Tuchtrecht

Lawyer's letter ten onrechte verzwegen

Een registeraccountant geeft een goedkeurende verklaring over een jaarrekening, waarop geen voorziening is opgenomen voor diverse wissels noch voor de claims van zes banken over die wissels. Een advocaat schat de kans dat de rechter die claims toewijst op vijftig procent. De accountant maakt in de toelichting op de jaarrekening ten onrechte geen vermelding van de lawyer's letter en gaat ten onrechte akkoord met het ontbreken van een voorziening voor de wissels.

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Zaaknummers:
AWB 10/459A
Datum uitspraak:
06 juli 2012
Oordeel:
beroep gegrond, klacht deels ontvankelijk en deels gegrond
Maatregel:
berisping
Status:
definitief
Vindplaats:
ECLI:NL:CBB:2012:BX3208

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

KIVO CV zou vanaf 1 juli 1993 voor een bedrag van 11,4 miljoen D-mark-wissels aan een Duitse afnemer met financiële problemen hebben verstrekt. In 1994 wordt KIVO aangesproken door zes banken die één of meer wissels hebben verzilverd. KIVO ontkent de echtheid van deze wissels en bestempelt ze als vervalsingen.De kans dat de rechter de claims van debanken toewijst, schat een advocaat in 1995 op vijftig procent. In de jaarrekeningen ontbreken voorzieningen voor deze claims. De registeraccountants maken bovendien geen melding van de lawyer's letter, die de commanditaire vennoten in 2005 na eigen onderzoek ontdekken.

De commanditaire vennoten dienen een klacht in. De Raad van Tucht verklaart de klachten deels gegrond voor zover zij ontvankelijk zijn en legt beide accountants een schriftelijke waarschuwing op.

Beroepsgronden

De commanditaire vennoten beperken hun beroep tot de accountant die de jaarrekeningen 1999 en 2000 goedkeurde. Zij vinden dat de Raad van Tucht:

  • ten onrechte is voorbijgegaan aan de lawyer's letter;
  • de klacht over de jaarrekening 1999 ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard.

Oordeel in beroep

Het beroep is gegrond. De registeraccountant was op de hoogte van de lawyer's letter. Maar in zijn goedkeurende verklaring bij de jaarrekening 2000 vermeldde hij alleen de stellige bewering van de beherend vennoot dat de claims van de banken geen enkele kans van slagen hadden omdat de handtekeningen vervalst zouden zijn.

Volgens het college had de accountant ook de brief van de advocaat moeten vermelden in de toelichting op 'niet uit de balans blijken de verplichtingen'. Bovendien heeft de accountant er ten onrechte mee ingestemd dat in de jaarrekening geen voorziening is getroffen voor de wissels. Gezien de grootte van de potentiële claims van de Duitse banken meent het college dat de goedkeurende accountantsverklaring over de jaarrekening 2000 een deugdelijke grondslag mist. Dat de Raad van Tucht deze jaarrekening adequaat en duidelijk vond en de klacht over de goedkeurende verklaring ongegrond betekent volgens het college dat de raad kennelijk niet de juiste waarde heeft toegekend aan de lawyer's letter.

Datzelfde geldt voor de jaarrekening 1999. De Raad van Tucht heeft de klachten hierover ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard. Volgens vaste rechtspraak van het college moesten klachten tot 1 mei 2009 inhoudelijk worden behandeld als zij waren ingediend binnen zeven jaar na de gewraakte gedragingen. De goedkeurende verklaring over de jaarrekening 1999 is in september 2000 afgegeven en de klacht is in november 2006 ingediend, dus binnen de termijn. Het college stelt vast dat ook bij deze jaarrekening de deugdelijke grondslag voor de goedkeurende verklaring ontbreekt om dezelfde redenen als bij de jaarrekening 2000.

Maatregel

Het college vindt het onvolledig beeld in de goedkeurende accountantsverklaringen ernstig, temeer omdat de claims van de banken zo hoog waren en de mogelijke financiële gevolgen dus groot. Terwijl de Raad van Tucht een schriftelijke waarschuwing heeft opgelegd, vindt het college daarom een schriftelijke berisping passend en geboden.

Annotatie Hans Blokdijk

Voor het eerst heeft de tuchtrechter zich gebogen over een lawyer's letter. In dit geval had de advocaat van de cliënt de slaagkans van de claims tegen de cliënt geschat op vijftig procent. Deze claims waren vermeld onder de 'Niet uit de balans blijkende verplichtingen', met de mededeling dat daarvoor in de jaarrekening geen voorziening was getroffen. Betrokkene had aan zijn goedkeurende verklaring een onverplichte toelichtende paragraaf toegevoegd die eveneens eindigde met de mededeling dat geen voorziening was getroffen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vindt dat betrokkene de inschatting van de advocaat had moeten vermelden en dat de accountant er ten onrechte mee heeft ingestemd dat in de jaarrekening is vermeld dat geen voorziening was getroffen.

Het gewicht dat het college hecht aan de inschatting van vijftig procent lijkt niet in overeenstemming met wat de advocatuur denkt over de inschatting van slaagkansen in procedures. In de reeds vanaf 1978 geldende 'Richtlijn en model inzake het afgeven van verklaringen door advocaten en notarissen ten behoeve van accountants (lawyer's letter)' wordt een waardering van proceskansen of procesrisico's afgewezen, omdat die onzekerheden niet verantwoord zijn te taxeren. Kennelijk heeft de advocaat hier in dit geval tegen gezondigd. Dat de accountant diens fifty-fifty-uitspraak niet vermeldenswaardig achtte, lijkt mij begrijpelijk.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.