Tuchtrecht

Samensteller laks bij verrekening echtelieden

Een accountant-administratieconsulent maakt te laat een vermogensopstelling voor de jaarlijkse verrekening door een op huwelijkse voorwaarden getrouwd stel en voldoet aan zijn zorg- noch bewaarplicht.

Accountantskamer

Zaaknummers:
19/344 Wtra AK
Datum uitspraak:
22 november 2019
Oordeel:
niet-ontvankelijk / deels gegrond
Maatregel:
berisping
Status:
definitief
Vindplaats:
ECLI:NL:TACAKN:2019:76

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een fysio- annex manueel therapeut trouwt in 1995 onder huwelijkse voorwaarden. Volgens het verrekeningsbeding in de voorwaarden zijn de echtgenoten verplicht elk kalenderjaar het saldo van hun netto-inkomen uit arbeid en de bestedingen voor de gemeenschappelijke huishouding te verrekenen binnen een jaar na afloop van het desbetreffende kalenderjaar. Vijf jaar na afloop van het kalenderjaar kunnen de echtelieden niets meer van elkaar vorderen.

Een accountant-administratieconsulent voert sinds 2006 de financiële administratie van de onderneming van de therapeut, stelt daarvoor de jaarrekening op en doet de ib-aangiften voor de ondernemer en zijn echtgenote. Ten behoeve van de verrekening maakt hij een opstelling van de vermogens op basis van de huwelijksvoorwaarden.

De accountant berekent in 2006 het te verrekenen bedrag over de jaren 2003, 2004 en 2005. In 2012 doet hij dat over de jaren 2004 tot en met 2010; hij wijzigt de opgave over 2004 vanwege de aankoop en overwaarde van de woning. In 2016 werkt hij de vermogensopstelling uit over 2011 tot en met 2015.

In 2015 begint de therapeut een echtscheidingsprocedure. Daarin discussiëren hij en zijn vrouw over de manier waarop de accountant de huwelijksvoorwaarden heeft uitgewerkt. Het leidt ertoe dat de twee finaal moeten verrekenen in plaats van periodiek.

De therapeut vraagt de accountant en zijn kantoor om uitleg en vindt dat de accountant de uitwerkingen jaarlijks had moeten opmaken. Het kantoor legt uit dat dit niet zozeer elk kalenderjaar hoeft als wel óver elk jaar en dat het recht om geld van elkaar te vorderen vervalt als na het desbetreffende kalenderjaar vijf jaar zijn verstreken.

De therapeut stelt het accountantskantoor aansprakelijk voor de schade die hij heeft geleden door niet jaarlijks een verrekening op te stellen. Na uitgebreide correspondentie dagvaardt de therapeut het kantoor begin 2019 en dient hij een klacht in tegen de accountant bij de Accountantskamer.

Klacht

De accountant heeft:

a. zijn zorgplicht niet nageleefd door de huwelijksvoorwaarden niet tijdig uit te werken;

b. nagelaten de gevolgen van het niet-naleven van de huwelijksvoorwaarden te bespreken;

c. een uitwerking opgesteld met fouten;

d. de administratie niet op orde, omdat hij de ondertekende uitwerking van 6 maart 2012 niet heeft;

e. nooit gereageerd op de vraag van de therapeut naar de klachtenregeling van het kantoor.

Oordeel

De klacht is deels gegrond voor wat betreft 2015 (soms 2013) en later, maar is voor de rest te laat ingediend.

Ad a Tijdig uitgewerkt

Niet de accountant maar de (voormalige) echtgenoten moeten onderling het bedrag verrekenen dat volgt uit de vermogensopstelling, die de accountant moest maken. De uitwerking over 2015 is opgemaakt in februari 2016. Dat is op tijd.

Ad b Zorgplicht

Volgens de therapeut heeft de accountant niet voldaan aan zijn zorgplicht, die erop neerkomt dat de accountant zijn cliënt:

  • niet blootstelt aan vermijdbare en voorzienbare risico’s;
  • goed moet adviseren;
  • moet wijzen op potentiële risico’s.

Volgens de accountant had hij niet de opdracht de klant te adviseren, viel er ook weinig te adviseren over het feitelijk verrekenen en was het aan de therapeut en zijn vrouw om daadwerkelijk te verrekenen. Tijdens het jaarlijks overleg over de jaarstukken kwam de uitwerking van de huwelijksvoorwaarden nooit aan bod. De huwelijkse voorwaarden en de verrekenverplichtingen golden al sinds 1995. De accountant heeft er geen actieve herinnering aan of hij dit onderwerp heeft besproken toen hij in 2006 bij de therapeut begon.

Voor zover dit klachtonderdeel ontvankelijk is (2013 en later) oordeelt de Accountantskamer dat de accountant het uitwerken van de huwelijksvoorwaarden had moeten bespreken met de therapeut. Voor zowel het bedrijf van de therapeut als voor de therapeut in privé kon het belangrijk zijn om te verrekenen. Daarom had de accountant bij de jaarlijkse bespreking niet alleen moeten ingaan op de jaarcijfers en de aangiften, maar ook op de uitwerking van de huwelijksvoorwaarden en de bedragen die de echtgenoten elkaar schuldig waren.

