Opinie

Corruptie

"Pon schikt voor miljoenen in zaak dienstauto's" was op 20 oktober 2016 de kop van een nieuwsbericht op deze site.

"Acht medewerkers van Pon hebben tussen 2001 en 2011 jarenlang politie- en defensiepersoneel omgekocht. Ambtenaren betrokken bij wagenparkbeheer of aanbesteding van dienstauto's kregen giften die niet door de beugel konden, zoals korting op winterbanden, goedkopere leasecontracten en onderhoud van hun wagen. Eén ambtenaar kreeg zelfs meerdaagse cruises over de Middellandse Zee aangeboden."

Uit het persbericht van het Landelijk  Parket blijkt dat het totaal van de giften aan ambtenaren over de periode van tien jaar de honderdduizend euro overschreed en dat het door Pon wederrechtelijk verkregen voordeel is vastgesteld op zes miljoen euro. Verhoogd met eenzelfde bedrag aan boete komt de schikking dan op twaalf miljoen euro.

Had de accountant die de jaarrekeningen heeft gecontroleerd deze corruptiepraktijken moeten ontdekken? Dat is een interessante vraag. Niet om hier iets te gaan vinden van het werk van de betrokken accountant. Het gaat me niet om de persoon en niet om het verleden, maar om de vraag wat er precies wordt verwacht van accountants als het gaat om ontdekken van corruptie in de huidige praktijk. De casus Pon gebruik ik alleen ter illustratie.

Ik heb de NBA-handreiking Corruptie er bij gepakt. Die is weliswaar nog  in concept (versie 14 juli) maar al wel aangepast naar aanleiding van de eerste consultatieperiode. Uitgangspunt van de handreiking is dat de accountant wordt geacht afwijkingen van materieel belang, als gevolg van corruptie, in de jaarrekening te ontdekken. Dat klinkt goed, maar leidt wel gelijk tot een vervolgvraag: Wat is in dit kader dan materieel belang?

De handreiking zegt: "Materialiteit (in kwantitatieve én kwalitatieve zin) houdt gewoonlijk het volgende in: afwijkingen (…) worden van materieel belang geacht indien daarvan redelijkerwijs kan worden verwacht dat zij een invloed hebben op de economische beslissingen die gebruikers op basis van financiële overzichten nemen."

Terug naar de vraagstelling: had de accountant van Pon de corruptie moeten ontdekken bij de controle van de jaarrekeningen in de betrokken jaren? Eerst maar kwantitatief: de giften aan ambtenaren bedroegen ongeveer honderdduizend euro over een periode van tien jaar. Niet alle jaarrekeningen van Pon over de betrokken periode zijn beschikbaar via Company.info. Maar op basis van de informatie die wel beschikbaar is, is duidelijk dat honderdduizend euro kwantitatief niet materieel is voor Pon, laat staan jaarlijks tienduizend euro (als de giften gelijkmatig zouden zijn verspreid over de jaren).

Kun je dan simpelweg zeggen dat de accountant de fraude niet had moeten ontdekken?

Nee, zegt de handreiking, je moet ook rekening houden met het kwalitatieve aspect. De vraag wordt dan: is de ambtelijke omkoping bij Pon naar zijn aard, ongeacht het kwantitatieve materieel belang, iets dat de accountant had moeten ontdekken? Wel als je als accountant professioneel oordeelt dat corruptie, ongeacht het bedrag, iets is dat de economische beslissingen beïnvloedt van de gebruikers van de jaarrekening. Maar hoe kun je als accountant inschatten wat de gebruikers (en dan ook nog als groep) zullen vinden? Zeker als daar nog enige onderbouwing voor wordt gevraagd en het dus meer is dan “ik denk”. Ik kan daar geen zinnig antwoord op geven.

Of is dat kwalitatieve aspect alleen maar van belang bij het beoordelen van gevonden afwijkingen en niet bij de planning van de controle? COS 320.6 zegt immers: "(…) Ofschoon het niet praktisch uitvoerbaar is controlewerkzaamheden op te zetten om afwijkingen te detecteren die mogelijk alleen uit hun aard van materieel belang zijn, neemt de accountant niet alleen de omvang, maar ook de aard van niet-gecorrigeerde afwijkingen en de specifieke omstandigheden waarin deze zich voordoen, in aanmerking bij de evaluatie van het effect daarvan op de financiële overzichten."

Dit zou voor de Pon-casus betekenen dat de accountant de corruptie niet had hoeven te ontdekken, gegeven het ermee gemoeide bedrag. En dat past dan ook weer: een jaarrekeningcontrole is iets anders dan een forensisch onderzoek.

Conclusie van dit verhaal: de COS en de NBA-handreiking zijn niet helder genoeg ten aanzien van wat er nu precies van een accountant wordt verwacht, als het gaat om het ontdekken van corruptie. Dat is lastig voor accountants zelf, maar ook niet helder voor de gebruikers van jaarrekeningen en het brede maatschappelijke verkeer.

Duidelijkheid scheppen betekent keuzes maken. Ik ben benieuwd naar de volgende versie van de NBA-handreiking.

In deze serie vertelt Marianne van der Zijde, ex-toezichthouder bij de AFM, hoe zij naar de accountancy kijkt, met als doel te helpen jaarrekeningcontroles leuker en beter te maken.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Marianne van der Zijde adviseert accountantsorganisaties en is voormalig hoofd toezicht kwaliteit accountantscontrole en verslaggeving van de AFM.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.