Opinie

Oscar Hammerstein

Oscar Hammerstein is een markant advocaat. Onlangs schreef hij een boek ('Ik heb de tijd') met daarin zijn turbulente levensverhaal. Ik figureer in dat boek, hetgeen nostalgische herinneringen oproept aan mijn tijd als rechercheur bij de FIOD.

Het boek van Hammerstein draait om drie gebeurtenissen: het moment dat hij hoorde besmet te zijn met het HIV-virus, zijn aanhouding in verband met de vermeende betrokkenheid bij het witwassen van crimineel geld en de moord op zijn vriend Pim Fortuyn.

Het is de tweede gebeurtenis, in 1994, waarbij de wegen van Hammerstein en ondergetekende samen kwamen. Ik was toentertijd als FIOD-rechercheur werkzaam in het zogeheten Kolibrie-team. Een onderzoek waarin coderekeningen, drugsgeld en witwastransacties centraal stonden.

In 2007 schreef ik er al eens een blog over. Althans, met het Kolibrie-onderzoek in gedachte beschreef ik een (voor de blog gestileerde) witwastransactie waarin onder meer een notaris, belastingadviseur, accountant en advocaat figureerden.

Ik heb nooit onder stoelen of banken gestoken dat ik mijn tijd bij de FIOD als geweldig en verrijkend heb ervaren. Huiszoekingen, aanhoudingen, verhoren, administraties uitvlooien, geldstromen volgen, internationaal onderzoek, undercoveroperaties, inbeslagnames en wat al niet meer.

Kortom: een spannend jongensboek. Met soms illustere verdachten zoals Desi Bouterse en dus ook de flamboyante Oscar Hammerstein. De zaak van laatstgenoemde draaide om het witwassen van 17,5 miljoen gulden en was onderdeel van de grootste hasjzaak die toentertijd in Nederland speelde.

In zijn boek beschrijft Hammerstein diens aanhouding door een collega en mij. Voorts beschrijft hij ons: 'fanatiekelingen van de FIOD'. Mijn collega Edward (35 jaar) typeert hij als 'het type man dat zijn kleren opvouwt en netjes op een stoel legt voordat hij in bed stapt.'

En over mij: 'De tweede man, Marcel, was van dezelfde leeftijd of iets jonger. Meer een wetenschapper dan politieman; tegenwoordig is hij hoogleraar aan Nyenrode. Het kostte hem moeite om niet aardig te zijn.'

Oscar Hammerstein, een man met humor. De verhoren waren een uitdaging. Hij werd vaak vergezeld door Gerard Spong, zijn latere compagnon, en nog een andere advocaat. Verhoren met drie advocaten, waarvan eentje verdachte was. Boeiend, leerzaam en een intellectuele uitdaging.

De humor, niet zelden seksueel getint, blijkt ook uit de volgende passage in het boek: 'Toen de verhoren een paar dagen hadden geduurd, haalde een van beide rechercheurs een bekende truc uit. Hij zei mij dat ik hen niet langer bij hun achternaam hoefde te noemen maar gewoon Marcel en Edward kon zeggen. Dat had mijn instemming. Maar toen ze mij even later met Oscar aanspraken, maakte ik daar bezwaar tegen. Wat mij betreft was dat geen onderdeel van de afspraak. En zo kwam het dat ik beide rechercheurs dagenlang met hun voornaam heb aangesproken, terwijl ze mij knarsetandend meneer Hammerstein moesten noemen.'

Ik herinner mij het voorval en kan er nu smakelijk om lachen. Toentertijd vermoedelijk niet.

Hammerstein, homo in hart en nieren, vervolgt zijn vertellingen: 'Later pasten ze nog een andere verhoortruc toe. Ze zeiden mij dat ik hen ook weleens een keertje wat mocht vragen als ik daar behoefte aan had. Want nu waren zij steeds degenen die de vragen stelden. Dankzij mijn slechte inborst borrelde onmiddellijk de vraag op die daar gesteld moest worden: 'Hebben jullie het weleens met elkaar gedaan?' Dat was die middag meteen het einde van het verhoor en het zal lang geduurd hebben voordat ze een volgende verdachte die ingestudeerde vraag hebben gesteld.'

Deze anekdote herinner ik mij vreemd genoeg niet. Verdringing? Korsakov? Of is het nooit gebeurd? Enfin, ook hier kan ik smakelijk om lachen. Zelfspot.

Later beschrijft hij ons als zijn 'nieuwe lieve vrienden'. Over de verhoren schrijft Hammerstein: 'Vooral de eerste dagen werd er over de inhoud van het proces-verbaal veel langer strijd geleverd dan het verhoor had geduurd, zelfs met ‘mijn' FIOD-rechercheurs die fatsoenlijker waren dan alle andere FIOD-mensen bij elkaar.'

Overigens werd Hammerstein in diens strafzaak vrijgesproken. Bij de Rechtbank en het Hof. Het Hof voegde daar echter wel aan toe: 'Dat de omstandigheden waaronder aan verdachte advies is gevraagd en de wijze waarop de zaak ook naar zijn eigen verklaring aan hem is gepresenteerd, de conclusie rechtvaardigen dat hij lichtvaardig zijn diensten als advocaat heeft verleend en dat de verdachte onder die omstandigheden een nader onderzoek had dienen in te stellen naar de herkomst van het geld (....).'

Dat laatste is een zin die accountants in gedachten kunnen houden indien hun dienstverlening wordt gevraagd in foute zaken.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Marcel Pheijffer (1967) is hoogleraar Forensische Accountancy aan de universiteiten Nyenrode en Leiden.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.