Aan niet verrekenen kleven risico’s, zoals de therapeut inmiddels heeft gemerkt. (Wat de gevolgen en de schade zijn, maakt de uitspraak niet duidelijk). De vennootschap van de therapeut had voldoende middelen om geld uit te keren, dus dit kon geen argument zijn om niet te verrekenen. Dat het bespreken van de verrekening niet met zoveel woorden in de opdracht stond, doet er niet toe. De accountant heeft onvoldoende voldaan aan zijn zorgplicht tegenover de therapeut en daarmee het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid geschonden.

Ad c Fouten in uitwerking 

Dit klachtonderdeel is ontvankelijk voor zover het slaat op 2013, 2014 en 2015. De accountant heeft op de zitting erkend dat hij de winst uit de onderneming en het uitgekeerde dividend onjuist heeft verwerkt. Uit de verklaring van een fiscaal jurist blijkt dat de accountant niet is uitgegaan van de inkomensdefinitie uit de Wet IB 1964, maar van een eigen invulling van het inkomensbegrip en dat dit tot een onjuiste uitkomst heeft geleid.

Ad d Gebrekkige administratie

De therapeut en zijn ex-echtgenote hebben de uitwerkingen over 2004 tot en met 2010 ondertekend en in 2012 teruggestuurd naar de accountant. Deze originele stukken zaten in 2016 niet meer in zijn administratie, net als de samenstellingsverklaringen. Het accountantskantoor had sinds 2006 namelijk geen papieren dossiers meer en de digitale versies van de stukken werden elk jaar aangepast, waarbij eerdere versies werden overschreven.

De accountant moet dit soort stukken echter zeven jaar bewaren op grond van artikel 8 van de ‘Nadere voorschriften accountantskantoren ter zake van aan assurance verwante opdrachten’.

Ad e Klachtenregeling verzwijgen

Op de zitting heeft de accountant gezegd dat het accountantskantoor, waarvan hij directeur is, wel een klachtenregeling heeft, maar dat hij zich niet geroepen voelde de therapeut nog meer informatie te geven dan hij al had gedaan. Hij vermoedde dat de therapeut een zaak tegen hem aan het voorbereiden was en wilde daaraan niet meewerken. Daarom liet hij de therapeut weten dat hij niet meer zou reageren op diens e-mails.

Volgens vaste jurisprudentie van de Accountantskamer (zie bijvoorbeeld deze uitspraak) moet een accountant zich toetsbaar opstellen in het belang van een goede uitoefening van het accountantsberoep en mag hij/zij de cliënt niet onder druk zetten om geen tuchtklacht tegen hem/haar in te dienen. De accountant heeft de klager weliswaar niet onder druk gezet, maar zich niet toetsbaar opgesteld door hem niet te informeren over de klachtenregeling van zijn kantoor.

Maatregel

Berisping. De accountant heeft zich niet toetsbaar opgesteld en in strijd gehandeld met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Het kan niet worden uitgesloten dat de klager hierdoor is benadeeld. Daar staat tegenover dat hij de fouten bij het uitwerken van de huwelijkse voorwaarden heeft ingezien en niet eerder tuchtrechtelijk is veroordeeld.

Annotatie Lex van Almelo

Huwelijkse voorwaarden zijn gangbaar, zeker als één van de echtelieden een bedrijf heeft. Vaak bevatten die een verrekeningsbeding, zodat de echtgenoten na elk kalenderjaar eerlijk delen in wat er over blijft nadat de gemeenschappelijke uitgaven zijn betaald van het of beider inkomen. Een therapeut met een eigen bv liet een accountant niet alleen de gebruikelijke samenstellings- en fiscale werkzaamheden doen, maar ook een vermogensopstelling maken, zodat de echtgenoten wisten wat zij van elkaar tegoed hadden c.q. aan elkaar moesten betalen. De accountant bekeek om de drie á zes jaar wat de therapeut en zijn vrouw moesten verrekenen over de afgelopen kalenderjaren. Dat was grotendeels te laat, omdat er volgens de voorwaarden binnen een jaar verrekend moest worden en de aanspraken na vijf jaar vervielen. De accountant nam het niet zo nauw, omdat de echtelieden in de praktijk nooit iets verrekenden. Op grond van zijn zorgplicht had hij de therapeut bij het jaarlijks overleg over de jaarrekening echter moeten wijzen op de risico’s van niet verrekenen.

De accountant was verder slordig bij het uitwerken van de vermogensopstelling, omdat hij er een eigen inkomensbegrip op nahield met foutieve uitkomsten. Bovendien bewaarde hij die uitwerkingen en zijn samenstellingsverklaringen niet zeven jaar, zoals artikel 8 van deze verordening voorschrijft. Zijn kantoor doet al jaren niet meer aan papieren dossiers en bij het actualiseren van de digitale stukken, worden eerdere versies overgeschreven.

Minder slordig en meer kwaadaardig is dat hij de klant desgevraagd niet wees op de klachtenregeling van het kantoor. De neiging om te zwijgen is begrijpelijk als de klant je aansprakelijk stelt. Maar je mag als accountant nu eenmaal niet een oordeel over jouw handelen uit de weg gaan, want je moet je “toetsbaar opstellen”, zoals dat heet.

De tuchtrechtelijke toetsing mondt uit in een berisping. Als de klant inderdaad schade heeft geleden door toedoen van deze missers zal de civielrechtelijke toetsing waarschijnlijk leiden tot een schadevergoeding. De claimprocedure loopt al.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.