NBA 28 juni 2016

Beroepstrots

Sinds de laatste algemene ledenvergadering van de NBA kunnen accountants hun eigen beroepseed afleggen. Dat is niemand ontgaan. Er zijn positieve en kritische geluiden. Maar zeker is dat zo’n 70 procent van de op de ALV aanwezige NBA-leden voor de invoering van de eed stemde.

Is er iets nieuws onder de zon? Advocaten leggen al heel lang een eed af. En doen dat ook heel graag, blijkt uit onderzoek. Dat geldt ook voor artsen. In die zin is het maatschappelijk verkeer in Nederland gewend aan een beroepseed. Daarom introduceerden bankiers kortgeleden hun eigen eed. Het is zelfs zo ingeburgerd, dat Youp van ‘t Hek blindelings ervan uitgaat dat accountants hun eigen eed hebben, blijkt uit een van zijn columns van augustus vorig jaar. Ook de huidige generatie van studenten vindt het belangrijk.

Door persoonlijk een eed uit te spreken, benadruk je integere beroepsuitoefening. En omarm je voor de samenleving zichtbaar je eigen beroepsregels.

Met onze eigen beroepseed zijn we voor de samenleving sterker aanspreekbaar op onze normen en waarden, die al waren vastgelegd in onze bestaande gedragscode. De invoering kreeg dan ook veel media-aandacht. Logisch, want een eed hoort bij elk maatschappelijk beroep dat bij wet is geregeld. Doordat we in ons beroep geen onderscheid maken tussen beroepstitel en opleidingstitel, is het logisch dat elke accountant een eed aflegt.

Een eed is een publiek statement dat je als beroepsgroep ergens voor staat. Wat het begrip ‘algemeen belang’ precies betekent, hebben we in de toelichting op de verordening uitvoerig behandeld. Met een beroepseed kijkt de samenleving vanaf de zijlijn voortaan nog intensiever mee. Voor professionals - zoals artsen, advocaten en parlementariërs - is dat gegeven een kwestie van beroepstrots.

Het doet mij goed te merken dat het voor de ruim vierhonderd accountants die de afgelopen vier weken de beroepseed aflegden, eigenlijk niet anders is. Diverse kantoren organiseren de komende maanden bijeenkomsten waar de eed wordt afgelegd, zoals incompany-bijeenkomsten en ‘summer schools’. Ik zie ernaar uit om daar bij te zijn.