Opinie

Derivaten en Vestia-accountants

Geloofwaardige communicatie wordt niet alleen bepaald door de inhoud, maar ook door de timing en de afzender.

Dat melk goed is voor elk, kan je als zuivelfabriek beter laten vertellen door een zorgzame moeder of een deskundige in witte doktersjas dan door de lachende ceo die uit zijn dikke BMW stapt. De boodschap blijft hetzelfde, maar het komt volstrekt anders over.

Accountants hebben nog wel eens de neiging om dit uit het oog te verliezen. Een Britse accountant maakte het deze week wel heel bont. Hij uitte in een interview grote zorgen over de mogelijke gevolgen van de verplichte roulatie van oob-accountantskantoren. Dit zou er toe kunnen leiden dat de big four niet minder maar juist meer marktmacht krijgen. Ook omdat zij zich misschien gaan richten op bedrijven in het middensegment, die zij vanouds overlieten aan de kleinere kantoren. En daar zit natuurlijk niemand op te wachten.

Van een partner van BDO of Mazars zou iedereen dat begrijpen. Maar hier sprak de head of audit van EY! Dat we verplichte roulatie niet moeten willen omdat EY dan meer klandizie zou krijgen, lijkt nou niet bepaald iets waar EY 's nachts wakker van ligt.

Ook de reactie van de NBA op de uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven inzake de vroegere Vestia-accountants riep verwondering op. Mede dankzij de prima toelichting door Lex van Almelo (zie 'Annotatie') mogen we concluderen dat er nu twee afgewogen oordelen liggen over het (helaas) vaktechnisch tekortschieten van de collega's die de controle van Vestia voor hun rekening namen. Zij hadden meer kunnen en moeten doen om een zelfstandig oordeel te vormen over de nogal uitbundige derivatenportefeuille bij Vestia. Niet op basis van misplaatste maatschappelijke verwachtingen maar vanwege de spelregels die we als sector zelf hebben opgesteld.

Inhoudelijk heeft de NBA niets aan te merken op de uitspraken. Maar de veroordeling van de beide accountants geeft volgens de NBA "een eenzijdig beeld van de eerdere problemen bij woningcorporatie Vestia". Tot wie richt de NBA zich met die kritiek? Het College van Beroep voor het bedrijfsleven en de Accountantskamer kan dit toch moeilijk verweten worden. Het tuchtrecht ziet nu eenmaal per definitie ‘eenzijdig’ op het vaktechnische handelen van een individuele accountant. Het is geen parlementaire enquête waarin een evenwichtig oordeel wordt gegeven over alle betrokkenen.

"In deze casus is sprake van een brede verantwoordelijkheid in de hele financiële keten", vervolgt NBA-voorzitter Pieter Jongstra. Het punt dat hij met deze open deur wil maken, ontgaat ons oprecht. Deze week tikte de AFM de bancaire sector bijvoorbeeld hardhandig op de vingers rond de handel in derivaten, die met name voor mkb-ondernemers steeds meer tot de woekerpolissen van het bedrijfsleven lijken uit te groeien. Ook inzake Vestia komen andere verantwoordelijken regelmatig aan de beurt, van de strafrechtelijke vervolging van de directie tot schadeclaims voor de commissarissen.

Mogen accountants daarom niet aangesproken worden op hun verantwoordelijkheid voor het toezicht op de juiste verwerking van derivaten in de jaarrekening? Bestaat in de publieke opinie het beeld dat accountants de grote boosdoeners zijn in het aansmeren van dubieuze financiële producten? Dat hebben we dan even gemist.

"Naast openbare accountants zijn ook interne en overheidsaccountants lid van de NBA. De grootste groep leden wordt gevormd door accountants die in het bedrijfsleven werkzaam zijn", besluit het bericht.
Nu zijn wij echt volledig de weg kwijt. Wil de NBA duidelijk maken dat accountants echt niet alleen bezig zijn om boekhoudtrucjes met derivaten over het hoofd te zien? Staan de accountants in business en overheidsaccountants luidkeels te gniffelen om de negatieve publiciteit die hun collega’s in de controlepraktijk oplopen? Of is de NBA de messen aan het slijpen om ook andere ledengroepen dan de openbare accountants massaal voor het vuurpeloton van de tuchtrechter te slepen vanwege hún aandeel in de derivatenpraktijken?  

De afdronk van de reactie van de NBA zal zeker voor de buitenwacht zijn dat de NBA kennelijk vreest dat het maatschappelijk verkeer eenzijdig de zwarte piet toespeelt aan de sector in het algemeen en de openbare accountants in het bijzonder voor alles wat er mis is gegaan met derivaten. Mocht die vrees al terecht zijn, waarvoor wij geen signalen zien, dan zijn de keurige oordelen over tekortkomingen in de accountantscontrole bij Vestia niet de beste aanleiding om te mopperen dat ook anderen, ja zelfs andersoortige accountants steken hebben laten vallen. Dat mogen anderen vertellen, graag zelfs, maar is niet aan de beroepsgroep zelf.

De NBA had kunnen volstaan met de vaststelling dat iedere accountantscontrole die niet voldoet aan de hoge kwaliteitseisen die het beroep zelf stelt, voor iedere accountant - in welke rol dan ook - een dwingende aansporing betekent om nóg meer aandacht te besteden aan de kwaliteit van haar of zijn werk teneinde zo het geschonden maatschappelijk vertrouwen terug te winnen. En zo zit het.

Wat de NBA bewogen heeft om op dit moment met deze reactie te komen en wat nu precies de boodschap is waarmee de NBA het publieke debat over de derivatenkwestie meent te moeten te kantelen, is ons nog steeds niet duidelijk. Wij zien een nadere toelichting daarom graag tegemoet!

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Marco Moling en Guus Ham zijn respectievelijk voorzitter en directeur van de Nederlandse vereniging van accountants en accountantskantoren (Novak), de belangenvereniging voor mkb-accountants.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.