Opinie

In de tijdruimten van overgang ontstaat onzekerheid

Recent was ik betrokken bij twee totaal verschillende aspecten van de ontwikkelingen in het accountantsberoep. Daarbij zocht ik naar houvast.

Eerst mocht ik een gesprek begeleiden tussen Peter Eimers en Philip Elsas, over de gouden kansen van hun visies tijdens een masterclass Smart Auditing. En daarna mocht ik voor Margreeth Kloppenburg één van de workshops verzorgen over onderwijsvernieuwing in de accountancy, tijdens haar symposium 'Rekenen op Goed werk'. 

Om uit te leggen waarom deze ver uit elkaar liggende onderwerpen grondslag voor de toekomst moeten zijn, had ik sterk behoefte aan houvast, om de essentie van het beroep te kunnen omvatten. Want een brug slaan tussen enerzijds spannende, soms futuristische discussies over control science en datascience in de omgeving van algoritmen, cybersecurity, procesmining en auditability, en anderzijds het werk dat verzet moet worden om verdieping en verbetering van het ethisch gedrag van de professionele beroepsbeoefenaar te realiseren, dat is nog wel even een dingetje…!

Dat houvast vond ik in het derde opstel van Limperg (MAB no. 9, oktober 1933): 'De functie van de accountant en de Leer van het gewekte vertrouwen.' Deze tekst staat bol van actuele punchlines. Limperg: visionair en tijdloze wijsgeer! Een dwarsdenker met scherpe uitspraken. Ik hou daar van.

Neem bijvoorbeeld zijn opmerking over de beperkte speelruimte van de individuele accountant voor persoonlijke afwijkingen op algemeen geldende normen: 'Slechts de technische inzichten van den accountant als vakman kunnen hier een rol spelen. De Leer sluit met name zijn overwegingen als koopman uit!' Zegt Limperg hier nu gewoon dat commercie de afwegingen van de accountant niet mag beïnvloeden, dus dat professionele oordeelsvorming niet door budgetafwegingen mag worden bepaald? Volgens mij wel!

Of deze: 'Meer dan in het vroeger besproken geval heeft de trage, de in bekwaamheid of door persoonlijke overwegingen in de uitoefening van het beroep bij den groei achterblijvende en ook de niet geheel te goeder trouw zijnde accountant de kans om aan een sanctie, welke gesteld wordt op onvoldoende uitoefening van het beroep, te ontkomen door een beroep op het ontbreken van een stellige norm.' Limperg durfde wel hoor. Hoe actueel is dit! Partijen doen grote schandalen liever af met een boete, zo onzeker is de stellige norm. Door het kopen van een aflaatbrief ontkomt de trage, onbekwame, in groei achterblijvende of foute accountant tegenwoordig aan werkelijke sancties.

Limperg begreep waarlijk de echte pijn van het beroep, de zich telkens herhalende problematiek, de valkuilen en onzekerheid over de normen die technologische ontwikkelingen met zich meebrengen. In zijn opstel maakt hij het glashelder: men gebruikt de diensten van de accountant om te voorzien in de behoefte van het verkeer. De behoefte schept de functie en bepaalt primair de taak, die wel redelijkerwijze wordt beperkt door het vermogen der controletechniek om in de behoefte van het verkeer te voorzien. De behoefte van het verkeer en de controletechniek zijn aan veranderingen en wijzigingen onderhevig. Dat gaat uiteraard niet gelijk op en zit altijd in een tijdsverloop. 'Den groei van de functie' noemt Limperg dat effect, ongeacht waar de primaire oorzaak voor veranderingen ligt: in de ontwikkeling van maatschappelijke waarden of in die van de controletechniek in brede en in engere zin, dus zowel de methoden als nieuwe technische mogelijkheden.

Nu meende Limperg dat die groei van de functie steeds een geleidelijk karakter heeft. Dat was allicht in zijn langzamere tijd nog zo, maar de exponentiële snelheid van technologische veranderingen en maatschappelijke adaptie zijn wel vaker een niet voorzien element in het bewezen gelijk van grote denkers en visionairs.

