Opinie

Schaf de verplichte controles door accountants af, dan verbetert de kwaliteit

De bron van de achteruitgang van kwaliteit van de controle van de accountant is bekend: de verplichte controle. Niemand wil hem afschaffen.

In het FD van 1 december spreken Rik Blijham en collega’s hun teleurstelling uit over het feit dat de wetenschap het af laat weten als het gaat om het aanwijzen van oorzaken van crises. Zij verwijzen naar de financiële crisis en naar de vertrouwensbreuk tussen accountants en maatschappij.

In de eerste plaats wil ik vaststellen dat hun bewering niet waar is. Robert Shiller van Yale heeft jaren lang gewaarschuwd voor de nakende financiële crisis die wel moest ontspringen door ongebreidelde garanties en beleidsconcurrentie tussen landen, maar niemand heeft geluisterd. Zich baserend op het werk van Nobelprijswinnaar George Akerlof heeft Shyam Sunder (Yale) al in 2003 gewaarschuwd voor het feit dat sinds de verplichtstelling van de controle de prijzen van audits zijn gedaald en de gecontroleerde bedrijven zich nog nauwelijks op hun kwaliteit kunnen onderscheiden door voor de beste accountant te kiezen of door geheel van controle door de accountant af te zien.

Niemand heeft geluisterd naar Shiller en niemand heeft geluisterd naar Sunder. Ga dus niet zeggen dat wetenschappers de oorzaken niet kennen. Zij kennen de mechanismen die tot crises leiden, maar helaas luistert niemand zo lang het goed gaat. Banken mogen hun gang gaan tot we verdrinken in overkreditering en accountants mogen op prijs concurreren tot de kwaliteit door het ijs zakt. Tot de zaken fout lopen wordt de wetenschapper weggezet als ouderwets en onrealistisch om, als de crisis zich aandient, weg te worden gezet als nutteloos omdat men niet zou hebben gewaarschuwd.

Voor wat betreft de accountancy is de kwestie dat met de bij wet afgedwongen controle alle bedrijven over één kam worden geschoren. Daar waar controle niet is verplicht, kunnen bedrijven zich onderscheiden door voor een controle te kiezen. Door bovendien voor een accountant van goede naam te kiezen kan het bedrijf zich verder onderscheiden van andere bedrijven.

Sinds 1928 moeten grote Nederlandse bedrijven zich laten controleren en kunnen zij zich daarmee niet meer onderscheiden. Dat onderscheidend vermogen is nog verder verkleind doordat sinds 1978 ook de middelgrote (omzet van twaalf miljoen euro of meer) bedrijven zich moeten laten controleren.

Omdat de kwaliteit van de accountant van buitenaf toch al moeilijk is waar te nemen, werd deze verder vertroebeld met de verplichtstelling van de controle. Omdat bedrijven zich niet kunnen onderscheiden bij verplichte controle willen ze liever helemaal niet meer gecontroleerd worden en gaat men de prijs omlaag drukken om de omvang van de controle op een zo laag mogelijk niveau te brengen.

Nu de oplossing. Business komt tot stand als er wederzijds vertrouwen bestaat tussen handelende partijen. Hierbij speelt een belangrijke rol dat partijen onderling kunnen vaststellen met welke zekerheid zij erop kunnen vertrouwen dat de tegenpartij het verlangde kan en zal leveren. Daarin speelt de accountant een belangrijke rol. Helpt het dan dat de organisatie tot wettelijke controle wordt verplicht?

Het is veel beter als bedrijven signalen omtrent hun kwaliteit aan de buitenwereld (banken, aandeelhouders, afnemers, etc.) kunnen afgeven door voor de beste accountant te kiezen voor de controle van hun jaarrekening, in plaats van dat ze moeten kiezen uit een aanbod dat min of meer van een gelijkwaardige kwaliteit is. We moeten bedrijven dus vrij laten om te kiezen of ze zich wel of niet laten controleren. Maar niets wijst erop dat zo’n liberalisering zal worden doorgevoerd. Integendeel, de trend gaat in de richting van verdere regulering.

Regulering kan samengaan met verplichte controle zo lang men zich beperkt tot het afdwingen van kwaliteit en ophoudt de sector voor te schrijven waar en hoe men kwaliteit moet verbeteren. Kantoren moeten zelf de oorzaak van hun probleem (wellicht is dat een draak met vele koppen) opsporen en oplossen, daar hebben ze geen Monitoring Commissie Accountancy of Autoriteit Financiële Markten voor nodig. Zeker niet als deze toezichthouders vanuit de zijlijn gaan roepen dat zij weten waar de oorzaken liggen en aan de sector opleggen waar zij veranderingen moeten aanbrengen. De sector wordt dan gedwongen aandacht te besteden aan imaginaire problemen, waarbij de attentie wordt afgeleid van de oplossing van reële problemen: de vraag hoe zij de betrouwbaarheid van informatie kunnen veredelen in het tijdperk van blockchains en big data.

Deze opinie is ook opgenomen in het FD van 27 december 2016.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Jan Bouwens is hoogleraar accounting UvA en research fellow University of Cambridge.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.