Tuchtrecht

Doelstelling feitenonderzoek meteen vermelden

In opdracht van een ouderenbond onderzoekt een registeraccountant de basis voor de beweringen die een platform voor onderzoeksjournalistiek op tv heeft geuit. Bij zulk feitenonderzoek moet de accountant meteen duidelijk maken welke onderzoeksdoelstelling zij of hij is overeengekomen met de opdrachtgever.

Accountantskamer

Zaaknummers:
18/790 Wtra AK
Datum uitspraak:
03 december 2018
Oordeel:
ongegrond
Maatregel:
geen
Status:
definitief
Vindplaats:
ECLI:NL:TACAKN:2018:84

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een ouderenomroep zendt een televisieprogramma uit over problemen bij een ouderenvereniging. De redactie van het programma heeft het item samen met een journalistiek onderzoeksplatform voorbereid. Het platform plaatst een artikel over de kwestie op zijn website. De ouderenvereniging vraagt een forensisch registeraccountant begin 2018 te helpen bij een onderzoek naar de uitlatingen die zijn gedaan in de uitzending en in het artikel.

Volgens de opdrachtbevestiging is het primaire doel van de opdracht de vereniging te ondersteunen bij haar onderzoek naar beweringen van vooral het platform. De vereniging wil het onderzoek gebruiken om haar eigen zienswijze te onderbouwen en mogelijk rectificatie te eisen van de journalist en de omroep. De vereniging kan zo haar naam zuiveren en (verdere) schade beperken

Het onderzoek van de accountant spitst zich toe op de bewering van de hoofdredacteur van het platform dat:

  • “het eigen vermogen slinkt van 4 miljoen euro in 2015 naar 2,4 miljoen in 2016”;
  • de vereniging haar personeel gemiddeld 85.000 euro per fte betaalt; “ongeveer even veel als een kolonel in het leger verdient of een financiële topman in een mkb-bedrijf”;
  • 1,2 miljoen voor kantoorbenodigdheden en 1 miljoen euro voor communicatiekosten zeer hoog is, zeker nu er “überhaupt niet meer” wordt gecommuniceerd, omdat het bestuur “een soort totalitair regime” is geworden;
  • het ledental is gedaald van 180 duizend naar 103 duizend leden, de inkomsten minder worden en er “jaar op jaar grote verliezen worden geboekt”;
  • duidelijk uit de cijfers is op te maken dat maar één persoon er een potje van maakt;
  • in het persbericht van de ouderenvereniging wordt gezegd dat de organisatie financieel gezond is, maar wordt verzwegen dat de vereniging in 2015 960 duizend euro verlies heeft geleden;
  • de controlerend accountant van de vereniging volgens het hoofdkantoor zou hebben aangedrongen op het “rücksichtslos centraliseren van de betaalorganisatie”.

De forensisch accountant nodigt de hoofdredacteur van het platform per e-mail uit voor een gesprek. In de mail staan alle beweringen die de accountant onderzoekt, met het verzoek daarop te reageren. “Uw input kan bijdragen aan waarheidsvinding met betrekking tot de genoemde uitingen.” De onderzoekster laat de hoofdredacteur twee dagen later desgevraagd weten waartoe het onderzoek precies dient en of de gegevens worden gebruikt voor een procedure. De hoofdredacteur wil alleen meewerken als de vereniging een aantal stukken verstrekt en alsnog oude en nieuwe vragen beantwoordt.

De onderzoekster herhaalt dat de hoofdredacteur de gelegenheid krijgt om aan te geven op welke informatie hij de uitlatingen heeft gebaseerd. Zij kan pas “na onderzoek” zeggen of de informatie wordt gebruikt voor een juridische procedure. De gevraagde stukken krijgt hij niet. Die mogen interessant zijn voor zijn onderzoek, maar zijn niet relevant voor het onderzoek naar zijn uitlatingen.

