Opinie

Restoratie, renovatie of revolutie?

Hoe ziet de ideale accountant eruit? Een testje voor accountants in de controlepraktijk.

Beantwoord de onderstaande vragen met ja of nee:

  • Ik sta persoonlijk in voor de kwaliteit van de controle.
  • Controleren is echt mijn vak.
  • Ik geloof in de maatschappelijke waarde van controle, het is geen 'moetje'.
  • Ik ben goed op de hoogte van de huidige ontwikkelingen in de praktijk, wet- en regelgeving en technieken.
  • Ik kijk vooruit en loop voorop bij het implementeren van nieuwe digitale controletechnieken.
  • Ik leer mijn teamleden het vak.
  • Ik sta voor mijn professionele mening en ben niet bang om de discussie met de klant aan te gaan, ongeacht de consequenties..

Kun je al deze vragen bevestigend beantwoorden: gefeliciteerd! Je bent (in mijn ogen) een echte vakvrouw of -man. Je bent het prototype van de 'meester' uit het meester-gezel-model dat ten grondslag ligt aan de huidige wet- en regelgeving en de organisatiestructuur van accountantskantoren. Daar kun je trots op zijn! Dat is niet voor iedereen weggelegd. Je bent een witte raaf.

Beantwoord je één of meer vragen met 'nee', dan is het tijd voor zelfreflectie. Heb je eigenlijk de verkeerde functie en ben je in hart geen 'echte' controlerend accountant? Of zou je wel die vakvrouw/man willen zijn, maar lukt je het om een of andere reden maar niet om te doen wat daarvoor nodig is?

In de praktijk kom ik nog te veel accountants tegen uit de 'nee-categorie'.  Accountants die min of meer blind varen op hun team door een gebrek aan vakkennis, aan tijd of aan interesse. Maar ook accountants die iedere dag weer proberen het beste ervan te maken, maar onvoldoende toekomen aan wat ze echt zouden willen en moeten doen.

Ligt dat geheel aan de accountants zelf? Dat zou te gemakkelijk zijn. De werkgroep In het Publiek Belang constateert immers in haar rapport van 25 september 2014 "dat de hoogconjunctuur waarin veel van de huidige accountants zich professioneel hebben ontwikkeld, gecombineerd met het ontbreken van effectieve correctiemechanismen zoals extern toezicht, heeft geleid tot een geleidelijke verwaarlozing van elementaire vakprincipes". In mijn woorden: het bestaande systeem is onvoldoende ingericht om vakmensen op te leiden. Het meester-gezel principe functioneert niet naar behoren.

Wat gaan we daaraan doen? Of beter, wat zijn we daaraan al aan het doen? Er zijn immers 53 maatregelen, er is een veranderagenda, er is een green-paper structuurmodellen. Zijn we daarmee bezig aan de restauratie van het bestaande model? Willen we het ideaalbeeld van de traditionele vakvrouw/man in zijn oude luister herstellen? Ik ben bang van wel. Bang dat we daar min of meer automatisch voor zijn gegaan, omdat we dat kennen en het zo'n mooi romantisch beeld is. Maar is het slim om het verleden als ideaal te nemen? Past het wel bij wat de huidige tijd van ons vraagt? Zijn we op die manier het beste voorbereid op een digitale toekomst? Kunnen we op die manier voldoende mensen aan ons binden? Moeten we niet ten minste een renovatie overwegen? Of vraagt de toekomst om een revolutie? Om een totaal ander denken over de manier waarop de accountantscontrole wordt uitgevoerd en een accountantskantoor wordt georganiseerd?

Je snapt het al: ik denk dat we beter af zijn als we ons niet blind blijven staren op een geïdealiseerd verleden en die paar witte raven. Wie zet de eerste stap en schrijft een opinie over een alternatief toekomstbestendig model? Ik kijk er naar uit!

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Marianne van der Zijde adviseert accountantsorganisaties en is voormalig hoofd toezicht kwaliteit accountantscontrole en verslaggeving van de AFM.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.