Tuchtrecht

Contante omzet is niet per se witwassen

Twee accountants hoefden een boeking van extra contante omzet niet te melden als ongebruikelijke transactie. Er was namelijk geen sprake van zwart geld, de bedragen kwamen niet uit boven de meldgrens en werden ook niet betaald aan of via de accountants.

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Zaaknummers:
AWB 15/660
Datum uitspraak:
26 april 2017
Oordeel:
beroep gegrond / klacht deels gegrond
Maatregel:
waarschuwing in plaats van berisping
Status:
definitief
Vindplaats:
ECLI:NL:CBB:2017:150

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een medewerker van een accountantskantoor verzorgt de financiële administratie van een bakkerij. Twee accountants-administratieconsulenten stellen op basis daarvan de jaarrekeningen 2010, 2011 en 2012 samen. Drie potentiële kopers onderhandelen over de aankoop van de bakkerij. Namens de bakkerij verstrekt een externe adviseur de gegadigden drie prognoses, die zijn gebaseerd op de jaarrekeningen over de boekjaren 2010 en 2011 en op een kolommenbalans per 30 juni 2012.

De omzetcijfers blijven flink achter bij de prognoses en de kopers willen alsnog een korting op de koopprijs. Zij krijgen de definitieve jaarrekening over 2012, waarbij de accountants een samenstellingsverklaring hebben afgegeven. Het belangrijkste verschil ten opzichte van het eerder verstrekte concept is de omzet van een winkel van het bedrijf. Deze gegevens waren nog niet beschikbaar toen de conceptjaarrekening werd opgesteld.

De kopers schakelen een RA AA in van een ander kantoor, die na onderzoek onder meer concludeert dat:

  • tussen de concept-jaarrekening en de definitieve jaarrekening 2012 een verschil bestaat van 174.164 euro na belasting respectievelijk 232.220 euro voor belasting op een totaal resultaat van 1,3 miljoen euro;
  • na het opmaken van de conceptjaarrekening 2012 met terugwerkende kracht 122.943 euro aan contante omzet over 2012 is bijgeboekt, waarmee de totale contante omzet in 2012 uitkwam op 141.989,95 euro, terwijl de gemiddelde contante omzet over de drie voorgaande jaren 40.442 euro bedroeg;
  • het kassaldo met 49.000 euro is verhoogd;
  • een nadere onderbouwing voor de contante omzet van de winkel ad 122.943 euro en de voorraadwaarde van 30.000 euro ontbreekt, terwijl medewerkers van het (samenstellend) accountantskantoor vertelden dat de eigenaren van de bakkerij deze opgave mondeling verstrekten;
  • de desbetreffende omzet niet als separate journaalpost was verwerkt, maar dat alle oorspronkelijk gemaakte kasboekingen zijn aangepast, waardoor de boeking van de extra omzet niet zichtbaar was voor derden, zoals de Belastingdienst;
  • de onderzoeker vergeefs de oorspronkelijk geboekte kasbladen heeft opgevraagd;
  • er volgens de medewerkers van het accountantskantoor nieuwe kasbladen zijn geschreven die aansluiten op de boekingen die zijn aangepast in de financiële administratie;
  • de kasbladen geen controletellingen bevatten waaruit aansluiting met het daadwerkelijk aanwezige contante geld blijkt;
  • er geen detailaansluiting bestond tussen het facturatiesysteem en de verantwoorde opbrengsten in de financiële administratie;
  • het accountantskantoor een en ander uitsluitend controleerde op basis van bankontvangsten, aangeleverde blauwe boekjes en kasstaten.

De kopers laten conservatoire (derden)beslagen leggen onder de bakkerij en brengen in december 2013 een dagvaarding uit. Uiteindelijk treffen zij een schikking met de verkopers en dienen een klacht in tegen de accountants. De Accountantskamer verklaart de klacht deels gegrond en legt een berisping op, want:

  • de 30.000 euro van de post voorraad was niet onderbouwd;
  • de accountants hebben onvoldoende aandacht besteed aan de 122.943 euro contante omzet die met terugwerkende kracht werd geboekt;
  • daardoor werd in 2012 drieënhalf keer meer aan contante omzet geboekt dan de gemiddelde contante omzet over de voorgaande jaren;
  • deze onverwacht hoge contante omzet van de winkel aanvaardden zij op basis van louter bankontvangsten en maanden later aangeleverde kasstaten, wat “een papieren exercitie” was. de werkelijke kasinhoud werd niet of kon niet worden vastgesteld;
  • de accountants hadden een en ander moeten onderzoeken en de contante transacties van dertig mille en 122.943 euro in elk geval intern moeten melden als ongebruikelijke transactie - beide bedragen zijn immers hoger dan vijftien mille.