Wel heeft hij enorm gelijk in zijn volgende, weer zo rake, stelling: 'En dit betekent voor de praktijk en voor de toepassing van de Leer, dat er een tijdruimte (..van overgang, waarin zich nieuwe verkeerseischen ontwikkelen..) ontstaat van onzekerheid omtrent de inhoud van de functie en van het vertrouwen; een onzekerheid welke nog wordt vergroot doordat de nuttigheid van bepaalde methoden van werken en over de wenselijkheid van de verruiming der functie aanvankelijk in vakkringen zelden of nooit eenstemmigheid bestaat. Welke is onder die omstandigheden de norm van vertrouwen die voor de functie van de accountant geldt?' Neem even de verdeeldheid in het recente fraudedebat in ogenschouw, of lees gewoon dagelijks accountant.nl en u ziet dat hij gelijk heeft!

Het verkeer eist dus toepassing van nieuwe mogelijkheden en 'de norm' ondergaat wijzigingen.Wanneer een nieuw of ruimer doel vanuit ontwikkeling van het maatschappelijk verkeer bekend is, wekt dat ook de omvang van het vertrouwen en de vervulling van die nieuwe, ruimere functie op. Maar, schreef Limperg letterlijk '…voordat de nieuwe functie die plaats in het verkeer heeft veroverd is er een tijdruimte van onzekerheid en het is die onzekerheid, welke een moeilijkheid schept'. Dat kun je wel zeggen ja. Want van moeilijkheden en onzekerheden ten aanzien van het beroep, de uitvoering, de verwachtingen, het nut en de toekomst van het beroep, is echt wel sprake! En er is ook niet één oplossing, het is de optelsom.

Hij schreef ook: 'De wijze, waarop de accountants hun functie opvatten en vervullen, is dus ongetwijfeld een belangrijke constituerende factor van het door hun algemeene functie opgewekte vertrouwen.' Hoe dit te bevatten? Als het gaat om de wijze waarop accountants hun taak vervullen, is het dan de bedoeling om door kwaliteitsverbeteringen het vertrouwen van het verkeer te herstellen? Of is het eigenlijk, in de lijn van Limperg, vooral de bedoeling om met nieuwe technieken te voldoen aan die hogere eisen van het verkeer en zodoende een nieuwe, ruimere functie te kunnen vervullen? In een tijdruimte van overgang lijken mij beide richtingen, zowel verbetering als vernieuwing, aan de orde.

Cirkel rond wat mij betreft. De maatschappij eist inzet van nieuwe technologie om het streven naar volkomen zekerheid waar te maken, waarbij de verwachtingen dus omhoog zijn gegaan. De huidige hypertransparantie als nieuwe maatschappelijke waarde accepteert namelijk geen regeltjes-excuses meer en eist bereidheid van accountants om aan de nieuwe eisen naar beste kunnen te voldoen. Limperg stelt dat daarbij ook de persoonlijkheid, het karakter van de accountant een grote rol speelt. Is hij voortvarend, dan zal hij die nieuwe behoefte eerder vanuit zijn eigen functie willen invullen, dan wanneer hij traag is.

Het opstel van Limperg biedt mij houvast om de groei van de functie in het licht van de ontwikkelingen te kunnen blijven bevatten. Bij het gemis aan absolute normen is het van groot belang (en mijn inziens volstrekt logisch) dat voortvarende inzichten over toepassing van nieuwe technologie als essentieel worden gewaardeerd. Net als het beter opleiden van de 'anti-fragiele', ethisch sterkere accountants, die de maatschappij ontwikkeling èn de Leer van het gewekte vertrouwen begrijpt. Omdat de behoefte van het huidige verkeer dat eist, met nieuwe normen voor de functie in breedste zin. Het beperkt zich niet tot één juiste visie, maar vergt juist de optelsom van die visies.

'Er moge onzekerheid zijn omtrent den inhoud van het gewekte vertrouwen, doch die onzekerheid neemt den invloed van dat vertrouwen niet weg.'

Urgentie tot werkelijke vernieuwing van de functie, zowel Smart als Goed! De wil is er en daarom zie ik met het bij mij opgewekte vertrouwen die toekomst tegemoet.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Mr. drs. Antje Kuilboer-Noorman is econoom, jurist, bestuurder en commissaris. Zij is lid van de Kwartiermakers-werkgroep Intermediairmodel.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.