NBA

Internal audit doet ertoe

Onlangs heb ik een NBA ronde tafelsessie voorgezeten over de directe ondersteuning van internal auditors ten behoeve van de jaarrekeningcontrole door de externe accountant. Aanleiding voor deze sessie was een consultatievraag over dit onderwerp in de aan te passen Verordening Accountantsorganisaties inzake assurance-opdrachten (VAO).

Tijdens deze sessie ontstond een levendige discussie over de toegevoegde waarde van de internal auditfunctie (IAF). Dat ging veel breder dan het aspect van directe ondersteuning. Er bleek een brede consensus te zijn dat de IAF een belangrijke rol speelt in de omgeving van control & governance in (meestal) grote ondernemingen en instellingen. De third line of defence zoals dat zo mooi heet. Een rol die zijn waarde heeft door de relatieve afstand van de dagelijkse operaties, de status aparte binnen de entiteit (met directe lijnen naar het audit committee/interne toezichthouders en een 'audit charter'), de kennis en kunde van de medewerkers en de kwaliteitszorg van de IAF als geheel.

Hoe zit het dan met de interactie met de vierde line of defence, de externe accountant? Die mag optimaal gebruikmaken van deze IAF, zo blijkt uit de controlestandaard 610 waarover ik in oktober 2013 schreef. Dat wil niet zeggen dat de externe accountant mag uitgaan van de blauwe ogen van de internal auditor, maar hij mag onder voorwaarden in belangrijke mate gebruikmaken van zijn werk. Die voorwaarden liggen in lijn met de hierboven beschreven kenmerken van de status aparte.

De praktijk is soms best weerbarstig. Dat een IAF van een multinational voldoet aan de randvoorwaarden uit Standaard 610.15 is in de regel niet zo ingewikkeld. Maar wat nu als het gaat om een afdeling van drie personen? En wat nu als het om niet-(afgestudeerde) accountants gaat? Of dat er alleen aan de cfo wordt gerapporteerd ? Dat zijn goede vragen die een robuuste dialoog opleveren tussen internal auditor en externe accountant. Uiteindelijk is het die laatste die zijn knopen moet tellen of hij kan steunen op deze IAF. In diezelfde praktijk kwam ik er met mijn collega's achter dat we soms de IAF weliswaar konden beschouwen als een sterke internal control, maar niet als interne controleur.

Toch was dat niet de belangrijkste conclusie van de rondetafelsessie. Die ging over de waarde van de IAF. Die is namelijk veel breder dan het ondersteunen van de externe accountant in het kader van de jaarrekeningcontrole. Operational audits, bijzondere onderzoeken en IT-scans zijn daarvan voorbeelden. Het is aan een hoofd IAD om als afdeling de kwaliteit te leveren die wordt verwacht en is gericht op het in control brengen en houden van de onderneming.

En juist aangewakkerd in een discussie met de externe accountant kan blijken dat de IAF extra kan bijdragen aan de totale governance van de entiteit door strakkere afspraken te maken op het gebied van kwaliteitszorg, opleiding en de plaats in de onderneming. En kan het ook de kwaliteit van de jaarrekeningcontrole door de externe accountant versterken. Ook dat is maatschappelijk van belang.

Peter Eimers, voorzitter Adviescollege Beroepsreglementering

Deze bijdrage is ook als column geplaatst in het meinummer van Accountant.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Peter Eimers is partner bij EY en hoogleraar Audit & Assurance aan de accountantsopleiding van de Vrije Universiteit te Amsterdam.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.