De accountants tekenen beroep aan tegen dit oordeel.

Beroepsgronden

Het was niet nodig om:

  1. nader onderzoek te doen naar de post voorraad en de ‘extra omzet’, omdat er geen reden was om te twijfelen aan de juistheid en volledigheid van de cijfers;
  2. een Wwft-melding te doen, want er waren geen contante transacties van boven de vijftien mille en een beetje contante omzet is niet ongebruikelijk in deze branche.

Oordeel

Het beroep is gegrond.

Ad 1 Kasboek

Volgens vaste jurisprudentie van het college (zoals deze uitspraak) bestaat in beginsel geen verificatieplicht bij het opstellen van een samenstellingsverklaring. De verantwoordelijkheid voor de juistheid van de informatie in de samenstellingsverklaring ligt primair bij de opdrachtgever. Tenzij de samenstellend accountant had moeten twijfelen aan de juistheid of volledigheid van de verkregen informatie of die informatie anderszins onbevredigend is.

De accountants hebben gezegd dat de post ‘voorraad’ van 30.000 euro niet sloeg op de werkelijk aanwezige voorraad en zij hebben erkend dat zij dit bedrag niet goed in de balans hebben gerubriceerd. Zij hebben niet bestreden dat het bedrag beter onderbouwd had moeten worden.

Op basis van de onderbouwing die de onderneming aanleverde hebben zij de waarde van de voorraad geschat. Maar waarop die schatting is gebaseerd, hebben zij ook in hoger beroep niet duidelijk gemaakt.

Over de met terugwerkende kracht geboekte extra contante omzet van 122.943 euro zeiden de accountants dat die boeking samenhing met de omzetstijging door de verkoop aan particulieren via de winkel bij de bakkerij. De omzet van deze winkel is jarenlang geboekt als overige omzet in de boekhouding van de bakkerij, waarbij de verschillende omzetcategorieën in de boekhouding niet werden gesplitst.

In 2016 heeft het college al gezegd dat de accountant die contante ontvangsten ziet de cliënt op zijn minst moet wijzen op deze feiten en moet vragen de ontvangsten bij te houden met de reden van betaling, bijvoorbeeld in een kasboek. Dit geldt ook als de cliënt desgevraagd bevestigt dat de contante betalingen volledig worden verantwoord. Het gaat namelijk niet alleen om de volledige verantwoording, maar ook om een vastlegging die gecontroleerd en geverifieerd kan worden. De accountant moet ook vastleggen wat hij heeft geconstateerd en geadviseerd.

De accountants hebben jarenlang toegelaten dat de bakkerij voor de winkelomzet geen afzonderlijke boekhouding bijhield. Daardoor konden zij de herkomst en samenstelling van de extra contante omzet niet verifiëren. Zij hebben de contante omzet aangenomen op basis van een papieren exercitie, terwijl de werkelijke kasinhoud niet werd of kon worden vastgesteld.

De accountants hadden de bakker moeten aanspreken op het ontbreken van een toereikende boekhouding en hadden het met terugwerkende kracht geboekte bedrag niet zonder meer mogen verwerken in de jaarrekening 2012. Door een en ander te laten passeren bij het samenstellen van de jaarrekening hebben zij ondeskundig en onzorgvuldig gehandeld.

Ad 2 Melding

Of een transactie ongebruikelijk is, kun je vaststellen aan de hand van subjectieve en objectieve indicatoren uit de Bijlage bij het Uitvoeringsbesluit Wwft. Voor externe accountants is de objectieve indicator voor contante transacties: “Transacties van € 15.000 of meer betaald aan of door tussenkomst van de beroepsbeoefenaar in contanten, met cheques aan toonder of soortgelijke betaalmiddelen.”

