Opinie

4400N: een gedrocht

Er loopt een consultatie over standaard 4400N inzake 'Opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden' (OSW). Leden worden opgeroepen daarop te reageren. Bij deze doe ik dat.

Het onderwerp OSW blijkt in de praktijk telkens vragen op te roepen: verstrekt de accountant bij de uitvoering van OSW nu wel of geen zekerheid? Uitspraken van de Accountantskamer riepen - onder meer op deze site - diverse malen (heftige) emoties op omdat de tuchtrechter diverse malen van mening was dat in concrete situaties door de accountant wél zekerheid was verschaft, terwijl dat bij de uitvoering van OSW niet de doelstelling was.

Enfin, nu ligt er een conceptstandaard 4400N. De toevoeging 'N' laat zien dat het een 'specifiek Nederlandse standaard' betreft. Om de internationale standaard te verduidelijken.

Maar doet 4400N dat ook? Wat mij betreft niet. Ter illustratie citeer ik de volgende kernpassage in het consultatiedocument:

'Van belang [is] dat de nieuwe Nederlandse standaard beter aansluit bij de bestaande IAASB-standaard. De uitdrukking 'no assurance is expressed' is nu vertaald als 'wordt geen zekerheid tot uitdrukking gebracht'. In de huidige standaard is opgenomen 'wordt geen zekerheid verschaft'. Daarbij moet in gedachten worden gehouden dat het bij assurance volgens de IAASB gaat over een overall conclusie bij een verantwoording. De nieuwe vertaling onderkent beter dat de accountant in de technische zin van de standaard geen zekerheid tot uitdrukking brengt, maar dat de gebruiker bepaalde comfort hieraan kan ontlenen omdat hij er vanuit mag gaan dat de accountant zijn werkzaamheden goed heeft gedaan en dat zijn bevindingen dus kloppen.'

Begrijpt u het nu beter? Ik niet!

'In technische zin geen zekerheid'?
'Bepaald comfort'?
'Er vanuit mag gaan dat bevindingen kloppen'?

Sorry hoor, maar met dit soort onduidelijk, halfslachtig, ondoorgrondelijk taalgebruik geef je geen verduidelijking. Integendeel: het schept chaos. Op een dergelijke standaard - naast bestaande internationale kaders - zit ik niet te wachten. U wel?

En ook de toelichting van Peter Eimers, onder meer voorzitter van het Adviescollege Beroepsreglementering, werkt weinig verhelderend: 'de accountant spreekt geen zekerheid uit maar - zoals de standaard zegt - hij voert wel toetsende werkzaamheden uit die hij ook kan uitvoeren bij een assurance-opdracht. Anders gezegd: de accountant gebruikt de gereedschapskist die hij ook hanteert bij een assurance-opdracht.'

'Wel de toetsende werkzaamheden van een assurance-opdracht'?
'Wel de gereedschapskist van een assurance-opdracht'?
Maar 'geen zekerheid'?

Klinkt als een timmerman die met een hamer gaat schilderen. Of een schilder die met zijn kwast een spijker op de kop wil slaan. Moet je allebei niet willen.

Accountants die geen aansprakelijkheid willen aanvaarden voor de werkzaamheden die zij verrichten krijgen vast een warm gevoel bij de taalkundige exercities van de regelgever. Maar dienen wij het maatschappelijk verkeer hiermee? Krijgen de diverse belanghebbenden net zo’n warm gevoel? Ik niet: 4400N voelt als een koude douche.

Bovendien: het consultatiedocument stelt de accountant centraal en niet het maatschappelijk verkeer en het publiek belang. Dat blijkt reeds uit de vraagstelling: heeft de standaard gevolgen voor uw praktijk? Is duidelijk hoe u uw bevindingen moet rapporteren? Nergens staan specifieke vragen gericht op het publiek belang. Wel worden simpele voorbeelden van OSW gegeven, maar 'hot potatoes' komen we niet tegen.

Het maatschappelijk verkeer wil duidelijkheid. Het hecht waarde aan de naam, reputatie en de handtekening van de accountant. Arnold Schilder (voorzitter IAASB) legt het altijd uit met de volgende anekdote:
'Ik vergeet nooit een bankier bij mij om de hoek in Almere toen ik zelf nog openbaar accountant was. Ik had een samenstelopdracht uitgevoerd en begon uit te leggen dat het geen accountantscontrole was. Waarop hij zei: "Meneer Schilder, zodra ik uw handtekening zie staan, weet ik genoeg." Die man ontleende daar vertrouwen aan, op gezag van de praktijkbeoefenaar.'

En zo hoort het te zijn: eenieder moet kunnen vertrouwen op de handtekening van de accountant. Want wie is er nu zo juridisch geschoold dat hij of zij alle mogelijke disclaimers en woordspelletjes in standaarden kan ontleden en doorgronden? Indien je als accountant geen heldere taal kunt (of wilt) spreken, spreek dan niet.

Concluderend: de nieuwe standaard is hooguit extra voer voor de Accountantskamer om alsnog orde in chaos te scheppen. Met ongetwijfeld weer heftige reacties in haar richting tot gevolg.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Marcel Pheijffer (1967) is hoogleraar Forensische Accountancy aan de universiteiten Nyenrode en Leiden.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.