Opinie

Vertrouwen

'Vertrouwen in de toekomst' is het motto van het nieuwe kabinet. Dat vertrouwen leek de Tweede Kamer niet meer te hebben in Jeanine Hennis, die zich net voor de eindstreep van Rutte II als defensieminister terugtrok. Ook de alom bewonderde Commandant der Strijdkrachten, generaal Tom Middendorp, moest het veld ruimen. Een verstandig besluit, zo vonden vriend en vijand. Want soms moet je zelf een stap terugzetten, om ruimte voor nieuw vertrouwen mogelijk te maken.

Het behoort niet tot de mores van onze beroepsorganisatie om de vertrouwensvraag te stellen. Ook bij de komende algemene ledenvergadering in december staat het onderwerp vertrouwen vast niet op de agenda. Toch is het de vraag of we dat niet zouden moeten toevoegen. Bij het politieke oordeel over het dodelijke ongeluk in Mali ging het niet om de vraag of de minister en de CdS persoonlijk iets te verwijten viel. De Ongevallenraad was vooral heel kritisch op de gebrekkige cultuur en structuur van het Defensie-apparaat, waardoor de veiligheid van uitgezonden militairen onvoldoende gegarandeerd kon worden. Een leiderschapswissel was volgens de wetten van de Haagse logica noodzakelijk om iedereen binnen Defensie duidelijk te maken dat het nu echt menens was én om een nieuwe leider de ruimte te geven om zonder last van het verleden schoon schip te maken. 

De noodzakelijke ommezwaai van de beroepsgroep, die in de zomer van 2014 zo voortvarend begon, lijkt al langere tijd vast te lopen op defensieve cultuur- en organisatiefactoren bij met name het accountancy establishment. Waar we met de forse zelfregulering door de 53 maatregelen aanvankelijk nog volop applaus kregen van de stakeholders, is het geduld inmiddels op. De reacties op het recent voorgestelde kwaliteitsmodel waren soms zelfs cynisch, met name van de kant van Eumedion, de institutionele beleggers die samen goed zijn voor 650 miljard euro aan belegd vermogen. Dat zijn toch mensen die normaliter over een bijzonder lange adem beschikken. Maar ook bij de AFM, de Tweede Kamer en de minister van Financiën begint de irritatie al maanden zichtbaar toe te nemen. Het onvermogen om echt door te pakken riep bij minister Dijsselbloem deze zomer zelfs de vraag op "of de sector wel op de goede weg is, of zij het vertrouwen verdient om zelf stappen te zetten en of het pakket aan maatregelen wel de kern van het probleem raakt". 

Je zou verwachten dat een sector waar het vuur zo aan de schenen kruipt meteen vaart gaat maken en doorpakt. Vreemd genoeg zien we daar niets van. We hebben nu een visiedocument dat bol staat van prachtige intenties en gladde beloften, maar weinig concrete plannen omvat. Hebben we nog steeds de illusie dat buitenstaanders, maar ook de beroepsgroep zelf, niet door zulke vrolijke luchtballonnetjes heen zullen prikken? De governancevoorstellen zijn na de duikvlucht van vorig jaar in de parkeerstand gezet. Alles wijst erop dat de oude plannen weer gewoon op tafel komen, simpelweg omdat er niets beters kan worden bedacht en de alternatieven van onder andere Novak worden afgewezen. 

Het is alsof de NBA bezig is om een brandweerwagen met lege banden naar voren te duwen, terwijl er van het brandende huis nauwelijks nog een sponning overeind staat. Critici die tot spoed manen krijgen steevast te horen dat ze niet zo moeten zeuren en iedereen toch zijn stinkende best doet om er het beste van te maken. Dat soort bezwerende prietpraat moet echt afgelopen zijn. 

Met de nodige aarzelingen hebben de leden de revolutie van 2014 in handen gegeven van vertegenwoordigers van de oude garde. Helaas moeten we vaststellen dat het niet tot het gewenste resultaat heeft geleid. Dat is geen eigen constatering, maar de indringende conclusie die onze stakeholders al lang hebben getrokken. Ook nu weer probeert het NBA-bestuur tijd te winnen door het echte debat naar het komende voorjaar over te hevelen en tot die tijd weer talloze gespreksrondes te organiseren. We kunnen net zo lang doorgaan tot we iedereen in Nederland geconsulteerd hebben, maar zo lang we weigeren ook echt iets met die feedback te doen heeft het allemaal geen zin. 

Bij de komende ALV in december kunnen de leden zich uitspreken over de beoogde nieuwe voorzitter. Nu de NBA weer een kandidaat uit de hemel van de Zuidas neer laat dalen hebben we daar weinig van te verwachten. Dat is (wederom) in strijd met de fusie-afspraak om het voorzitterschap onder RA's en AA's te laten rouleren. Met het vertrek van Anne-Marike van Arkel als algemeen directeur is er nóg een vacature vrijgekomen. Dat biedt ruimte om een nieuwe weg in te slaan. Om ook aan onze stakeholders te laten zien dat wij hun kritische signalen serieus nemen. Dat we stoppen met pappen en nathouden en het aandurven om weerbarstige thema’s op de agenda te zetten. Dat we geen genoegen nemen met loze beloften, maar de daad bij het woord willen voegen. Dat je geen revolutie kunt beginnen door de generaals uit het oude establishment te rekruteren. 

Om weer vertrouwen in de toekomst te krijgen is de gekozen koers van stapje voor stapje en organische groei onvoldoende. We hebben een radicale breuklijn nodig. Dat moment dient zich in december aan. Wij hopen dat de leden deze kans om echt te kiezen niet verloren laten gaan. En zich uitspreken voor kandidaten die kleur bekennen.  

Wij zijn beschikbaar om het verschil te maken.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Marco Moling en Guus Ham zijn respectievelijk voorzitter en directeur van de Nederlandse vereniging van accountants en accountantskantoren (Novak), de belangenvereniging voor mkb-accountants.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.