Tuchtrecht

Klakkeloos voldaan aan frauduleus betaalverzoek

Een registeraccountant gaf als penningmeester van een stichting blind gehoor aan een nep-mail van de voorzitter en maakte 9500 euro over naar een fraudeur. Hij had het geld niet zonder navraag en controle mogen overmaken.

Accountantskamer

Zaaknummers:
17/1927 Wtra AK
Datum uitspraak:
15 juni 2018
Oordeel:
gegrond
Maatregel:
waarschuwing
Status:
bevestigd, CBb 18 juni 2019, 18/1294
Vindplaats:
ECLI:NL:TACAKN:2018:40, Samenvatting CBb-uitspraak

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een registeraccountant is als penningmeester bevoegd om betalingen te doen namens een stichting die kamermuziekconcerten organiseert. In april 2017 krijgt hij een e-mail met het verzoek een spoedovermaking te doen naar een buitenlandse rekening. De mail staat op naam van de voorzitter. De accountant maakt 9500 euro over. Als hem kort daarna per e-mail wordt gevraagd of de betaling is gelukt en of hij nog een betaling kan doen, schrikt de accountant wakker en doet aangifte van oplichting/fraude.

Tegen de rechercheur zegt hij dat de stichting nooit geld overmaakt naar het desbetreffende buitenland. Maar omdat de voorzitter op vakantie was in een ander buitenland, vond de accountant “het niet heel erg vreemd”. De accountant vermoedde dat de voorzitter het bedrag nodig had voor een privéreden en dit later zou terugstorten.

Nadat de accountant het bedrag had overgemaakt, viel hem - aldus de aangifte - op dat het e-mailadres vanwaar het verzoek was verstuurd niet het normale e-mailadres van de voorzitter was. Hij belde de voorzitter, die hem vertelde dat hij geen mails had verzonden, laat staan had gevraagd om geld over te maken. De bank kon de betaling toen niet meer stopzetten.

Op verzoek van de accountant zou de bank het bedrag proberen te parkeren zodra dit het land binnenkwam. De accountant vermoedde dat de stichting gehackt was en zocht contact met zijn internetprovider. Die vertelde hem dat de stichting het slachtoffer was geworden van ‘spoofing’, ofwel: het gebruik van frauduleuze e-mailadressen.

Namens het bestuur stelt de voorzitter de accountant aansprakelijk voor de overboeking. Want: “In onze stichting is het altijd de goede gewoonte geweest dat aan betalingen ofwel een bestuursbesluit ofwel een geaccordeerde factuur ten grondslag ligt. Daar was in dit geval geen sprake van. De hoogte van het bedrag € 9.500, is extraordinair.” Want normaal gesproken betaalt de stichting nooit meer dan “enkele honderden euro’s”.

De voorzitter vindt dat de accountant beter had moeten opletten. “Alle lichten hadden bij jou op rood moeten springen toen betaling van dat bedrag werd gevraagd. Het is bij uitstek de rol van de penningmeester om daarop te letten. Jij bent niet ondeskundig of onbevoegd in financiële zaken. In tegendeel, je bent opgeleid als registeraccountant en hebt een langdurige ervaring als controller. Het is jouw taak als penningmeester om de financiële gang van zaken te bewaken.” Bovendien: als het betalingsverzoek wél van de voorzitter was gekomen, had hij als penningmeester de factuur of het bestuursbesluit moeten opvragen en/of medebestuursleden moeten raadplegen. “Al deze dingen heb je nagelaten.”

Het bestuur van de stichting dient een klacht in tegen de accountant als de juridisch adviseur van de accountant:

  • de aansprakelijkheid voor de gevolgen van de oplichting en fraude betwist;
  • aankondigt de stichting aansprakelijk te stellen voor de eventuele schade van een ongegronde klacht bij de NBA.

Klacht

De accountant heeft:

a. op basis van een atypisch betalingsverzoek een zeer substantieel en ongebruikelijk hoog bedrag overgemaakt zonder zich te vergewissen van de juistheid van het betalingsverzoek;

b. de stichting onder druk gezet om geen tuchtklacht tegen hem in te dienen door de stichting aansprakelijk te stellen voor schade die hij zou lijden als er een klacht zou worden ingediend.

