Tuchtrecht

Reacties op onderzoek betalingen niet goed verwerkt

Een registeraccountant, die betalingen van een waarborgfonds aan een branchevereniging onderzocht, heeft in zijn rapport het commentaar van de vereniging niet duidelijk genoeg verwerkt en ten onrechte NV COS 4400 niet genoemd.

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Zaaknummers:
17/992 en 17/995
Datum uitspraak:
11 april 2018
Oordeel:
beroepen ongegrond / klacht deels gegrond
Maatregel:
waarschuwing
Status:
definitief
Vindplaats:
ECLI:NL:CBB:2018:197

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een branchevereniging van autoschadeherstellers heeft een waarborgfonds. Het fonds vermoedt dat er iets mis is met sommige betalingen aan de vereniging en schakelt een forensisch accountant in. Deze moet alle betalingen in kaart brengen die het fonds van 1 januari 2015 tot en 30 juni 2015 heeft gedaan en nagaan of die betalingen voldoen aan de begrotings-, bestedings- en verantwoordingsnormen.

De accountant hoort de bestuursleden van de vereniging en laat ze reageren op de bevindingen uit zijn conceptrapport. In februari 2016 brengt hij zijn rapport naar de rechtmatigheid van verrichte betalingen uit. Hij vermeldt erbij dat het om de rechtmatigheid volgens bovengenoemde interne normen gaat en niet om rechtmatigheid volgens het Burgerlijk Wetboek. Ook onderstreept hij dat het onderzoeksrapport uitsluitend bestemd is voor het fondsbestuur. Dat bestuur ligt overigens wel in de clinch met de vereniging. De twee voeren gerechtelijke procedures tegen elkaar.

Het fondsbestuur brengt op basis van de bevindingen een persbericht naar buiten met de strekking dat er voor 535 duizend euro is gefraudeerd met ongeautoriseerde betalingen. De accountant stuurt meteen een mail naar beide partijen om aan te geven dat de bevindingen uit het rapport zich niet lenen voor zulke conclusies en dat het rapport uitsluitend bestemd is voor het bestuur van het fonds. De advocaat van de vereniging ontvangt een kopie van de mail en verspreidt de inhoud van deze mail aan de media.

De branchevereniging en het waarborgfonds dienen een klacht tegen de accountant in bij de Accountantskamer. Die verklaart één van de klachten deels gegrond en legt een waarschuwing op. Zowel de accountant als de organisatie gaan in hoger beroep.

Beroepsgronden

Branchevereniging

  1. Het rapport was wel degelijk bedoeld om een partijstandpunt te ondersteunen dus had de Accountantskamer het aanzienlijk strenger moeten beoordelen.
  2. De vereniging was wel degelijk object van een persoonsgericht onderzoek en de accountant heeft onvoldoende acht geslagen op de procedurele waarborgen die Handreiking 1112 voorschrijft.
  3. De Accountantskamer heeft ten onrechte niet gelet op de gebrekkige onderbouwing van het rapport; de vereniging had de accountant in haar reactie op het conceptrapport gewezen op enkele bijzondere omstandigheden, waarnaar de accountant geen nader onderzoek heeft verricht.
  4. De accountant had het definitieve rapport wel degelijk voor een reactie aan de vereniging moeten voorleggen, omdat hij daarin met - voor de vereniging sterk diskwalificerende -  constateringen komt over het afgeven van de administratie en de situatie rondom voorschotten.
  5. De accountant heeft onvoldoende maatregelen genomen tegen oneigenlijk gebruik van zijn rapport door het waarborgfonds en derden; hij was onvoldoende zorgvuldig in zijn woordkeuze en manier van rapporteren, had de vereniging in ieder geval moeten waarschuwen en krachtiger moeten reageren toen het persbericht van het fonds en het bericht op de website van Automotive Management verschenen.
  6. Een waarschuwing is te licht; de Accountantskamer heeft onvoldoende rekening gehouden met de context van het onderzoek, de gevolgen daarvan voor de vereniging, de onduidelijkheid over de aard van de werkzaamheden en de spelregels daarvoor en het handhaven van suggestieve bewoordingen op basis van onjuiste informatie.

Accountant

I. De Accountantskamer is met het oordeel, dat de accountant duidelijker had moeten zijn over de professionele dienst die hij verleende, ontoelaatbaar buiten de klacht getreden; het ging om een overige adviesopdracht en daarbij is het niet voorgeschreven om te vermelden dat het een overige adviesopdracht betreft. Zie bijvoorbeeld deze uitspraak. Bovendien was het rapport bedoeld voor een zeer beperkte kring van bekende gebruikers die wisten voor soort rapport het was.