De hoofdredacteur ziet af van een gesprek en wijst de onderzoekster op het jaarverslag 2015 en de website van de vereniging, waarop hij zijn uitspraken heeft gebaseerd. In april stuurt de accountant hem een concept toe van het rapport. De hoofdredacteur krijgt de gelegenheid daarop inhoudelijk te reageren, maar laat weten dat hij daarvan geen gebruik zal maken en namens het platform een tuchtklacht zal indienen tegen de accountant. De accountant brengt daarop het definitieve rapport uit aan de vereniging.

De hoofdredacteur dient een klacht in tegen de forensisch accountant.

Klacht

De accountant:

a. was niet eerlijk en oprecht, omdat zij niet heeft gemeld wat haar rol was; zij was desgevraagd niet duidelijk over de werkelijke doelstellingen van het onderzoek, het rapport en het partijbelang dat zij diende;

b. greep niet in toen bleek dat haar opdrachtgever in strijd handelt met de wet en heeft de waarheidsvinding slecht gediend door de vragen van het platform niet te beantwoorden en relevante documenten niet openbaar te maken;

c. doet ten onrechte voorkomen dat haar rapport objectief is, terwijl zij het platform er inhoudelijk niet bij heeft betrokken;

d. heeft aan het (concept)rapport bijlagen gehecht waarvan de herkomst en authenticiteit niet zijn na te gaan en heeft in het rapport op diverse plekken selectieve bronnen aangehaald, tendentieuze aannames gedaan en feitelijke onjuistheden vermeld.

Oordeel

De klacht is ongegrond.

Ad a Rol en doel

In de e-mail die de onderzoekster begin maart 2018 stuurde aan het de hoofdredacteur staat duidelijk dat het onderzoek zich zal richten op “de grondslag” van de genoemde uitlatingen. Het was beter geweest als de accountant meteen de doelstelling had vermeld die zij was overeengekomen met de opdrachtgever. Desgevraagd heeft zij de klager hierover een dag later al geïnformeerd. Uit die informatie valt op te maken dat de ouderenvereniging mogelijk rectificatie zal eisen. Weer een dag later heeft de accountant gemaild dat zij nog niet weet of daarvoor een juridische procedure zal worden aangespannen.

De accountant heeft de klager geen relevante informatie onthouden over haar rol en de doelstelling van het onderzoek. Ook al moet een accountant handelen in het algemeen belang – zij of hij kan desondanks onderzoeken of beweringen gefundeerd zijn en hoeft daarbij niet de vragen te betrekken die leven bij degene die de beweringen heeft gedaan.

De onderzoekster heeft geen afbreuk gedaan aan de waarheidsvinding op dat punt door die vragen niet te beantwoorden en de gevraagde stukken niet openbaar te maken. Verder is het een accountant niet verboden gegevens te verzamelen en aan te leveren voor een partijstandpunt en daarmee het belang van die partij te dienen. Wel moet zij of hij zich daarbij houden aan het fundamentele beginsel van objectiviteit en zich dus niet ongepast laten beïnvloeden bij haar of zijn afwegingen. Dat zij dit laatste heeft laten gebeuren, heeft de hoofdredacteur niet aannemelijk gemaakt.

Ad b Niet-verstrekken jaarrekening

Volgens de klagers had de accountant moeten ingrijpen toen duidelijk werd dat de vereniging geen jaarrekeningen verstrekt aan haar leden en dus in strijd handelt met de wet. De accountant voert aan dat haar niet bekend is of de vereniging heeft nagelaten jaarrekeningen te verstrekken aan haar leden en ook niet of dit in strijd is met de wet.

Er is volgens de Accountantskamer geen wettelijke bepaling of gedragsregel die voorschrijft dat de accountant erop moest toezien dat de vereniging de jaarrekeningen verstrekte aan haar leden en daarmee al dan niet in strijd met de wet handelde. Laat staan dat zij de opdrachtgever daarop moest aanspreken. Die verplichting valt ook niet af te leiden uit de verantwoordelijkheid om te handelen in het algemeen belang.

Ad c Objectiviteit

Volgens de klager heeft de onderzoekster ten onrechte de suggestie van objectiviteit gewekt, terwijl zij hem niet heeft gehoord. De Accountantskamer vindt daarentegen dat zij, door de manier waarop zij de e-mailberichten van de hoofdredacteur heeft verwerkt in haar (concept-) rapport, geen onjuiste indruk heeft gewekt over de betrokkenheid van de hoofdredacteur bij de inhoud van het rapport.

