Tuchtrecht

'Veel te partijdig' schadeonderzoek

Een registeraccountant berekent in opdracht van een verzekeraar de vertragingsschade die een vastgoedexploitant heeft geleden door procedures over een onrechtmatig toegewezen bouwvergunning. De accountant zegt toe onafhankelijk werk te leveren, maar gebruikt alleen informatie van de verzekeraar en past geen hoor en wederhoor toe.

Accountantskamer

Zaaknummers:
17/1230 Wtra AK
Datum uitspraak:
10 mei 2019
Oordeel:
gegrond
Maatregel:
berisping
Status:
vernietigd, CBb 1 september 2020, 19/920
Vindplaats:
ECLI:NL:TACAKN:2019:31, Samenvatting CBb-uitspraak

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

De gemeente Waalre verleent de Eindhovense bedrijfsvastgoedexploitant Dima Nederland bv in 2008 een bouwvergunning voor de bouw van zes appartementen. Een omwonende stelt hiertegen bezwaar en beroep in, omdat het complex ligt in een Groene Hoofdstructuur. Dat laatste is juist, maar blijkt uiteindelijk een vergissing in het bestemmingsplan. Het komt erop neer dat het besluit om de vergunning te verlenen onrechtmatig was, maar de verleende bouwvergunning na jaren procederen eind 2014 toch onherroepelijk wordt. Dima heeft de gemeente aansprakelijk gesteld voor de vertragingsschade. Een registeraccountant/register-edp-auditor van Lengkeek Expertises* becijfert de schade.

De Rechtbank Oost-Brabant vindt de gemeente inderdaad aansprakelijk voor de schade van drie jaar vertraging, maar laat de vraag open of de schade niet mede veroorzaakt is door Dima zelf. Naar aanleiding van dit (tussen)vonnis laat Dima een nieuwe schadeberekening maken. Dicop Bouwadvies komt op een bedrag van 1.719.104 euro. Een registeraccountant van een accountantskantoor geeft een jaar later een second opinion in de vorm van een rapport van feitelijke bevindingen op basis van NV COS 4400. Volgens deze registeraccountant heeft Dicop de schade van 1,7 miljoen juist berekend.

De gemeente legt vervolgens een expertiserapport over aan de rechtbank. De (advocaat van de) verzekeraar van de gemeente heeft dit rapport laten opstellen door de registeraccountant/register-edp-auditor van Lengkeek, die wel vaker werkt voor de verzekeraar. In dit expertiserapport staat onder meer dat:

  • het rapport van het accountantskantoor niet is opgesteld door een onafhankelijk bureau;
  • het rapport van het accountantskantoor niet voldoet aan de standaarden, waaraan zo’n accountantsrapport moet voldoen;
  • de werkzaamheden van het accountantskantoor niet te toetsen zijn;
  • de werkzaamheden van het accountantskantoor niet aansluiten bij de specifieke termijn waarover vertragingsschade moet worden bepaald volgens de rechtbank;
  • de claim van Dima onjuist is;
  • de vertragingsschade alleen bestaat uit vertragingsrente die bij benadering maximaal 239.575 euro beloopt;
  • er geen aantoonbare andere schadecomponenten zijn.

Dima dient een klacht tegen de accountant van Lengkeek in bij de Accountantskamer.

Klacht

De accountant heeft:

a. niet vermeld volgens welke vaktechnische regels hij het expertiserapport - een assurancerapport - heeft opgesteld, welke informatie hij heeft gebruikt, welke werkzaamheden hij heeft verricht en in hoeverre hij hoor en wederhoor heeft toegepast;

b. zonder deugdelijke grondslag assurance verstrekt en vernietigende kritiek geleverd op het accountantsrapport;

c. ongefundeerde kritiek gespuid op de onderzoekswerkzaamheden van het accountantskantoor.

Oordeel

De klacht is gegrond.

Onafhankelijke beroepsuitoefening

De schade-expertisewerkzaamheden zijn – in tegenstelling tot wat de accountant meent – wel degelijk accountantswerk. Als ingeschreven registeraccountant is hij onderworpen aan tuchtrechtspraak bij de uitoefening van zijn beroep. Daaronder vallen in ieder geval alle handelingen die een accountant verricht in een door hem feitelijk uitgeoefend beroep, dus ook de werkzaamheden als schade-expert. Zie bijvoorbeeld deze uitspraak en deze uitspraak.