II. Er bestaat geen algemene regel die voorschrijft dat de accountant de verzoeken om het rapport aan te passen had moeten inwilligen of moeten aangeven hoe hij met zulke verzoeken is omgegaan; de vereniging was akkoord met de manier waarop de accountant haar reactie heeft verwerkt in het rapport.

III. De accountant heeft op verzoek van de vereniging verduidelijkt of een bankrekeningnummer dat in het rapport stond toebehoorde aan de gevolmachtigde van het verenigingsbestuur.

Oordeel

De hoger beroepen zijn ongegrond.

Ad 1 Niet partijdig

De Accountantskamer heeft in het gewraakte deel van de uitspraak alleen het standpunt van de accountant weergegeven. Volgens de Accountantskamer kon het rapport wel degelijk dienen om een publiekelijk ingenomen standpunt te ondersteunen. Maar de kamer heeft terecht niet uitdrukkelijk gezegd dat het gaat om een opdracht in de zin van de Handreiking 1127 (Opdrachten uitgevoerd ter ondersteuning bij [potentiële] geschillen). In de opdrachtbevestiging staat weliswaar dat het rapport gebruikt zou kunnen worden in een geschil. Maar daaruit blijkt niet dat het rapport ook echt zou worden opgesteld met het oog op dat geschil of dat de accountant redelijkerwijs kon vermoeden dat het rapport daarvoor zou worden gebruikt.

Ook de inhoud van het rapport biedt daarvoor geen aanknopingspunten. Dat derden het rapport kennelijk wilden gebruiken in juridische procedures – zoals de vereniging zegt – doet daar niets aan af. De accountant heeft in het rapport expliciet vermeld dat het is opgesteld ten behoeve van het waarborgfonds en niet is bestemd voor derden, die de inhoud van het rapport op de verkeerde wijze zouden kunnen interpreteren. Ook heeft hij in het rapport geschreven dat het derden niet is toegestaan om het rapport te gebruiken.

Ad 2 Geen persoonsgericht onderzoek

Handreiking 1112 verstaat onder een persoonsgericht onderzoek een opdracht waarbij:

  • het object is: het functioneren, handelen of nalaten van handelen van een (rechts)persoon, die niet de opdrachtgever is van het onderzoek;
  • de accountant werkzaamheden uitvoert met een verifiërend karakter, waaronder het verzamelen en analyseren van al dan niet financiële gegevens en het rapporteren van de uitkomsten.

Het onderzoek dat de accountant heeft gedaan, heeft wel kenmerken van een persoonsgericht onderzoek, maar is dat uiteindelijk niet. De onderzochte betalingen zijn namelijk gedaan door de vereniging, die de administratie verzorgde voor het waarborgfonds. Omdat er bovendien een juridisch geschil bestond tussen de vereniging en het fonds rijst de vraag of het fonds met deze opdracht een bevestiging wilde van het vermoeden dat de vereniging laakbaar had gehandeld. Dat het fonds dit ook echt beoogde staat echter niet vast.

In de opdrachtbevestiging staat dat:

  • de eigen administratie van het fonds het object van onderzoek was;
  • het doel was uitgevoerde betalingen van het fonds in kaart te brengen en te toetsen;
  • er slechts een beperkte analyse zou worden gemaakt.

Ook het rapport van de accountant biedt geen aanknopingspunten om aan te nemen dat het object van onderzoek in feite de vereniging betrof. Al met al zijn er te weinig concrete aanwijzingen om aan te nemen dat het hier gaat om een persoonsgericht onderzoek.

Ad 3 Onderbouwing rapport

De Accountantskamer heeft zich in zijn uitspraak terecht beperkt tot de vraag of de accountant tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld bij zijn werkzaamheden en hoefde geen inhoudelijk oordeel te geven over het rapport.

Ad 4 Reactie op definitief rapport

De Accountantskamer heeft op goede gronden geoordeeld dat de accountant niet in strijd heeft gehandeld met de beroeps- en gedragsregels door ook het definitieve rapport voor een reactie voor te leggen aan de vereniging.

