Opinie

Aanfluiting

Ik heb deze week sterk getwijfeld of ik zou reageren op de publiciteit rond KPMG. Het leek me niet nodig: de pers had er druk mee en er verscheen (meer dan) genoeg. Bovendien ging het vooral over personen.

En ook: het meeste is al eens gezegd. Door bijvoorbeeld Gerben Everts (AFM), Jules Muis en/of ondergetekende. Zie in deze ook de vaak messcherpe analyses van ‘good old' Harry Mock of het boek Goed bestuur in de egoïsteneconomie van Hans Dijkstra. Zij verhaalden meerdere keren over besturingsmodellen, perverse prikkels, transparantie, de cultuur binnen accountantsorganisaties, over professie versus business.

Veelal werden de opmerkingen daarover weggehoond. Het was niet zo. Of dat was vroeger. Nu zou alles beter zijn. Er worden maatregelen genomen. Dat heeft tijd nodig, dus moeten buitenstaanders (vaak liefkozend ‘criticasters' genoemd) niet voor de troepen uit lopen.

Het doet me denken aan de volgende passage inzake de kwestie-Amarantis:

‘Bij Amarantis had de duiding vanuit de instelling steeds een bedekkend karakter; financiële problematiek was het gevolg van het verleden en er waren altijd ramingen beschikbaar om de gevolgen ervan over jaren in de toekomst uit te smeren. De problematiek werd begrijpelijk gemaakt, wat leidde tot enige mate van begrip en waardering voor de worsteling van de bestuurders van Amarantis. Daarmee worden feiten niet verdraaid of opgepoetst, maar wordt de crisis gecontextualiseerd. En daarmee feitelijk geneutraliseerd.'

En dat is precies wat het Accounting Establishment telkenmale doet als het lastig wordt: we krijgen verhalen met een bedekkend karakter, worden geconfronteerd met contextualiseren en neutraliseren. In transparantieverslagen, plannen van aanpak en andere beleidsdocumenten. Waar hebben de criticasters het eigenlijk over?

Zoals bij diverse kantoren nu wel gedacht zal worden: dit is het probleem van KPMG, maar niet van ons. Onzin, wat mij betreft. De probleemanalyse is voor andere kantoren niet veel anders. Ook daar zijn rotte appels met macht die de echte (cultuur)veranderingen tegenhouden.

De probleemanalyse van KPMG-voorman Jurgen van Breukelen was de afgelopen weken goed. Daar waar hij sprak over 'een archaïsch, naar binnen gekeerd besturingsmodel'.

Nog beter - meer naar de kern en het cultuurprobleem - was zijn analyse in het FD van heden: ‘KPMG was de afgelopen jaren bovendien een organisatie met een ‘sterke focus op de bottom line'. Anders gezegd: de partners waren zeer gericht op wat er aan het einde van het jaar voor hen overblijft. Vanwege de maatschappelijke rol van de accountant vindt Van Breukelen die focus nu onwenselijk. Het gaat om de eerste plaats om kwaliteit en integriteit, zegt hij.'

Maar waarom zijn er telkens weer van die bizarre uitglijders nodig om tot een dergelijke analyse te kunnen komen? Om te erkennen dat juist is waar anderen al veel langer op wezen? Om pijn te voelen in de eigen knip in het belang van de toekomstige generatie accountants en het maatschappelijk verkeer.

En hoe geloofwaardig kan je - intern en extern - nog zijn als je over een privébelegging van 23 KPMG-ers (is het dan nog wel privé?) moet zeggen: ‘In de huidige tijdgeest en met het voortschrijdende inzicht over wat we passend vinden, kom ik zelf ook tot de conclusie dat een initiatief zoals dat destijds is opgezet, nu geen goed idee meer zou zijn.'

Afdekken. Contextualiseren. Neutraliseren.

Bizarre uitglijders, die telkenmale weer een aanfluiting zijn voor een mooi beroep. Waarin vele, hardwerkende, goede accountants werkzaam zijn. Zij hebben het echter (nog) niet voor het zeggen. Maar oh, oh wat ergeren zij zich aan het zo langzamerhand dodelijke gebrek aan daadkracht van de hen vertegenwoordigende bestuurders.

Met Pieter de Kok - die daar in een reactie over repte - zou ik zo graag positieve berichten willen lezen en brengen. Die zijn er wel degelijk. Maar het smelt telkens weg als sneeuw onder de zon.

Met tegenzin heb ik het vandaag toch nog maar weer eens uitgelegd. Gesproken over ‘een aanfluiting voor ons beroep'. Voor radio en televisie. Ik hoop dat de tijd is aangebroken dat niet langer de boodschappers maar de problemen serieus worden aangepakt.

Ben benieuwd wat er morgen in de krant staat... 

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Marcel Pheijffer (1967) is hoogleraar Forensische Accountancy aan de universiteiten Nyenrode en Leiden.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.