Opinie

Venijn

Het meta-debat over de bijdrage van hoogleraren-accountants aan het debat over de venijnige vraagstukken rond accountancy bevat meer persoonlijk venijn dan wenselijk is. Misschien valt een angel te verwijderen door de bredere context te schetsen en een breder perspectief te kiezen? Het gaat uiteindelijk om de rol van accountants in en bij mogelijke belangenverstrengeling.

Praktijkhoogleraren RA lijken mij gemiddeld te terughoudend in hun bijdragen aan het publieke debat over het beroep. Deels door hun niet-wetenschappelijke broodwinning. Deels door andere interesses. Deels door niet-publieke manieren om die verantwoordelijkheid te nemen. Vanuit individueel perspectief begrijpelijk.

Hetzelfde geldt voor fulltime hoogleraren RA. Bij hen is een oorzaak juist hun wetenschappelijke broodwinning. De ranking van hun faculteit. De druk om te publiceren in topjournals. Het ten koste gaan van je wetenschappelijke carrière als je teveel energie steekt in onderwijs en in debat dat niet bijdraagt aan ‘kennisproductie’. Ook begrijpelijk.

Ook meer zichtbaarheid van bestuurders en eigenaars van accountantsorganisaties en van NBA-functionarissen in het debat over het beroep ware wenselijk. Deels dragen ze liever achter de schermen bij, omdat dat vanuit hun perspectief beter werkt. Deels brengt verantwoordelijkheid, een positie hoog in een hiërarchie, afbreukrisico met zich mee. Je bent dan voorzichtiger met publieke uitingen.

Combineren van petten maakt extra voorzichtig in het publieke domein. Hiërarchische verantwoordelijkheid dragen maakt je ook kwetsbaarder in een debat dan wanneer je pensionado, anoniem, eenpitter of – zoals ik – een relatieve buitenstaander bent.

De bredere context, eind 2013 beschreven in De Groene, is belangenverstrengeling in de financiële sector. Kamervragen, zoals in 2013, 2016 en nu, gaan over dubbelfuncties tussen big four, banken en wetenschap. Belastingadviseurs trekken meer vuur dan accountants. Die werken echter voor een groot deel bij dezelfde big four. Dat raakt dus evenzeer het imago van accountants.

Voor verbinden en combineren van belangen zijn vaak goede argumenten. Wetenschap en financiële praktijk verbinden leidt tot maatschappelijk relevantere wetenschap, praktijkgerichter onderwijs en ter zake kundiger advies aan de politiek. Dan moet er echter wél voldoende publiek debat zijn over de belangen die daarin – onvermijdelijk – meespelen. En transparantie over dubbele petten.

Categorische veroordeling van dubbele petten is onterecht. Controle-technische functiescheiding is vaak onmogelijk en onwenselijk, bijvoorbeeld in kleine organisaties, met het oog op slagvaardigheid en in geautomatiseerde omgevingen. Zo is ook het scheiden van belangen steeds minder mogelijk en wenselijk door allerlei maatschappelijke ontwikkelingen. Het is vooral zaak om systeemprikkels weg te nemen die voldoende publiek debat belemmeren. Hoe meer publiek debat, hoe kleiner het risico van dubbele petten. Systeemprikkels wegnemen is een collectieve verantwoordelijkheid.

Zoals Marcel Pheijffer documenteert ontbreekt het niet aan goede voornemens bij de opening van academische jaren, in missieteksten van universiteiten en in kabinetsplannen voor de wetenschap. Zelfs in functiebeschrijvingen van praktijkhoogleraren. Noch een moreel appel op individuen, noch collectieve goede voornemens leveren voldoende publiek debat op om de financiële sector voldoende scherp te houden op onderwerpen als belastingontwijking en zelfverrijking.

Accountancy en meer specifiek deze website is een lichtend voorbeeld binnen de financiële sector. Ik ken geen enkele andere professie in die sector die er een vergelijkbare website op na houdt waar ‑ met alle beperkingen - openlijk gediscussieerd wordt over de kwalen en kwetsuren van het eigen beroep. Waar ook buitenstaanders welkom zijn. Dat komt denk ik voort uit de relatief sterke persoonlijke morele verantwoordelijkheid die accountants voelen, ondersteund door individuele ondertekening van accountantsverklaringen en nu door de beroepseed. De grenzen van dat debat liggen daar waar mensen zich – terecht - zorgen maken over de organisaties waarvan ze deel uitmaken (als ze bovenin de hiërarchie zitten), of voor hun posities daarbinnen (als ze onderin zitten).

Waar individueel moreel appel en collectieve goede voornemens onvoldoende zijn, is het zaak om dat publieke debat pro-actiever te organiseren. Dat lijkt me bij uitstek een verantwoordelijkheid voor de NBA, met deze website als uitstekende basis. Bijvoorbeeld door systematisch heikele onderwerpen aan de orde te stellen, met een aftrap door een NBA-functionaris. Door actief hoogleraren en partners van grote accountantsorganisaties uit te nodigen om daarop hun visie te geven. En door journalisten van andere media en sociale wetenschappers uit te nodigen om hier hun licht te laten schijnen over het beroep.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Wim Nusselder is ontwikkelingseconoom en werkt als public controller bij not-for-profit organisaties. Hij was in 2014 initiatiefnemer van de initiatiefgroep verbreding opdrachtgeverschap accountantscontrole en organiseert nu permanente educatie rond ‘Bouw vertrouwen, beperk beheersing’, desgewenst ook voor accountants.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.