Opinie

Big four onder curatele en enige andere observaties

In de euforie van vorige week over het doorgaans goed ontvangen rapport van de Werkgroep Toekomst accountantsberoep, kreeg ik her en der kritiek op mijn FD-column 'Catharsis' van vrijdag. Kennelijk is het ongepast om feestjes te verstoren.

Daarom nu pas enkele aanvullende beschouwingen op mijn blog van afgelopen donderdag:

  1. De belangrijkste is dat ik in de diverse commentaren naar aanleiding van de verschillende rapportages (werkgroep, AFM, Erasmus en de brief van de minister), de observatie heb gemist dat de big four de facto onder curatele staan. De minister stelt in zijn brief aan de Tweede Kamer immers: 'Gegeven de kwaliteitsslag die nu nodig is, zal de AFM de komende periode jaarlijks gaan rapporteren over de Big4-organisaties.' Jaarlijkse rapportages, een breuk met het verleden.
  2. Hetgeen echter een logisch gevolg is van de woordkeuze van de minister, die van mening is dat 'de kwaliteit van de wettelijke controle onder de maat is' en dat er 'onvoldoende verbetering' heeft plaatsgevonden sinds de nulmeting vier jaar geleden, hetgeen hij - terecht - ‘onacceptabel' acht. Ik ga er overigens vanuit dat de jaarlijkse rapportages niet louter zien op de herstelmaatregelen, maar wederom ook een inhoudelijke toetsing van dossiers omvatten.
  3. Zo bleef ook onderbelicht dat de minister verder gaat dan de werkgroep als het gaat om de invulling van de raad van commissarissen van accountantsorganisaties. Daar waar de werkgroep wilde aansluiten bij de Code Corporate Governance door maximaal één intern lid toe te staan, gaat de minister een stap verder. Namelijk: 'Er mag één ‘intern lid' van de raad van commissarissen zijn, mits deze persoon niet onder de verantwoordelijkheid valt van het Nederlandse bestuur van de accountantsorganisatie. De uitzondering maakt het mogelijk voor accountantsorganisaties om één commissaris te benoemen die afkomstig is uit het buitenlandse netwerk.'
  4. Opmerkelijk is voorts dat de minister de leden van de raad van commissarissen door de algemene vergadering van aandeelhouders - de facto: de partners - wil laten benoemen, daar waar de werkgroep mijns inziens verder gaat door te stellen: ‘RvC-leden worden benoemd en ontslagen door de RvC zelf.' Dat laatste spreekt mij meer aan omdat het de macht bij de partners weghaalt: hun vriendjes zullen en kunnen niet zonder meer worden benoemd. Waarbij het overigens de vraag is of die vriendjes de geschiktheidstoets van de AFM wel zouden halen.
  5. De minister schept voorts de wettelijke mogelijkheid voor de AFM om bepaalde toezichtsinformatie met de raad van commissarissen van de controlecliënt te delen. Voorts komt er een wettelijke verplichting voor accountantsorganisaties om maatregelen te treffen naar aanleiding van AFM-bevindingen en wordt bezien of de handhavingsbevoegdheden van de AFM dienen te worden aangepast.
  6. De AFM krijgt kritiek op het feit dat de media aan de haal gaan met '45 procent onvoldoendes'. Mijns inziens is het AFM-rapport echter zuiver en wordt helder uiteen gezet dat 40 dossiers zijn getoetst, waarvan er 18 als onvoldoende zijn aangemerkt, hetgeen voor die populatie toch echt een percentage van 45 procent geeft. Of je dat nu linksom of rechtsom beziet. Dat maakt echt niets uit.
  7. Voorts krijgt AFM-bestuurder Gerben Everts een standje van onze voorzitter Huub Wieleman, die stelt: 'Tegelijk heb ik me wat verbaasd over de mondelinge toelichting door de AFM in de media. Je laten meenemen in insinuaties van een televisiejournalist over het bewust een oogje dichtknijpen: dat had ik niet verwacht van de onafhankelijke toezichthouder.' Ik heb het Nieuwsuur-item nog eens terug gezien en meen dat de AFM-bestuurder een keurig antwoord heeft gegeven: niet generaliserend de vinger op een zere plek leggend, wel de norm bevestigend. Maar los van zijn woorden: wil de voorzitter ontkennen dat er accountants zijn die soms bewust een oogje dichtknijpen? Dan wil ik hem aanraden zich eens te verdiepen in dossiers zoals: Innoconcepts (Deloitte), Landis en Van der Moolen (EY), Ballast Nedam (KPMG) en Econcern (PwC). Just to name a few.
  8. Voorts viel op dat de Big4 driftig verklaren dat bij de 18 'onvoldoendes' op basis van ontoereikende controle-informatie geen aanleiding bestaat om te veronderstellen dat de afgegeven controleverklaringen onjuist zijn. Dat is mooi, maar het brengt mij desondanks tot twee opmerkingen. Ten eerste dat een aantal door de AFM in hoofdstuk 6 van hun rapport genoemde controlemaatregelen mijns inziens vallen onder de categorie ‘onvervangbare controlemaatregelen'. En als die kwalificatie juist is: hoe kan je dan achteraf toch vaststellen dat de afgegeven verklaring juist is? Onvervangbaar is toch onvervangbaar, nietwaar? Ten tweede: de big four kunnen wel stellen dat de verklaringen juist zijn, maar ik zie liever dat de AFM dat onderzoekt en vaststelt. Verklaarden de big four de afgelopen jaren immers ook niet dat bij hen de kwaliteit op orde was? Ergo: als de AFM volgend jaar toch weer met een rapportage komt, dan kan dit aspect direct mee worden genomen. Toch?
  9. Een geheel ander punt. De werkgroep pleit voor een beroepseed. Voor mij volstrekt overbodig, ook al wordt in de bancaire sector wel een bankierseed ingevoerd. Zie in dat verband ook de kritiek van de Raad van State. Een verschil tussen bankiers en accountants is dat laatstgenoemden reeds een gedragscode gekoppeld aan tuchtrecht hebben en bankiers niet. Een dergelijke eed voegt voor mij pas iets toe als deze de vorm krijgt die Jules Muis eerder voorstelde, namelijk:
    'Ik, [naam, functie], ben van [datum] tot op heden werkzaam (geweest) bij [naam kantoor]. En verklaar hierbij dat mij uit mijn verbonden werkzaamheden van afgelopen tien jaar geen mogelijke kwade zaken bekend zijn (anders dan de zaken hieronder gesteld) [doorhalen indien niet van toepassing] die de reputatie van mijn kantoor belangrijk in gevaar kunnen brengen.
    Getekend, [naam]'
    Immers, alleen degenen die een dergelijke eed ongeclausuleerd afleggen kunnen bijdragen aan herstel van vertrouwen.
  10. Ik wees reeds op het doorgaans goed ontvangen rapport van de werkgroep. Ik laat mij door die ontvangst echter niet verblinden. Diverse commentaren laten immers ook zien dat de oorzakenanalyse van de werkgroep ondermaats is, hetgeen de vraag oproept voor welk probleem de aangedragen maatregelen dan precies de oplossing zijn. En of de oplossingen de juiste zijn voor niet-benoemde problemen. Voor een duidelijk betere oorzakenanalyse verwijs ik dan ook naar de AFM-rapportage.
  11. Anders dan Arjan Brouwer ben ik van mening dat we wel degelijk naar 'ouwe lullen' moeten kijken en de vraag mogen stellen of die geloofwaardig bij kunnen dragen aan het noodzakelijke veranderingsproces. Dat geldt niet alleen voor degenen die een onvoldoende hadden op een dossier, maar ook dient eens kritisch te worden gekeken naar OKB'ers, interne kwaliteitreviewers en de bemensing van bureaus vaktechniek. Binnen deze geledingen lopen er teveel rond die een verantwoordelijkheid dragen voor misstanden en kwaliteitsgebreken in het verleden. Die een beroepseed à la Muis niet kunnen ondertekenen.

