Opinie

Een duidelijke opdracht

Medio juli is op het Dashboard Accountancy informatie opgenomen over de uitgebreide controleverklaring. Het laat zien dat accountants iets hebben gedaan met de input van stakeholders zoals Eumedion en de VEB.

Zo zijn in 2018 in alle onderzochte verklaringen de observaties en conclusies per kernpunt opgenomen. In zeventig procent van de gevallen waarin een kernpunt van voorgaand jaar is vervallen is hierover een toelichting opgenomen en bij 31 procent van de ondernemingen heeft de accountant een afzonderlijke toelichting over zijn fraudewerkzaamheden opgenomen. Goede ontwikkelingen, maar ook nog ruimte voor verbetering.

In de feedback op de geconstateerde ontwikkelingen worden ook kritische kanttekeningen gemaakt. Eumedion vraagt bijvoorbeeld om meer duidelijkheid over de rol van de accountant bij het bestuursverslag: "Wat betreft de scope van de controle blijven er dus onduidelijkheden bestaan. (….) Belangrijkste punt is wat ons betreft de vraag of het bestuursverslag nu wel of niet onder die scope valt. Moeten materiële onjuistheden in het bestuursverslag actief opgespoord worden? Wat ons betreft wel, maar daar verschillen de meningen blijkbaar over. Met die onduidelijkheid zijn beleggers niet gediend."

Niet-financiële informatie, in aanvulling op de jaarrekening, is van belang voor de oordeelsvorming over een onderneming. Zonder inzicht in bijvoorbeeld het verdienmodel, de risico’s, risicobeheersing en de niet-financiële aspecten van de bedrijfsvoering is het lastig om de financiële resultaten goed op waarde te schatten. Die informatie is belangrijk en de wens dat de accountant die informatie controleert is dan ook begrijpelijk. Dat de huidige situatie onduidelijk wordt gevonden ook.

Op basis van de wet (artikel 2:393 lid 1 BW) verleent de rechtspersoon opdracht tot onderzoek van de jaarrekening aan een accountant. Die accountant onderzoekt op basis van artikel 2:393 lid 3 BW niet alleen of de jaarrekening het vereiste inzicht geeft, maar ook "of het bestuursverslag overeenkomstig deze titel is opgesteld en met de jaarrekening verenigbaar is, en of het bestuursverslag in het licht van de tijdens het onderzoek van de jaarrekening verkregen kennis en begrip omtrent de rechtspersoon en zijn omgeving, materiële onjuistheden bevat". In controlestandaard 720 is dit verder uitgewerkt zonder dat dit de essentie van de wettelijk voorgeschreven opdracht verandert. Kort gezegd komt het erop neer dat de accountant in actie komt als hij weet dat informatie in het bestuursverslag niet juist is, maar dat hij geen nader onderzoek hoeft te doen als hij zich over informatie geen beeld heeft hoeven vormen als onderdeel van de controle van de jaarrekening.

Dat een accountant niet wegkijkt als hij weet dat iets niet klopt is belangrijk en een goed uitgangspunt. Dat uitgangspunt moet voor iedereen duidelijk zijn. De huidige situatie draagt echter niet bij aan de hierboven beschreven gewenste duidelijkheid. Het is voor een gebruiker van het bestuursverslag namelijk lastig om te beoordelen of de accountant bepaalde informatie wel of niet gecontroleerd zal hebben als onderdeel van de jaarrekeningcontrole. Zo kan het mogelijk zijn dat de CO2-emissie, klanttevredenheidscores, werknemerstevredenheid of het aantal ongevallen relevant is in het kader van de jaarrekeningcontrole bij de ene onderneming terwijl dat bij een andere onderneming niet het geval is waardoor de accountant hierover bij de ene onderneming wel en bij de andere onderneming geen controlebewijs verzamelt. Van welke situatie sprake is kan een gebruiker van deze informatie in veel gevallen niet beoordelen.

Een integrale controle of beoordeling van het bestuursverslag zou, getuige het citaat hierboven, een wenselijke uitbreiding kunnen zijn op de opdracht die een rechtspersoon op basis van de huidige wet verleent aan een accountant. De vraag is hoe die wens gerealiseerd kan worden. Het vereist óf aanpassing van de wet óf een vrijwillige uitbreiding van de opdracht. Uitbreiding van de wettelijke taak zou naar mijn mening niet de logische eerste reactie zijn op deze door stakeholders geuite wens. Uitbreiding van de opdracht bij die ondernemingen waar aandeelhouders of andere stakeholders daar specifiek waarde aan hechten wel. Die opdracht wordt in beginsel verleend door de algemene vergadering, de vergadering waarin de eigenaren van het bedrijf de besluiten nemen. De door de aandeelhouders aangestelde raad van commissarissen (audit commissie) heeft daarnaast een belangrijke rol bij de meer gedetailleerde invulling en scope-bepaling. Ik heb niet de indruk dat het vaak is voorgekomen dat een accountant een aanvullende opdracht voor assurance bij door de onderneming gerapporteerde niet-financiële informatie heeft geweigerd. Ergens in de interactie tussen de aandeelhouders van ondernemingen en de door hen aangestelde raad van commissarissen lijkt dus iets mis te gaan als het gaat om de vertaling van de wensen van de aandeelhouders in de daadwerkelijke verstrekking van een opdracht aan de accountant.

De uitdaging is dus om te zorgen dat dit wordt opgelost en dat de door (de meerderheid van de) aandeelhouders gewenste opdracht uiteindelijk ook daadwerkelijk wordt verstrekt. Die aanvullende opdracht draagt bij aan de relevantie van de accountantscontrole en aan het maatschappelijk vertrouwen in door ondernemingen gerapporteerde informatie. Accountants hebben daar belang bij en zouden hier dus een actieve rol in moeten spelen. Aandeelhouders en commissarissen ook.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Arjan Brouwer is partner bij PwC en hoogleraar externe verslaggeving aan de VU Amsterdam.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.