Opinie

Horzel-accountant die meedenkt

Ik ben blij met de reactie van Marcel Pheijffer in zijn artikel 'De meedenk-accountant' op mijn eerdere bijdrage. Nuttig om zo de standpunten wat scherper te krijgen. Bovendien is het goed dat hij wat nuanceert dat de aangehaalde bestuurders "met de rug naar het verleden" en in "een grot" hebben geleefd en een onredelijke verwachting hadden.

Toch kom ik nog een keer terug op de 'angsthazen' thematiek, omdat ik meen dat er nu een belangrijk punt naar voren komt. Daar zitten ook de gedeeltelijke verschillen in opvatting.

Ik ben het met Marcel Pheijffer eens dat er veel fout is gegaan in de accountancy door (te) commerciële drijfveren. Die hebben vast en zeker regelmatig geleid tot onvoldoende controle in kwantiteit, kwaliteit en objectiviteit (de rechte rug). En de AFM heeft vast en zeker gelijk als ze mankementen vaststelt in de uitvoering van controles en/of afwijkingen van organisatorische voorschriften voor accountantskantoren. En het is waar dat het maatschappelijk verkeer hierdoor werd geschaad en mogelijk weer wordt.

Maar stel dat je dit allemaal oplost, ben je er dan? Veel artikelen van Pheijffer suggereren (of ademen tenminste een sfeer uit) dat dit inderdaad zo zou zijn. Daarin verschil ik met hem van mening. Bovendien zie ik als gevaar dat door al te rigide maatregelen en optreden het gewenste doel van adequate accountantscontrole juist niet wordt bereikt. In mijn ogen bedreigt dat zelfs een optimaal functioneren van accountants.

Is het inderdaad zo dat als de AFM straks zou melden dat zij geen opmerkingen heeft, fouten in het oordeel zijn dan uitgesloten? Zolang de AFM bij haar controles uitgaat van de risico-inschatting (het vertrekpunt voor de controle) door de accountant zelf, zonder daar een eigen oordeel over te kunnen vellen, doordat ze de gecontroleerde organisatie niet zelf kent of leert kennen, blijft er in mijn ogen altijd een inherente onzekerheid bestaan. Hoe goed de interne samenhang tussen door de accountant gesignaleerde risico’s en de controlemaatregelen ook is. Ik zie dan nog maar even af van mogelijk wel beschreven maar onvoldoende of niet uitgevoerde controles. En daarnaast: in hoeverre staat vast dat er geen missers meer kunnen optreden bij naleving van het pakket aan regelgeving voor de organisatie van accountantskantoren?

In mijn artikel in het FD beschreef ik dat een volkomen controle natuurlijk niet aan de orde is. Kostbaar en nauwelijks uitvoerbaar. Ook schreef ik dat er een soort tijdsgeest in de oordelen zit ('collectieve wanen'). Accountantscontrole is er is altijd op gericht om een 'tenminste' zekerheid te verkrijgen op een zo efficiënt mogelijke manier. Zekerheid is er dus nooit! Het maatschappelijk verkeer (of belang) bepaalt die 'tenminste' zekerheid. Alleen heeft zij vele gezichten en vele opvattingen. Zij wil in ieder geval steeds betrouwbare cijfers en vooral geen verrassingen.

Verrassingen leg ik dan maar even uit als onverwachte trendbreuken in de cijfers, met een oorsprong in de periode waarover de jaarrekening al werd goedgekeurd. En dat reikt veel verder dan alleen de basale financiële registraties weten we. Dat raakt de brede beheersorganisatie, inclusief de governance en dergelijke.

Laten we ervoor zorgen dat we als accountants, 'geschiedschrijvers', ons niet weg laten drukken uit de beheersorganisatie door maar zo veel mogelijk er omheen te controleren, alleen op de jaarrekeningcijfers. Ik was laatst op een bijeenkomst van internal auditors. Die staan al klaar om dit gebied eigenlijk exclusief tot het hunne te maken. De relevantie van de externe accountant neemt dan nog verder af.

Vertrekpunt voor een goede controle is de strategie die de leiding van een organisatie heeft bepaald en de beheersmaatregelen die zij rond de uitvoering daarvan heeft ingesteld. Ondernemen is risico lopen, maar die moeten dan wel adequaat in beeld zijn bij de leiding. De accountant maakt een inschatting van risico's die worden gelopen, gegeven de kwaliteit van de aanwezige beheersorganisatie.

Gezien het bovenstaande is het maatschappelijk verkeer, waaronder ik nadrukkelijk ook alle stakeholders bij de organisatie rangschik, gebaat bij een accountant die dicht bij de leiding van de gecontroleerde organisatie staat. Natuurlijk ieder met zijn eigen verantwoordelijkheid; daarin zit de afbakening waarom Marcel Pheijffer vraagt. De leiding voor een succesvolle koers van de onderneming, de accountant voor een betrouwbaar oordeel.

Beide partijen hebben veel te verliezen: hun baan, hun reputatie. Dat wordt nogal eens vergeten. Ik ben dan ook niet zo bang voor die rechte rug. Mits perverse prikkels, zowel in de gecontroleerde organisatie (extreme bonussen en dergelijke) als in de accountantskantoren, opgeheven zijn en er voldoende pakkans bestaat.

Ik pleit daarom voor een horzel-accountant. In een rol van: "Sorry leiding, maar je bent tot iemand als mij veroordeeld en we kunnen er maar beter het beste van maken. Ieder vanuit onze eigen verantwoordelijkheid." En zo'n accountant mag best eens meedenken over dillema's waarmee een leiding zit. Net zoals journalisten niet schrijven over off the record informatie, moet een accountant dan bij de juiste verhoudingen niet worden afgerekend op zijn primaire stellingname.

Volgens mij krijg je dan vanzelf weer het soort gesprekken waar de geïnterviewden in het FD terecht om vroegen. Gesprekken die de accountant in staat stellen om een adequate controle op te zetten en te realiseren. In het belang van het maatschappelijk verkeer!

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Jan de Rooy RA (1954) is zelfstandig adviseur en commissaris bij diverse ondernemingen en instellingen.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.