Opinie

Bij de klacht van PwC

Wat transparantie vooraf: ik ben voormalig werknemer van PwC, voormalig werknemer van de AFM, ik heb een niet geheel onzichtbare bijdrage aan de Wta en aan de opzet van het accountantstoezicht mogen leveren. Die ervaringen kleuren mijn mening. In het navolgende zijn zowel feiten als meningen verwerkt. Mijn inschatting is dat de beoogde lezers dat onderscheid kunnen maken zonder dat ik dit steeds specifiek aangeef.

Het is al weer even geleden dat PwC (en overigens ook EY) een klacht indiende over het optreden van de AFM, met name tegen de boete die de AFM heeft opgelegd voor het niet naleven van de zorgplicht. Op basis van daarvoor geldende termijnen ga ik ervan uit dat de AFM zich inmiddels over die klacht heeft uitgesproken. Helaas weten we nog niet wat daarvan de uitkomst is geweest. Al kunnen we dat misschien wel raden.

Als bestuursorgaan waarop de algemene wet bestuursrecht van toepassing is, spreekt eerst de AFM zelf zich uit over een klacht over haar optreden. De klacht heet dan 'bezwaar'. Als PwC zich niet kan vinden in die uitspraak kan ze haar klacht voorleggen bij de rechtbank Rotterdam. Dan heet het 'beroep'. Als de hele procedure is afgerond zullen we weten wat de gevolgen zijn voor de inrichting van het toezicht in de toekomst.

Het stelsel waarbij een bestuursorgaan eerst zelf als het ware recht spreekt over haar eigen handelen wordt in Nederland veel toegepast. Het is efficiënt, het maakt dat de uitspraak over een klacht met inhoudelijke deskundigheid wordt gedaan, terwijl via de rechter toch volledig onafhankelijke uitspraken worden gegarandeerd.
Om het stelsel goed te laten werken is wel nodig dat de AFM haar eigen handelen onpartijdig bekijkt. Daarom mogen personen die een bezwaar behandelen niet dezelfden zijn als degenen die de bestreden beslissing hebben genomen.

De wetgever rekent sterk op die onpartijdigheid. Het is in dat licht wel wat zorgwekkend dat AFM-bestuurder Gerben Everts kennelijk de interne procedures niet hoeft af te wachten om al te weten dat PwC met haar bezwaar geen poot aan de grond gaat krijgen. Dat bleek althans uit een weergave door het Financieele Dagblad. Bewust of onbewust geeft de AFM-bestuurder hiermee het signaal af dat we de onpartijdigheid van de interne behandeling van een bezwaar niet al te zwaar moeten opvatten. Het is een open uitnodiging aan PwC om maar vast een beroep bij de rechtbank te gaan voorbereiden. Ik durf wel te voorspellen dat aan de rechtbank ook zal worden gevraagd hoe de uitspraak van Everts moet worden geduid in het licht van een eerlijke rechtsgang.

Inhoudelijk

Heeft PwC, los van dit soort meer procedurele zaken, inhoudelijk een punt? Het gaat ze kennelijk niet om de boete. Mocht PwC die terugkrijgen, dan wordt die aan een goed doel gegeven. Dus er is geen financieel belang bij deze zaak.
Uit de boetebesluiten en uit reacties in de pers kon de indruk ontstaan dat het om twee mogelijke zaken gaat:
Kinderachtigheid van PwC. Altijd een voldoende rapport krijgen en dan ineens bij 'de rest' worden gerekend kan pijn doen. Wie het boetebesluit leest kan de indruk krijgen dat PwC ergens echt gedacht moet hebben "de rest doet het veel slechter, dus moet je ons met rust laten!".
PwC begrijpt artikel 14 van de Wta niet en probeert haar verantwoordelijkheid als vergunninghouder af te wentelen op haar individuele medewerkers of partners. Artikel 14 zegt immers dat PwC een zorgplicht heeft. PwC lijkt die te interpreteren als "we doen ons best, maar als het fout gaat kan je ons dat niet aanrekenen". Zou dat echt een denkfout zijn? Ja, dat zou het zeker zijn. PwC is verantwoordelijk voor de kwaliteit onder de Wta; de individuele accountant kan tuchtrechtelijk aangesproken worden maar dat neemt de verantwoordelijkheid van PwC niet weg.

Mijn indruk is echter dat het bezwaar ergens anders over gaat: de Wta vraagt van de AFM toezicht te houden op een kwaliteitssysteem. Daarbij past naast gegevensgerichte controle vooral systeemgerichte controle. Deze twee moeten met elkaar in balans zijn; de omvang van de gegevensgerichte werkzaamheden wordt mede bepaald door de waargenomen opzet, bestaan en werking van het systeem.

Voor zover ik de Wta ken en begrijp is dat inderdaad de bedoeling geweest van de wetgever: de AFM beoordeelt het kwaliteitssysteem en kan daarbij mede gebruikmaken van dossiertoetsingen. Maar niet alleen; de controlerichting is dan immers slechts positief. Voor een negatieve controlerichting zou de AFM de informatie van de klant moeten bekijken, om te zien of alles wel door de accountant is beoordeeld.
Artikel 51, eerste lid van de Wta regelt precies de daarvoor benodigde bevoegdheid. De AFM mag niet alleen informatie opvragen bij de accountant (positieve controlerichting) maar bij ‘eenieder’ (negatieve controlerichting).
Naar mijn waarneming heeft de AFM nog nooit van dit instrument gebruik gemaakt.

Inzicht

Uit de zienswijze bij het boetebesluit en het persbericht van PwC naar aanleiding van haar bezwaar kan worden opgemaakt dat PwC vindt dat de AFM evenmin opzet, bestaan en werking van het kwaliteitssysteem toetst, maar zich beperkt tot een statistisch veel te kleine gegevensgerichte deelwaarneming. Vraag is of op basis daarvan überhaupt een conclusie kan worden getrokken over het systeem van een kantoor. Van een accountant wordt in ieder geval meer verwacht als hij een oordeel moet geven over een proces of systeem.

Het inzicht dat deze procedure kan opleveren kan belangrijke gevolgen hebben voor de wijze waarop de AFM in de toekomst toezicht houdt: van gegevensgerichte deelwaarnemingen naar beoordeling van processen en interne controles binnen de kantoren. Een wijze van toezicht die niet alleen een oordeel over het systeem kan opleveren, maar de AFM ook in staat stelt concrete aanbevelingen te doen over gebieden waarop een kantoor zich kan of moet verbeteren. Iets dat tot nu toe achterwege is gebleven en pas met het toezicht op de implementatie van de verbetermaatregelen enigszins gebeurt.

In dat licht is het voor zowel het accountantsberoep als voor de AFM, en uiteindelijk ook voor de politiek, te hopen dat deze kwestie voorgelegd wordt aan de rechtbank. Dat is immers bij uitstek de partij die de vraag kan beantwoorden of de AFM de wet nu uitvoert zoals deze kennelijk bedoeld is, of niet.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Arnout van Kempen di CCO CISA is Senior manager Risk & Compliance bij Baker Tilly. Hij schrijft op persoonlijke titel. Hij is lid van de Commissie Financiƫle verslaggeving & Accountancy van de AFM en lid van de signaleringsraad van de NBA. Daarnaast is hij diaken van het bisdom 's-Hertogenbosch.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.