In 2015 heeft het college al gezegd dat je niet alleen een Wwft-melding moet doen als er concrete aanwijzingen bestaan voor witwassen of financiering, maar dat iedere ongebruikelijke transactie moet worden gemeld.

Volgens de Accountantskamer ging het om meldenswaardige contante transacties die beide boven de 15.000 euro uitkwamen en dus ongebruikelijk zijn in de zin van de Wwft. In de indicator staat dat het om contante transacties van boven de vijftien mille moet gaan die zijn “betaald aan of door tussenkomst van de beroepsbeoefenaar”. Daarvan was in dit geval geen sprake, want:

  • de 122.943 euro betreft een bedrag dat de bakkerij alsnog in de boekhouding had verwerkt en in de jaarrekening opgenomen wilde zien;
  • het gaat niet om contante transacties van meer dan 15.000 euro elk, maar om een totaalbedrag dat is ontstaan door een grote hoeveelheid kleine contante transacties.

Bovendien hoefden de accountants bij de boeking geen verband te zien met witwassen. De boeking was het gevolg van extra contante omzet in de bakkerswinkel. Die omzetstijging was niet onverwacht hoog. Volgens het college hoefden de accountants dan ook niet te vermoeden dat de bakkerij zwart geld witwaste.

Maatregel

Waarschuwing in plaats van berisping.

Annotatie Lex van Almelo

Er hoeven geen concrete aanwijzingen te bestaan voor witwassen, maar je moet elke ongebruikelijke transactie melden, zo herhaalt het college in deze uitspraak. Nou ja, elke ongebruikelijke transactie die samenhangt met witwassen of terrorismefinanciering. Want niet iedere contante geldstroom of boeking is ongebruikelijk.

In dit geval ging het om contante omzet uit een bakkerswinkel die bij een bakkerij hoorde en daar wordt nu eenmaal ook contant betaald. Dat wijst dus niet per se op zwart geld en witwassen. Vorig jaar zei het college al dat het ontbreken van een kasadministratie alléén ook niet altijd een reden hoeft te zijn om te spreken van een ongebruikelijke transactie. En in april dit jaar zei de Rechtbank Rotterdam dat een complexe zeggenschaps- en eigendomsstructuur niet per se een ongebruikelijke transactie is en op zichzelf nog geen reden is voor een melding bij FIU-Nederland.

Dan hebben we het over ‘subjectieve indicatoren’ voor “Transacties waarbij de meldingsplichtige aanleiding heeft om te veronderstellen dat ze verband kunnen houden met witwassen of financiering van terrorisme”. Wanneer die aanleiding zich nu precies voordoet, blijkt voor accountants nogal eens moeilijk grijpbaar.

De objectieve indicator leek tot deze uitspraak echter glashelder: contante betalingen boven de 15.000 euro. Maar ook hier geldt: niet elke contante betaling boven dat bedrag hoeft gemeld te worden. Het college wijst op de objectieve indicator voor accountants uit de Bijlage bij het Uitvoeringsbesluit Wwft. Daarin gaat het over contante bedragen die worden betaald “aan of door tussenkomst van de instelling in contanten, met cheques aan toonder, een vooraf betaald betaalinstrument (prepaid card) of soortgelijke betaalmiddelen”. De instelling is in dit geval de accountant. Dus zo lang de accountants niets van doen heeft met de contante betalingen hoeft hij die niet te melden.

Opmerkelijk is dat de tuchtrechter van mening verschillen over de vaststelling van de grens. De Accountantskamer zag de post voorraad en de extra omzet beide als contante transacties boven de 15.000 euro. Het college beperkt zich tot de boeking van de extra omzet en ziet die niet als één transactie maar als het totaal van vele kleintjes die onder de meldingsgrens blijven. De één gaat uit van de boeking, de ander van de betalinkjes. Het college heeft natuurlijk het laatste woord. Maar of deze uitspraak nu duidelijk richting geeft op dit punt, betwijfel ik. Helder is wel dat de meldingsplicht zijn grenzen kent.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.