoende opgevolgd. Kan dat gezien worden als een (begin van) bewijs dat een gedrags- en cultuurverandering nog niet zo simpel valt te realiseren? Dat de woorden 'de klant centraal te stellen' snel en gemakkelijk worden uitgesproken, maar dat de omzetting van die woorden naar echte daden nog niet zo gemakkelijk is?

Ik meen dat deze vragen positief moeten worden beantwoord en werd daar vrijdag tijdens de PE-cursus voor bankaccountants in gesterkt.

Laat het een les voor ons als accountants zijn. Ook binnen ons beroep wordt - terecht - geroepen dat een gedrags- en cultuurverandering noodzakelijk is. Uitgesproken wordt dat het ‘publiek belang' alsmede 'kwaliteit' in de toekomst voorop zullen staan.

Maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Marcel Pheijffer (1967) is hoogleraar Forensische Accountancy aan de universiteiten Nyenrode en Leiden.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.