Opinie

Waarom het IFAC-onderzoek geen waarde heeft

Accountants zijn gewend twee Socratische vragen te stellen als een statement wordt gemaakt: wat bedoelt de zender en is wat de zender zeggen wil waar? Het is bijzonder te zien dat zelfs een body als de International Federation of Accountants (IFAC) deze twee vragen NIET stelt als zij zelf een onderzoek doen onder hun achterban.

Onlangs publiceerde IFAC een onderzoek naar de relatie tussen regelgeving en innovatie. Een van de sleutelvragen van IFAC leest als volgt: Regulation is impacting organization’s opportunity to innovate.

Vol trots laat IFAC weten dat 63 procent van de respondenten deze mening is toegedaan.

Nu, laten we de twee Socratische vragen stellen: wat wil de respondent zeggen en is het waar wat hij zegt?

IFAC dwingt de respondent tot een uitspraak: regulering veroorzaakt innovatie (positief of negatief). In feite is de vraag onbeantwoordbaar, omdat voor de respondent niet duidelijk is of wordt gevraagd of regulering positief dan wel negatief geassocieerd is met innovatie. 

Voorts zullen de respondenten van elkaar verschillen over de vraag hoe omvangrijk de innovatie is, en hebben zij een mening over of regulering goed is of fout. Bovendien zijn 'goed' of 'fout' ongenuanceerde kwalificaties, omdat de denkende respondent zal weten dat er goede (verifieerbare) regulering bestaat en slechte (makkelijk te omzeilen en/of onnodig).  Het is daarom sterk de vraag of we wel weten wat de respondent precies bedoelt als hij zegt dat regulering innovatie beïnvloedt.

Dan de vraag zelf: 'Regelgeving beïnvloedt de mate waarin bedrijven kunnen innoveren.'

Deze is wat we in vaktermen noemen dubbelloops, zoals een jachtgeweer. Dat wil zeggen dat de vraag zodanig is gesteld dat van de respondent aan moet geven in welke mate een wijziging in A (regelgeving) een wijziging in B (innovatie) tot gevolg heeft.

Zo'n vraag heeft als probleem dat er een implicatie in wordt gelegd, namelijk dat zo'n verband bestaat. We weten dat dit tot gevolg heeft dat de respondent zijn ankerpunt legt bij de aanwezigheid van zo’n associatie. De kans dat hij dan 'vindt' dat de associatie bestaat, neemt toe door de vraagstelling.

Nu kun je zeggen dat iedereen is ge-primed en dat je dus naar de variatie in de beantwoording moet kijken. Maar het grote probleem van de vraag zit hem in het feit dat zowel de mate van regelgeving als de mate van innovatie aan meetfout onderhevig is. Hierdoor weten we niet of het antwoord van de respondent signaal (daadwerkelijke regelgeving) op signaal (daadwerkelijke innovatie) weergeeft, of error (meetfout in mate van regelgeving) op error (meetfout in mate van innovatie).
Wellicht is in de omgeving van de respondent de innovatie teruggelopen maar is dit toe te schrijven aan economische condities en heeft het NIETS te maken met regelgeving. Echter, de respondent denkt dat dat zo is! Het antwoord van de respondent is daarmee onbetekenend.

Er bestaat een oplossing voor dit probleem: meet de mate waarin regelgeving is gewijzigd met een index over het afgelopen jaar en meet de innovatie van de betrokken bedrijven zo feitelijk als mogelijk. Als archiefdata ontbreken, zou men kunnen vragen: in welke mate is de regelgeving in de afgelopen periode gewijzigd (toename, gelijk, afname) en in welke mate is er geïnnoveerd in de afgelopen periode (toename, gelijk, afname). We moeten dan kijken naar de relatie tussen deze twee antwoorden, controlerend voor economische condities e.d.

Overigens bestaan er vele onderzoeken die gebruik maken van archiefdata op basis waarvan de uitspraak over de relatie regelgeving-innovatie is onderbouwd. Als archiefdata ontbreken, en dat is een feit als het de toekomst betreft, dan zou men kunnen vragen naar voorspellingen per onderwerp (mate van regelgeving, mate van innovatie, maar dus ook veronderstelde economische condities). Elk onderwerp moet apart worden gemeten.   

Jammer dat IFAC niet een deskundige in surveyonderzoek heeft ingeschakeld; een accountantsorganisatie onwaardig! Immers, onze regels schrijven voor dat als we zelf een audit niet kunnen uitvoeren we een deskundige moeten inschakelen.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Jan Bouwens is hoogleraar accounting UvA en research fellow University of Cambridge.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.