Opinie

Hindsight & foresight

'Voorspellen is moeilijk, zeker als het de toekomst betreft.' Ik heb altijd begrepen dat deze spreuk oorspronkelijk uit China afkomstig is. Maar toen ik het opzocht bleek www.citaten.net het toe te schrijven aan wijlen Wim Kan, cabaretier van beroep.

Enfin, eigenlijk doet het er niet zo toe. Wat er wel toe doet is de vraag of voorspellen daadwerkelijk zo moeilijk is. Een vraag waarover ik nadacht nadat ik de oratie van de Leidse hoogleraar Insolventierecht Reinout Vriesendorp had aangehoord.

Diens oratie was getiteld ‘(Sh)It happens! Ook bij faillissementen’. Vriesendorp betoogt dat faillissementen niet behoeven te worden veroorzaakt door mismanagement en dat bestuurders na een faillissement ook niet zomaar aansprakelijk kunnen en moeten worden gesteld. Hij verwijt curatoren een tunnelvisie.

In zijn woorden: ‘Deze tunnelvisie miskent echter dat faillissementen ook veroorzaakt worden door ‘overmachtssituaties’ zoals economische tegenwind, terugtrekkende financiers of verlies van belangrijke klanten. In andere woorden: shit happens.

Aanvullend is de kritiek van Vriesendorp dat curatoren te vaak oordelen vanuit ‘hindsight bias’, een stelling die hij in zijn oratie verder heeft onderbouwd en uitgewerkt.

Voordat ik naar de oratie ging had ik wat tijd over en liep een boekwinkel binnen. Al snel viel mijn oog op een boekje over ‘foresight’. De exacte titel en auteur ben ik vergeten. Maar sindsdien – 24 juni jl. – dwarrelen ‘hindsight’ en ‘foresight’ telkens door mijn hoofd. En ik vroeg me af welk begrip voor de accountant eigenlijk belangrijker is.

Wat daar ook van zij, zeker is dat ‘foresight’ steeds belangrijker wordt voor accountants. Door de ‘big data’-(r)evolutie. Maar ook omdat accountants steeds meer worden geacht oog te hebben voor de duurzaamheid en continuïteit op de lange termijn van ondernemingen. Ofwel: als accountant niet alleen maar kijken in de ‘achteruitkijkspiegel’.

Daarnaast moest ik denken aan de OK-Score van Willem Okkerse. Een op fuzzy logic gebaseerd model leidt tot een observatie die iets zegt over de gezondheid van een onderneming, in samenhang met de door die onderneming gevolgde strategie. Okkerse gebruikt daarvoor twee afzonderlijke ratio's, die samengenomen tot een OK-Score leiden.

De eerste is de OK-Solvabiliteit, een praktijkgerichte aanpassing op de gebruikelijke berekening van de solvabiliteitsratio, dat wil zeggen de verhouding van de verschillende vermogenscomponenten, waarmee bepaald wordt in welke mate een bedrijf uiteindelijk in staat is om aan al zijn financiële verplichtingen te voldoen.

De tweede ratio is de OK-Ratio, die wordt opgebouwd uit de relatie tussen de verzamelingen cijfers van ten minste vijf opeenvolgende jaarverslagen. Omdat er 25 velden per boekjaar worden gehanteerd, worden - naast de vergelijking van alle gebruikelijke jaarlijkse ratio's - 7750 (1/2n*n-1, waarbij n=125) onderlinge verbanden gelegd.

De OK-Score heeft zijn waarde inmiddels wel bewezen, als voorspeller voor fraude en dreigende discontinuïteit. Tot op heden houdt het accountantsberoep zich echter afzijdig van de OK-Score. Zie bijvoorbeeld het rapport ‘In het publiek belang’:

Het is duidelijk dat een deel van de stakeholders verwacht dat accountants waarschuwen voor continuïteitsrisico’s. Dat is echter iets anders dan het voorspellen van een faillissement. De werkgroep is van mening dat de accountant relevante informatie kan verstrekken over continuïteitsrisico’s, maar dat het voorspellen van een faillissement van een andere orde is.
Sommige stakeholders wijzen op bestaande modellen zoals de Z-score en het OK-Score model van Okkerse. Kredietbeoordelaars gebruiken hun eigen modellen om dergelijke risico’s in te schatten. Men zou ervoor kunnen pleiten dat accountants die modellen gaan invullen en dan de uitkomsten communiceren naar de maatschappij. Naar de mening van de werkgroep is dat geen logische situatie en levert de accountant daarmee ook geen toegevoegde waarde. Marktpartijen hebben deze modellen zelf tot hun beschikking en kunnen op basis van de door de accountant gecontroleerde jaarrekeninginformatie deze zelf invullen en hun eigen conclusies trekken.

Het is voor mij nu niet de juiste plaats en tijd om op deze conclusies van de werkgroep in te gaan. Ik hou het op de constatering dat accountants moeite hebben de OK-Score te omarmen. Beleggers die het tegendeel deden, namen een verstandig besluit: degene die belegden in het OK-Score World Fund behaalden een significant hoger rendement dan bijvoorbeeld de beleggers in het wereldwijde I-Share Global 100.

Zou – modelmatig – voorspellen dan toch makkelijker zijn dan we denken? Zou vroegtijdig ingrijpen bij dreigende discontinuïteit kunnen leiden tot beperking van de schade? Zouden we als accountants op dit punt toch niet meer moeten doen dan we thans doen? Zouden we bijvoorbeeld niet meer aandacht moeten hebben voor de mogelijkheden van big data en modellen?

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Marcel Pheijffer (1967) is hoogleraar Forensische Accountancy aan de universiteiten Nyenrode en Leiden.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.