Ad d Geen onjuistheden

De hoofdredacteur verwijt de accountant onder meer dat zij in het rapport ten onrechte beweert dat het aantal leden dramatisch is gedaald als gevolg van negatieve publiciteit. De onderzoekster wijst erop dat zij in de desbetreffende passage duidelijk het standpunt van de vereniging over de oorzaak heeft weergegeven en niet het hare.

De Accountantskamer zegt dat de accountant volgens de opdracht alleen de bewering over het slinken van het eigen vermogen moest onderzoeken en niet zozeer over de daling van het ledenaantal. In haar (concept-)rapport heeft zij niettemin geschreven dat het juist is dat het ledenaantal is gedaald. In de zin daarna volgt de verklaring die de vereniging hiervoor geeft, te weten dat de daling (deels) kan worden verklaard door negatieve uitingen in de media. Deze verwijzing ontbreekt echter in de volgende twee zinnen die gaan over schommelingen in de ledenaantallen. Vervolgens wordt in de slotzin van deze passage een verband gelegd met dalende opbrengsten, die volgens de vereniging hebben geleid tot negatieve resultaten.

Deze formuleringen kunnen volgens de Accountantskamer de onjuiste indruk wekken dat de accountant ook heeft onderzocht of en waardoor het ledenaantal is gedaald. Mede gezien haar opdracht had zij die indruk moeten vermijden en daarover niets moeten schrijven. Dit is echter geen tuchtrechtelijk relevante omissie, omdat het gaat over een ondergeschikt onderdeel van het rapport.

Het verwijt van selectief brongebruik is onvoldoende gefundeerd. De accountant verwijst naar het accountantsverslag 2014, waarin onder meer staat dat een verlies ten laste is gebracht van een bestemmingsreserve. De herkomst en authenticiteit van de bijlagen valt niet na te gaan, omdat de hoofdredacteur de bijlagen niet heeft overgelegd. Toen de accountant ermee op de proppen kwam, kon de klager niet aangeven welke bijlagen hij precies bedoelt.

Maatregel

Geen.

Annotatie Lex van Almelo

De zaak is een beetje het spiegeldbeeld van deze, waarbij Follow The Money (FTM) en de ANBO ook waren betrokken. (Ik noem de namen van de organisaties nu maar, omdat zij uit anderen hoofde bekend zijn geworden; er is echter geen aanleiding de namen van de betrokken personen te noemen).

In het nu berechte geval was het de bond die na een tv-uitzending een accountant inschakelde om te onderzoeken of de beweringen van FTM gefundeerd waren. In de eerste zaak was het FTM die een accountant inzette om in een tv-uitzending gefundeerde uitspraken te kunnen doen over de ANBO. In de eerste zaak werd de – toevallig ook vrouwelijke - registeraccountant berispt omdat zij niet duidelijk was over haar rol. In de tweede zaak is de onderzoekster echter wel duidelijk genoeg geweest over haar rol.

Of FTM de beweringen nu wel of niet heeft gefundeerd, de klacht is onvoldoende onderbouwd. De onderzoekster heeft voldoende gelegenheid gegeven tot hoor en wederhoor en hoefde geen toezicht te houden op de naleving van wettelijke verplichtingen (i.c. het sturen van de jaarrekening naar alle leden). Verder maakt de tuchtrechter nog eens duidelijk dat je als accountant ondanks jouw publieke verantwoordelijkheid gegevens mag verzamelen en aanleveren voor een partijstandpunt en daarmee het belang van die partij dienen. Je moet je dan bij jouw afwegingen echter niet ongepast laten beïnvloeden door de opdrachtgever.

Er zijn twee dingetjes vatbaar voor verbetering. Ten eerste kun je beter meteen als je om een gesprek vraagt de onderzoeksdoelstelling vermelden die je bent overeengekomen met de opdrachtgever. Verder moet je de indruk vermijden dat je iets hebt onderzocht dat buiten de opdracht valt.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.