Opinie

Worstelen met ethiek

Recent was ik in debat met studenten aan de universiteit van Cambridge. Eén van de studenten, een Braziliaanse bankier, gaf aan zich te vereenzelvigen met de opvatting van Lloyd Blankfein, ceo van Goldman Sachs, destijds geuit in een hoorzitting van de Amerikaanse senaat.

Deze opvatting hield in dat Blankfein aan senator Lewin voorhield dat geïnformeerde beleggers elk product moeten kunnen kopen, ook als de voltallige staf van Goldman Sachs ervan overtuigd is dat het een slecht product is.* In het debat gaf mijn student-bankier aan niet te weten wat slechter is: (1) het verkopen van een artikel waarvan je als bedrijf vermoedt (niet weet) dat het slecht is, (2) het verkopen en kopen van een auto, of (3) het aanbieden of nemen van een vliegtuig, terwijl voor 2 en 3 geldt dat (bijna) iedereen weet dat hierdoor het milieu ernstige schade wordt toegebracht. Mijn student zei dat hij was gelouterd door het harde leven dat de bank hem bood; het had hem sterk gemaakt.

Nu vraag ik u niet om uit te spreken of u de ideeën van deze student onderschrijft, maar om toch even in zijn huid te kruipen en terug te gaan naar de financiële crisis. Destijds, en voor velen nu nog gold, de opvatting dat Goldman Sachs een abject bedrijf was, dat eigenlijk niet had mogen bestaan. Als we deze afwijzing vergelijken met bedrijven die vervuilende producten verkopen die gelijktijdig ons gemak dienen, zouden we ons kunnen afvragen wat ons ethisch kompas precies inhoudt. Waarom keuren sommigen (velen?) het aanbieden van vermoedelijk slechte producten door Goldman Sachs af, terwijl men producten van onze autofabrikanten goedkeurt; tenzij blijkt dat de fabrikanten over de hoeveelheid emissie liegen?

Begrijp me goed, ik wil hier geen oordeel vellen en wil ook niet bevorderen dat we cynisch worden. Wat ik wil stellen is dat opvattingen over ethiek in beweging zijn en dat ze ook niet noodzakelijk consistent zijn.

'Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet.' Wat is dat dan, 'Wat gij niet wilt'? Kennelijk maakt het verschil of we allemaal weten dat we schadelijke producten kopen en nemen we het de verkoper niet kwalijk wanneer hij dat doet zonder dat hij zich ervan heeft vergewist dat de koper dit ook weet. Maar wat vinden wij dan van generaties die hierna komen? Maken wij het leven dat zij gaan leiden niet moeilijker dan zou moeten?

Helaas ken ik evenmin als u het antwoord op de vraag. Het is wel een prangende vraag. Zo las ik pas een oproep van een collega die een verbod wil instellen op het nemen van vliegtuigen door personeel op kosten van de UvA. Betekent deze oproep het begin van het einde van de globalisering van kennisuitwisseling? Ik meen van niet; tijdperken eindigen omdat er een beter alternatief in de plaats komt, niet omdat er geen alternatief meer is!

Deze bijdrage is ook opgenomen in de themauitgave Ethiek van NBA Accountants in Business, die eind december verschijnt. 

* Dit is de desbetreffende quote die op 27 april 2010 in de New York Times verscheen: 'You say betting against', mr. Blankfein said in a lengthy exchange. But he said the people who were coming to Goldman for risk in the housing market got just that: exposure to the housing market. 'The unfortunate thing', he said, 'is that the housing market went south very quickly'. Senator Levin pressed mr. Blankfein again on whether his customers should know what Goldman workers think of deals they are selling, and Mr. Blankfein reiterated his position that sophisticated investors should be allowed to buy what they want.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Jan Bouwens is hoogleraar accounting UvA en research fellow University of Cambridge.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.