Tot slot mijn FD-column. Was ik daarin te hard? Mijns inziens niet. Ik kijk namelijk over een langere periode terug dan die nadat de sector de opdracht kreeg (mei 2014) om met voorstellen te komen. Zonder een dergelijke opdracht en druk van buitenaf was er niets gebeurd.

Deloitte toonde geen schaamte, maar gedroeg zich juist schaamteloos door enige weken geleden de 'onvoldoendes' van de AFM als 'bevindingen' af te doen. Hoe geloofwaardig zijn bestuurders en leden van de Commissie Publiek Belang dan nog? Waarom denkt men toch telkens met dit soort 'streken' weg te komen? En komt Deloitte er ook bij de Amerikanen mee weg? Aldaar scoorde dit kantoor immers drie onvoldoendes op drie controledossiers.

KPMG wordt thans geleid door een bestuurder en zakenman - Jan Hommen - waarop accountants normaliter zouden moeten toezien. En niet andersom! Waarom wordt er wel naar hem geluisterd en eerder niet naar accountants als Martine Frijlink en Marc Hogeboom?

PwC - zo kunnen we nu wel vaststellen - heeft te lang geloofd dat zij de boel op orde hadden. Scheurtjes toonden zich vorig jaar toen ook dit kantoor in het kader van de adviescontracten op de AFM-radar verscheen. Toont het meest recente AFM-rapport aan dat zelfgenoegzaamheid en hoogmoed moeten worden vervangen door deemoed en schaamte? Aan u het oordeel. Bovendien: wat gaat er schuil achter het 'bijzonder onderzoek van de AFM' waarover PwC op pagina 55 van het transparantieverslag rept? Een onderzoek dat ook door de PCAOB wordt uitgevoerd?

En wie van de big four heeft de NBA de afgelopen jaren voorgehouden dat het plan van aanpak uit 2010 te mager was? Welk kantoor heeft de NBA écht gesteund om de noodzakelijke hervormingen tot stand te brengen? Wel kantoor neemt verantwoordelijkheid door een kandidaat als NBA-voorzitter voor te dragen die geloofwaardig is om de voorstellen van de werkgroep, de AFM en de minister met kracht te implementeren?

Ben ik zuur en wil ik het feestje van de sector verstoren? Geenszins. Laten we blij zijn dat het rapport van de werkgroep zo is ontvangen. Maar laat ons vooral ook realistisch blijven en met de voetjes op de vloer: we zijn er nog niet. Nog lang niet.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Marcel Pheijffer (1967) is hoogleraar Forensische Accountancy aan de universiteiten Nyenrode en Leiden.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.