Opinie

Meten is weten, gissen is missen!

De discussie over accountancy bereikt in politiek en ook op deze site een kookpunt. Het risico is dat we het beroep dreigen te omgeven met maatregelen gebaseerd op beelden. Drie voorbeelden.

Vorige week debatteerde de Tweede Kamer over de accountancy in Nederland. Ook internationaal is er veel beweging.

Zo zijn accountants in de VS bezig om kritieke prestatie-indicatoren (kpi's ) te definiëren voor auditkwaliteit, zie bijvoorbeeld het CAQ paper. De resultaten moeten de stakeholders weer meer vertrouwen geven in accountancy en de verwachtingskloof verminderen. De kengetallen richten zich vooral op de processen binnen de audit firms, nauwelijks op de uitkomsten van het auditproces zoals opgenomen in het audit report.

Nergens zie je harde en meetbare kpi's van items die, door verbetering ervan, de verwachtingskloof zouden helpen dichten, zoals die betreffende going concern verwachtingen of fraude.

Het valt me op, dat het ook in de Nederlandse discussies bijna alleen maar gaat over zaken rond het auditproces en nauwelijks over de inhoud. Zelfs inzake de inhoudelijke verwachtingen van stakeholders wordt er veel gecategoriseerd en beschreven, maar heel weinig echt hard geïnventariseerd. Het recente onderzoek naar stakeholder-verwachtingen van KPMG gaf daarin gelukkig wat verbetering.

Bovendien gaat het overwegend over meningen (veelal van experts) en logische gevolgtrekkingen. Maar welke harde constateringen hebben we nu eigenlijk? Baseren we ons op de juiste feiten. Dat kan leiden tot verkeerde of onnodige maatregelen. Een paar voorbeelden:

Perverse prikkels

'Het gaat accountants alleen om (liefst veel) geld verdienen', lees je dan. Maar als een partner geen kwaliteit levert, dan wordt hij bij lichte vergrijpen zwaar in zijn winstaandeel gekort en bij grotere misstanden direct uit de auditpraktijk geschopt en meestal ook uit het kantoor. Verlies van het riante inkomen dus, na lang en hard werken om zover te komen. Wat weten we eigenlijk van de uitwerking van deze tegengestelde prikkels, behalve dat ze veel stress veroorzaken?

Zoiets geldt overigens ook voor de leiding van een kantoor, die structureel een behoorlijk partnerinkomen voor de volgelingen moet realiseren, met als tegenkracht bijvoorbeeld het mogelijk schaden van het eigen imago, dat van het kantoor en de hoon na AFM-uitkomsten, met alle mogelijke commerciële gevolgen.

Ook van de professoren in de discussies hoor je daar niets over. Wie breekt die zaak nu eens open en regelt een indringende enquête?

De controlesystematiek van accountants

Deze is er in hoofdlijnen op gericht te beoordelen of het bestuur van de organisatie deze in control heeft, mede op basis van een inventarisatie van risicogebieden. De AFM en interne gremia zien toe op de juiste uitvoering?

Maar hebben we vastgesteld of dit de optimale methodiek is? Voor alle sectoren? En is onze methodiek ook wel geschikt voor going concern beoordeling en het opsporen van fraude? Hebben we bijvoorbeeld gemeten of er ook geen onverwachte discontinuïteit optrad of fraude bij inmiddels door de AFM goedgekeurde dossiers?

Wat weten we over de kosten van de inhoudelijke componenten van accountantscontrole in de verschillende sectoren? En over de mogelijkheden en kosten van kwantitatieve data-analyse als alternatieve methodiek?

Continuïteit en fraude

Of accountants het willen of niet, stakeholders willen dat accountants met een nuchtere blik meekijken of de continuïteit van de gecontroleerde organisatie redelijkerwijs gewaarborgd is. Ook willen ze dat de accountant fraude van enige importantie opspoort. Accountantscontrole is van oudsher gericht op het beschrijven van de ontwikkelingen en de toestand op balansdatum volgens regels. Dat is heel wat anders dan het staven van verwachtingen voor de toekomstige ontwikkelingen. En natuurlijk, als je de fraude van gisteren niet opspoort heeft dat mogelijk gevolgen voor de continuïteit van morgen. Maar hebben we voldoende onderzoek gedaan of onze controlemethoden geschikt zijn om fraude op te sporen? Waarom scoren we zo laag (zie bijvoorbeeld het artikel van Evert-Jan Lammers in België?

Als buitenstaander heb ik te weinig literatuur gelezen om mijn indrukken te staven, ik opinieer dus ook weer op basis van beelden. Toch zou ik graag worden overtuigd van mijn ongelijk dat we accountancy dreigen te omgeven met maatregelen gebaseerd op beelden.

Natuurlijk, veel informatie zit verborgen in de schoot van de grote kantoren, goed afgeschermd achter het beroepsgeheim. Die obstakels moeten dan maar worden opgelost. Want hoe waar de beelden ook mogen zijn, zolang we niet kunnen constateren dat ze mogelijk onwaar zijn, is er nog veel werk aan de winkel voor de wetenschap, lijkt me.

Misschien aanleiding voor de grote kantoren om daarvoor eens wat meer transparantie te verschaffen en oplossingen te vinden voor het terechte punt van geheimhouding. Artsen vergelijken ook hun technieken en wijden ook niet uit over individuele patiënten.

Ik denk dat vele criticasters blij verrast zullen zijn over het vele werk en de serieuze inzet van velen in de controlepraktijk om de gecontroleerde bedrijven gedegen te beoordelen.

Maar, meten is weten en gissen is (vaak) missen!

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Jan de Rooy RA (1954) is zelfstandig adviseur en commissaris bij diverse ondernemingen en instellingen.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.