De Lengkeek-accountant heeft in opdracht van de (advocaat van de) verzekeraar vastgesteld welk financieel nadeel Dima heeft geleden. Daarvoor heeft hij volgens zijn rapport, kosten, rendementen en prijzen vastgesteld en/of toegerekend, en rekenkundige analyses gemaakt. Ten behoeve van een voorschotbetaling heeft hij de balans van Dima per 31 december 2014 beoordeeld. Hierbij is of kan vakbekwaamheid als accountant (worden) aangewend, zodat het moet worden aangemerkt als professionele dienst (volgens artikel 1 VGBA). De schade-expert wordt dan geacht zijn beroep uit te oefenen conform alle fundamentele beginselen uit de VBGA. Daarbij vullen de NV COS, andere beroepsvoorschriften en NBA-handreikingen - in casu 1111 voor overige opdrachten en 1127 voor opdrachten ter ondersteuning bij (potentiële) geschillen - de verplichtingen van de beginselen nader in.

De Lengkeek-accountant heeft in het expertiserapport genoteerd dat het bureau:

  • uitgaat van feiten;
  • de gevolgen voor de benadeelden objectief weergeeft, ongeacht voor welke partij het bureau optreedt;
  • onafhankelijk is en geen financiële banden onderhoudt met zijn opdrachtgevers.

Door zich te afficheren als onafhankelijk expert moet de Lengkeek-accountant met zijn rapportage niet alleen voldoen aan het fundamentele beginsel van objectiviteit, maar zijn opdracht ook uitvoeren op een onafhankelijke manier. De ViO is hierbij niet direct van toepassing, omdat de accountant bij deze ‘overige opdracht’ geen assurance heeft verstrekt. De Accountantskamer kan niettemin ‘analoge betekenis’ hechten aan de ViO-voorschriften nu de accountant zelf schrijft dat hij onafhankelijk is van zijn opdrachtgever.

Ad a Onduidelijke werkwijze

Volgens de Lengkeek-accountant bestaan ergeen vaktechnische richtlijnen voor schade-expertisewerk. Hij heeft naar eigen zeggen als partijdeskundige een inschatting gegeven van het mogelijke nadeel, maar geen assurance verschaft. Maar volgens de Accountantskamer is het ook zonder toepasselijk NV COS-voorschrift gepast dat de accountant in zijn rapport vermeldt wat de regelgeving in kwestie inhoudt en welke keuzes hij heeft gemaakt. Op die manier kan hij of zij voorkomen dat de tuchtrechter ervan uitgaat dat hij/zij niet heeft voldaan aan de eisen die de beginselen van vakbekwaamheid, zorgvuldigheid en objectiviteit (en in casu ook onafhankelijkheid) stellen onder de omstandigheden van het geval. Het vermelden van de gehanteerde regelgeving en de gemaakte keuzes sluit ook aan bij paragrafen 3 en 4 van de NBA-handreiking 1127 en paragraaf 4 van de NBA-handreiking 1111.

De accountant heeft in het expertiserapport echter niet (voldoende) duidelijk gemaakt:

  • volgens welke set van regels hij zijn werkzaamheden heeft uitgevoerd;
  • of hij al dan niet assurance wilde verlenen;
  • welke informatie hij heeft gebruikt.

Verder heeft hij zich in het rapport weliswaar geïntroduceerd als onafhankelijk deskundige, maar niet gehandeld vanuit een onafhankelijke opstelling. Hij heeft zijn conclusies immers puur gebaseerd op informatie van zijn opdrachtgever. Voor een objectief en onafhankelijk oordeel had hij zijn bevindingen en conclusies ook moeten bespreken met Dima en op zijn minst moeten toelichten waarom hij dit niet heeft gedaan. Op de zitting heeft de accountant verteld dat hij op verzoek van zijn opdrachtgever geen wederhoor heeft toegepast en zich alleen heeft gebaseerd op de beschikbare gegevens.

