Opinie

Meedenk-accountant

Recent nam ik in het FD stevig stelling tegen een aantal bestuurders die hun wensen en verwachtingen ten aanzien van hun accountant kenbaar maakten. Ik kreeg daar ondersteunende reacties op, maar ook afkeurende. Bijvoorbeeld van Jan de Rooy (FD 10 september). Volgens hem ging ik "te ver", beschadigde ik bestuurders en zette ik de accountant op een dood spoor. De Rooy brengt enige - terechte - nuances aan, maar reageert ook overtrokken door mij een aantal dingen in de mond te leggen die niet gezegd noch bedoeld zijn. Daarom enige verduidelijkingen.

Ten eerste dit. Door medewerking van een aantal bestuurders is een artikel ontstaan waarin een karikatuur is neergezet van de accountant (angsthaas), de schuld bij regels en de toezichthouder (AFM) wordt gelegd, alsmede een oproep wordt gedaan voor een andere rol van de accountant (adviseur, sparringpartner, doen wat goed is voor het bedrijf). Ik reageerde primair op die karikatuur en die andere rol (samengevat: meedenk-accountant).

Ten tweede merk ik op dat het hier gaat om regels die noodzakelijk bleken omdat accountants niet de maatschappelijk gewenste kwaliteit leverden en is het zo dat de AFM als toezichthouder die kwaliteitsgebreken inmiddels onomstotelijk en pijnlijk heeft blootgelegd.

Ten derde: in het artikel (noch in de publiciteit daarna) hebben de opgevoerde bestuurders niet duidelijk gewezen op de grenzen van de rol van de controlerend accountant. Wanneer mag deze wel en wanneer niet als adviseur en sparringpartner optreden? Of: wanneer is advisering en het zijn van sparringpartner nog een logisch uitvloeisel van de controle van de jaarrekening en wanneer wordt het dienstverlening die naast de accountantscontrole plaatsheeft?

Die afbakening is van essentieel belang in de discussie. De Rooy noemt in zijn reactie voorbeelden van thema’s waar de accountant als uitvloeisel van de controle het bestuur van zijn cliënt kan dienen door zijn bevindingen te delen. Bijvoorbeeld als het gaat om de bevindingen van de accountant over de beheersing van primaire processen. Arjan Brouwer noemde op deze site het voorbeeld van het kritische gesprek dat je als accountant met je cliënt moet kunnen hebben over de impairmenttest of de strategie van de onderneming.

Ik ben het met dergelijke voorbeelden eens. Daar heeft de controlerend accountant inderdaad een (signalerende en daarna adviserende) rol ten aanzien van diens cliënt. We spreken dan over de natuurlijke adviesfunctie die direct voortvloeit uit de controleopdracht. Maar die afbakening wordt niet gemaakt in het gewraakte FD-artikel. Zoals daarin evenmin door de bestuurders is verwezen naar de lessen die moeten worden getrokken uit casuïstiek als Enron en Worldcom of in Nederland de bouwfraude. In dergelijke casuïstiek zaten accountants bij hun cliënt op schoot en kregen woorden als 'adviseur' en 'sparringpartner' een onjuiste invulling. Een discussie voeren over dergelijke woorden zonder daarbij daarbij de lessen uit het verleden te betrekken en grenzen aan te geven is gevaarlijk: je bent dan zo weer terug bij af.

Ten vierde: De Rooy legt mij in de mond dat ik de stelling aanhang dat de accountant er is "voor het maatschappelijk verkeer en niets anders": de accountant als politieagent van dat maatschappelijk verkeer. Ik heb dat echter niet zo ongenuanceerd gesteld.

Maar los daarvan: het is een grondlegger van de accountancy, Theodoor Limperg, die de accountant als "vertrouwensman van het maatschappelijk verkeer" heeft geduid, waarna dit begrip leidend is geworden in de positionering van de accountant. Het dienen van de belangen van het maatschappelijk verkeer vloeit voort uit de wettelijke taak van de accountant. Het dienen van het publiek belang staat centraal in de gedrags- en beroepsregels. Het dienen van het publiek belang staat ook voorop in een herstelrapport van de accountantssector. Dat de accountant het publiek belang dient, onderschrijft hij door het afleggen van de verplichte accountantseed. Die krijgt pas inhoud als de accountant doet wat deze zegt.

Is het vanuit dat perspectief dan zo gek dat het maatschappelijk verkeer en het publiek belang in de discussie over angsthazerij, regels en advisering worden betrokken? En in het fundamentele debat over taak en rol van de accountant? Naar mijn mening niet.

Deze opinie is ook opgenomen in het FD van 15 september 2016

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Marcel Pheijffer (1967) is hoogleraar Forensische Accountancy aan de universiteiten Nyenrode en Leiden.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.