Ad 5 Maatregelen tegen oneigenlijk gebruik

De accountant heeft voor het uitbrengen van het rapport adequaat gehandeld en had dus geen aanleiding om de vereniging voor het uitbrengen van het rapport te waarschuwen. Na het uitbrengen van het rapport heeft hij ook adequaat gehandeld. Hij heeft het fonds er direct nadat hij kennis nam van het persbericht op gewezen dat het rapport was opgesteld voor het fonds en dat het fonds het niet openbaar kon maken zonder zijn toestemming. Bovendien heeft hij uitdrukkelijk afstand genomen van de interpretatie die het fonds gaf aan de onderzoeksresultaten. De accountant is hiermee voldoende krachtig opgetreden en niet in strijd gehandeld met de VGBA.

Ad I Voorschriften

Het college wijst op een eerdere uitspraak waaruit blijkt dat de Accountantskamer de voorschriften moet noemen waaraan de kamer het beklaagde handelen of nalaten kan toetsen. Daarvoor moet de kamer vaststellen hoe de verleende opdracht moet worden gekwalificeerd.

In tegenstelling tot wat de accountant zegt, voldoet de opdracht aan de kenmerken van NV COS 4400 (Opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden met betrekking tot financiële informatie). Zo heeft de opdracht betrekking op financiële informatie, omdat:

  • het gaat om het in kaart brengen en toetsen van uitgevoerde betalingen;
  • de accountant moet rapporteren over de feitelijke bevindingen;
  • de accountant geen zekerheid verschaft;
  • de gebruikers van het rapport zich zelf een oordeel moeten vormen over de werkzaamheden en bevindingen.

NV COS 4400 is dus van toepassing en onder punt 18 e staat dat de accountant in het rapport moet vermelden dat de opdracht overeenkomstig deze standaard is uitgevoerd. De Accountantskamer heeft dit klachtonderdeel terecht gegrond verklaard.

Ad II en III Verwerken commentaar

Deze klachtonderdelen zijn terecht gegrond verklaard. Het was niet voldoende om de reactie van de vereniging integraal over te nemen met hier en daar een enkele opmerking. Dat de vereniging haar reactie mocht geven op het rapport impliceert dat die reactie betekenis zou kunnen hebben voor de bevindingen in het rapport. De accountant had daarom duidelijk moeten maken of de verzoeken leidden tot aanpassing van het rapport en zo niet, waarom dan niet.

Net als de Accountantskamer vindt het college dat het hiervoor niet relevant is dat de vereniging akkoord is gegaan met de manier waarop de accountant de verzoeken verwerkte. Verder vindt ook het college dat de accountant duidelijk moest aangeven in hoeverre het bankrekeningnummer behoorde bij de gevolmachtigde van het verenigingsbestuur. Met zijn nadere opmerking op dit punt laat hij nog steeds in het midden of die rekening nu wel of niet toebehoorde aan deze functionaris.

Maatregel

Waarschuwing. De accountant had in het rapport moeten vermelden dat NV COS 4400 van toepassing was en heeft het verzoeken van de vereniging om het rapport aan te passen niet goed verwerkt. Daarmee heeft hij in strijd gehandeld met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid en is een waarschuwing dus passend en geboden. Voor de rest heeft de accountant zich bij de uitvoering van de opdracht professioneel en deskundig opgesteld, terwijl hij geen suggestieve bewoordingen heeft gebruikt op basis van onjuiste informatie. Dat de vereniging door de handelwijze van de accountant zwaar in haar belangen is geraakt, is niet concreet onderbouwd.

Annotatie Lex van Almelo

Het college zet uitvoerig uiteen waarom het hier niet gaat om een persoonsgericht onderzoek of een partijrapport in een geschil, maar om een opdracht tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden met betrekking tot financiële informatie. Dat betekent dat de accountant NV COS 4400 in zijn rapport had moeten vermelden als standaard en normenkader. Verder had hij het commentaar van de vereniging zo moeten verwerken dat het duidelijk was in hoeverre die opmerkingen hebben geleid tot andere bevindingen. Hoewel de accountant zich volgens het college niet heeft bezondigd aan suggestieve bewoordingen, had zijn passage over de bankrekening die mogelijk toebehoorde aan de gevolmachtigde van het verenigingsbestuur wel iets suggestiefs. De accountant heeft die passage weliswaar iets aangepast, maar nog steeds geen klare wijn geschonken.

Of het de eerste keer is, weet ik niet, maar het komt niet vaak voor dat de tuchtrechter ook complimentjes uitdeelt. In dit geval door te zeggen dat de accountant zich overigens professioneel en deskundig heeft opgesteld bij de uitvoering van de opdracht. Daarmee plaatst het college de VGBA-schendingen in perspectief. En wie weet verkleint het de slaagkans van een eventuele schadeclaim.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.