Opinie

Was ik bezig met een persoonsgericht onderzoek? Ik had geen idee…

Persoonsgericht onderzoek, zoals vervat in handreiking 1112 van de NBA, is gebonden aan het uitgangspunt dat aan een accountant een opdracht wordt verleend tot het verrichten van onderzoek ten aanzien van het handelen van een persoon.

Er zijn echter situaties denkbaar waarbij de accountant een opdracht uitvoert waarbij een persoonsgericht onderzoek niet in eerste instantie het uitgangspunt is, maar door ontwikkelingen die zich voordoen bij het uitvoeren van de opdracht toch wel het geval kan zijn. Steeds vaker komt het in tuchtzaken voor dat de Accountantskamer (Ak) meent dat een opdracht van een accountant moet worden aangeduid als een persoonsgericht onderzoek, terwijl dit aanvankelijk niet het geval was. Een goed voorbeeld hiervan is de 'Marcel Pheijffer-uitspraak'. Ik verwijs daarvoor naar mijn eerdere opinie op deze site.

De Ak stelt zich op het standpunt dat er sprake is van een persoonsgericht onderzoek als de uitkomsten hiervan de positie en functioneren van een persoon raken in negatieve zin. De basis van dit standpunt vloeit voort uit een uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) wat sindsdien vervat is als vaste rechtspraak.

Wat de Ak in haar uitspraken hiermee lijkt te stellen is dat de accountant hierdoor een andere opdracht heeft gekregen dan aanvankelijk werd aangenomen. En juist dat standpunt van de Ak acht ik onjuist als het om assurance-opdrachten gaat. Een toelichting aan de hand van een recente tuchtzaak.

Assurance-opdracht die omsloeg naar een persoonsgericht onderzoek

Een BV verkoopt haar onderneming aan een zustermaatschappij voor een bedrag X. De BV wordt kort nadien failliet verklaard en er wordt een curator aangesteld.

De curator schakelt twee accountants in met de vraag om een rapportage op te stellen met betrekking tot de overname van de onderneming van de BV. De accountant komt in zijn rapportage tot de conclusie dat de onderneming een substantieel hogere waarde had dan waarvoor deze verkocht is. De curator start een juridische procedure tegen het bestuur van de BV. De Ak is van mening dat de accountants hadden moeten onderkennen dat hier sprake was van een persoonsgericht onderzoek, in plaats van een assurance-opdracht. Het object van onderzoek was volgens de Ak immers het handelen of nalaten van de BV en haar bestuur in het kader van de verkoop van de onderneming. De uitkomst van het onderzoek had het bestuur van de BV geraakt in negatieve zin. Omdat ze bij het uitbrengen van hun rapport het bestuur van de BV niet hadden gehoord, kon de conclusie van de accountants niet zijn voorzien van een deugdelijke grondslag.

Beschouwing

In bovengenoemde uitspraak lijkt de Ak tot de conclusie te komen dat de 'gehele' opdracht wijzigt naar een persoonsgericht onderzoek, als de bevindingen van de accountant de positie en functioneren van een persoon in negatieve zin raken. Dit is bijzonder, te meer ook omdat een persoonsgericht onderzoek een overige opdracht is in de zin van de NV COS. Er is geen pasklare standaard hierop van toepassing, men kan enkel terugvallen op handreiking 1112 van de NBA en de fundamentele beginselen. Dit houdt in dat een assurance-opdracht zoals in de besproken tuchtzaak een 'overige opdracht' wordt.

Als deze zienswijze wordt gevolgd verliest de assurance-opdracht daarmee zijn basiskarakter en oorspronkelijke relevantie voor enerzijds de opdrachtgever en anderzijds het maatschappelijk verkeer. Mijn inziens heeft het CBb dit niet zo bedoeld.

Het CBb heeft inderdaad wel uitgesproken dat sprake kan zijn van een persoonsgericht onderzoek als het accountantsonderzoek de positie en functioneren van een persoon in negatieve zin raken. Maar bij de uitspraken van het CBb waren de betrokken opdrachten in kwestie al te bestempelen als ‘overige opdrachten’ in de zin van de NV COS. Het ging niet om assurance-opdrachten.

Conclusie

Een accountantsrapport gericht op een 'echt' persoonsgericht onderzoek, bevat veelal subjectieve maatstaven en elementen die aan de deugdelijkheid en kwaliteit ten grondslag liggen. Dat dit nadelige gevolgen kan hebben voor de onderzochte persoon in kwestie is duidelijk. De gedraging van een persoon staat immers centraal. Maar een accountantsrapport gebaseerd op objectieve maatstaven en elementen kan ook nadelige gevolgen hebben voor een persoon, ondanks dat het accountantsonderzoek niet op hem is gericht. Een dergelijk accountantsrapport respectievelijk de opdracht van de accountant waaraan het rapport onderhevig is, kan dan niet louter worden getransformeerd naar een persoonsgericht onderzoek. Want hoewel de opdracht kenmerken daarvan vertoont, is de opdracht zoals aanvankelijk door de accountant geformuleerd niet per definitie gewijzigd.

Hoogstens kan worden gezegd dat de opdracht een extra onderzoekscomponent heeft gekregen, op basis waarvan door de accountant een deugdelijke grondslag kan worden verkregen; in het bijzonder als het gaat om een assurance-opdracht. De uitwerking van het onderzoekscomponent zal dan veel bestaan uit de toepassing van hoor- en wederhoor. Maar de aard en strekking van de opdracht, namelijk het verlenen van assurance, verandert hierdoor mijn inziens totaal niet.

Wat vindt u van deze opinie?

Reageer Spelregels debat

Mark Dongor is zelfstandig gevestigd accountant en hoofdredacteur van het platform Accountancy Vaktechniek en Tuchtrecht (AVTR).

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.