Opinie

Geheimhouding: wijze uitspraak van rechter

Als vertrouwenspersoon (van wie?) houden accountants graag alles geheim. Dat heeft op deze website al regelmatig voor heftige discussies gezorgd. Maar ook voor de rechter, die in deze onlangs een belangwekkende uitspraak deed.

Discussie ontstaat met name als de accountant door derden wordt gevraagd om openheid van zaken. Zelfs als een dergelijke vraag afkomstig is van officiële (onderzoeks)instanties.

Soms ontstaan zelfs gênante discussies. Bijvoorbeeld toen de Commissie Schutte in het onderzoek naar de hbo-fraude accountants van onderwijsinstellingen inzage verzocht in hun controledossiers.

Twee accountantskantoren gaven die inzage na daartoe verkregen toestemming van hun cliënten. Twee andere kantoren verleenden geen toestemming, zelfs niet na verkregen toestemming van hun cliënten. Deze twee kantoren hadden overigens de aanbesteding verloren om een deel van het onderzoek van de commissie op betaalde wijze uit te voeren. De kantoren die wel inzage in hun dossiers gaven wonnen (uiteraard) de aanbesteding.

Met de komst van de Verordening Gedrags- en Beroepsregels Accountants (VGBA) voor de VGC is de 'geheimhoudingsverplichting' verder dicht getimmerd. De accountant mocht ingevolge de VGC (bepaling A-140.7) zijn geheimhoudingsplicht verbreken indien dat 'maatschappelijk juist' zou zijn, maar deze bepaling is in de VGBA vervallen.

Helaas. Dit is immers hooguit in het belang van de cliënt die fout zit of een accountant die het feilen in zijn handelen en dossier niet wil blootleggen. Vanuit het maatschappelijk belang bezien is deze - door de beroepsorganisatie voorgestelde en door de leden geaccepteerde - versobering geen verbetering.

Ik heb tegen die versobering dan ook voor en in de ledenvergadering geopponeerd, overigens zonder enig succes.

Maar de rechter is in deze gelukkig wijzer dan de beroepsorganisatie en de ledenvergadering. Reeds meerdere malen heeft de rechter er blijk van gegeven dat de geheimhoudingsplicht niet absoluut is en opzij kan worden gezet.

Zo ook in een recente uitspraak van 4 februari jongstleden (Rechtbank Amsterdam, C/13/556447 / KG ZA 13-1549 AV/EB) en eerder in dezelfde procedure op 6 november 2013 (Rechtbank Amsterdam C/13/552938 / KG ZA 13-1336 AV/EB). De uitspraak ziet op een door mij al meerdere malen gepropageerde route om het accountantsdossier open te gooien, namelijk die van 843a Rechtsvordering.

Kort gezegd komt de 843a Rv-procedure erop neer dat een partij die een gerechtvaardigd belang heeft bij stukken uit bijvoorbeeld een accountantsdossier, deze kan opvragen mits maar specifiek wordt aangegeven om welke stukken het gaat. Het mag niet om een fishing expedition gaan.

Inzake de Fairstar/Dockwise-affaire vorderde een voormalig directeur van Fairstar stukken uit het accountantsdossier van KPMG. In die affaire gaat het om de vraag of de verplichting tot de aankoop van een nieuw schip al dan niet in de jaarrekening moest worden opgenomen.

Daarbij speelde verder de vraag of de accountant al dan niet weet had van het bestaan van een financiële verplichting, en zo ja: op welk moment.

De vraag van de voormalig directeur om afschrift van stukken uit het accountantsdossier werd (deels) toegewezen en wel met de volgende motivering:

'Hoewel met KPMG kan worden aanvaard dat zij, mede gelet op haar (contractuele) geheimhoudingsplicht, een gerechtvaardigd belang heeft bij de geheimhouding van haar controledossier, is de voorzieningenrechter van oordeel dat dit belang in het onderhavige geval tegen de achtergrond van genoemde beperking van het aantal en de aard van de te verstrekken bescheiden het belang van KPMG bij geheimhouding minder zwaar moet wegen dan het maatschappelijk belang dat in rechte de waarheid aan het licht komt.'

Een mooie uitspraak - let wel, hier wordt niet alleen de geheimhoudingsverplichting vanuit de VGC/VGBA opzij gezet, maar ook de wettelijke verplichting vanuit de Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta) - waarvan de advocatuur zeker gebruik gaat maken.

Waarheidsvinding en maatschappelijk belang gaan dus voor op de geheimhoudingsverplichting. Dit lijkt mij 'maatschappelijk juist'. Daar kan geen ledenvergadering, noch de NBA, tegenop.

Waarvan akte.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Marcel Pheijffer (1967) is hoogleraar Forensische Accountancy aan de universiteiten Nyenrode en Leiden.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.