Oordeel

De klacht is gegrond. Ook al wordt de accountant niet betaald voor de werkzaamheden als penningmeester – hij oefent daarbij wel zijn beroep uit en is dus onderworpen aan het tuchtrecht.

Lichtvaardig betalen

Op grond van (artikel 13 lid 2) de VGBA had de accountant nauwgezet moeten reageren op het betalingsverzoek. Zelfs als hij ervan had mogen uitgaan dat de e-mail inderdaad afkomstig was van één van de bestuurders is het volgens de Accountantskamer niet gepast om op grond van die enkele e-mail geld van de stichting over te maken naar een buitenlandse bankrekening ten behoeve van die bestuurder persoonlijk.

De accountant had de nodige zorg en aandacht moeten besteden aan zo’n verzoek, temeer omdat hij als penningmeester had moeten weten dat:

  • dit een atypisch betalingsverzoek was;
  • hij meer overmaakte dan op de betaalrekening stond;
  • het bedrag zeer aanzienlijk was in relatie tot de begroting van de stichting;
  • over betalingen gewoonlijk werd overlegd en besloten binnen het bestuur;
  • betalingen werden gebaseerd op een geaccordeerde factuur.

Bovendien had de accountant er rekening mee moeten houden dat de voorzitter in een ander land verbleef dan waar de betaling heen ging. Ook als er haast bij was, had hij op zijn minst vooraf telefonisch contact moeten opnemen met de voorzitter. Dat deed hij vrijwel direct nadat hij het e-mailadres wantrouwde. Dus vooraf had het ook gemakkelijk gekund.

Door dit na te laten, heeft de accountant in strijd gehandeld met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Het accountantsberoep heeft hij echter niet in diskrediet gebracht.

Tuchtklacht ontmoedigen

De adviseur van de accountant heeft geschreven dat zij de stichting aansprakelijk zal houden voor de eventuele schade die haar cliënt lijdt door een ongegronde klacht bij de NBA.

Voorop staat dat een accountant zich altijd toetsbaar moet opstellen in het belang van een goede uitoefening van het accountantsberoep. Een accountant mag daarom geen druk uitoefenen om geen tuchtklacht tegen hem in te dienen. De passage in de brief zal in het algemeen worden ervaren als een drempel voor het indienen van een tuchtklacht. De accountant heeft op de zitting desgevraagd bevestigd dat hij:

  • de brief vóór verzending heeft gelezen;
  • zich heeft gerealiseerd dat deze passage daarin stond.

Ook al zou hij het dreigement naar eigen zeggen niet hebben uitgevoerd - hij heeft wel ingestemd met de gewraakte passage. Nu de accountant de passage kende en deze heeft laten staan, heeft hij in strijd gehandeld met het belang van een goede uitoefening van het accountantsberoep.

Maatregel

Waarschuwing. De accountant heeft lichtvaardig voldaan aan een verzoek om een aanzienlijk bedrag over te maken naar een buitenlandse bankrekening en zich vervolgens niet toetsbaar opgesteld.

Annotatie Lex van Almelo

Terwijl de voorzitter van de NBA zegt dat de beroepsgroep haar slechte imago aan zichzelf te wijten heeft, zegt de Accountantskamer dat een uitzonderlijk hoog bedrag overmaken naar een buitenlandse rekening, zonder enige navraag of controle te doen, het beroep níet in diskrediet brengt of kan brengen. Daar kun je misschien anders over denken. Duidelijk is wel dat je dan als onbezoldigd penningmeester niet vakbekwaam en onzorgvuldig handelt. Dus tuchtrechtelijk verwijtbaar is het in ieder geval wel.

Verder zegt de Accountantskamer opnieuw dat je in strijd handelt met het belang van een goede uitoefening van het accountantsberoep wanneer je een (psychologische) drempel opwerpt of laat opwerpen tegen het indienen van een klacht. Dat hoeft niet per se een tuchtklacht te zijn. De adviseur van de accountant had gedreigd met een jij-bak als de stichting een klacht zou indienen bij de NBA. De Klachtencommissie NBA is niet hetzelfde als de tuchtrechter, maar toetst het optreden van de accountant ook. En dat moet de accountant zich nu eenmaal laten welgevallen.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.