De accountant had dit moeten melden in zijn rapportage en daarin ook moeten aangegeven waarom hij vond dat zijn rapport toch objectief, vakbekwaam en zorgvuldig was. Dit geldt eens temeer nu hij op bladzijde 3 schrijft: “Ons rapport is opgesteld op basis van de beschikbaar gestelde juridische documenten….. en overige gegevens zoals verstrekt door u, de door u ingeschakelde advocaat en wederpartij.” Het tweede deel van de zin wekt ten onrechte de indruk dat Dima de gelegenheid heeft gekregen informatie aan te reiken. Een en ander weegt extra zwaar nu de accountant tot een aanzienlijk lagere schade kwam dan Dicop en de contra-expert van het accountantskantoor. Bovendien had de Lengkeek-accountant zich - gezien zijn eerdere diensten aan de verzekeraar – moeten houden aan de ViO-voorschriften en VGBA-beginselen om de onafhankelijke uitvoering van de opdracht te waarborgen.

Volgens het vakbekwaamheids- en zorgvuldigheidsbeginsel had hij in zijn rapport de basis van zijn werkzaamheden moeten vastleggen en de mate waarin de gebruiker zekerheid kon ontlenen aan het rapport. Tegen deze achtergrond heeft hij ten onrechte bepleit dat hij dit achterwege kon laten, omdat hij bekend was met dergelijke rapporten en zijn rol in het proces voor de hand lag. De accountant had moeten begrijpen dat zijn rapport gebruikt zou worden in een gerechtelijke procedure.

Ad b Waarheidsvinding belemmerd

Deaccountant heeft naar eigen zeggen niet expliciet besproken hoe zijn opdrachtgever zijn rapport mocht gebruiken, maar het was algemeen gangbaar om zulke rapporten in te brengen in een gerechtelijke procedure. Hoe het ook zij - mededelingen over de uitkomst van accountantswerkzaamheden en/of conclusies moeten altijd een deugdelijke grondslag hebben. Als het rapport zal worden overgelegd in een gerechtelijke procedure moet de accountant niet alleen het belang van zijn opdrachtgever dienen maar ook het algemeen belang en dus de objectieve waarheidsvinding niet belemmeren door het rapport te eenzijdig toe te spitsen op het belang/standpunt van de opdrachtgever.

Verder moet het feitelijk juist zijn wat de accountant rapporteert, dus onderbouwd met informatie die naar zijn aard en omvang voldoende en geschikt is om te dienen als basis voor het rapport en zo kan bijdragen aan de objectieve waarheidsvinding door een rechterlijke autoriteit. Dat de accountant ten onrechte assurance heeft verleend, heeft Dima niet aannemelijk gemaakt.

De accountant heeft:

  • de vermeende schade van Dima onderzocht;
  • zowel het Dicop-rapport als de second opinion van het accountantskantoor geanalyseerd;
  • zijn kritiek op die rapporten neergelegd in enkele bevindingen en conclusies;
  • bij benadering een schatting gemaakt van het vermeende nadeel voor Dima.

Bij zijn bevindingen heeft hij volgens de Accountantskamer onvoldoende onderbouwd waarom ‘enkele kosten-componenten’ niet opgenomen mogen worden in de renteberekening noch waarom begeleidingskosten niet tot de projectinvestering gerekend kunnen worden. Over de ‘juridische kosten’, ‘gemist rendement’ en ‘begeleidingskosten’ heeft hij meningen geventileerd, niet-onderbouwde conclusies geformuleerd of als voorwaarde gesteld dat Dima met een nadere onderbouwing had moeten komen. Verder had het voor de hand gelegen dat de Lengkeek-accountant zijn visie op de ‘ontwikkelingskosten’ had onderbouwd door te wijzen op toepasselijk (overgangs)recht. In plaats daarvan heeft hij deze kosten getypeerd als een verwachting. Ook bestrijdt de accountant de Dicop-schattingen van de ‘verkoopkosten’, de ‘verhuur villa’ en de ‘daling van de verkoopprijs’ met ongefundeerde eigen aannames, vooronderstellingen en inschattingen.

Er is daarom geen deugdelijke grondslag voor zijn kritiek op de inschatting die de andere experts hebben gemaakt van de vertragingsschade. De accountant heeft hierdoor in strijd gehandeld met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Het ontbreken van hoor en wederhoor wreekt zich en heeft volgens de Accountantskamer geleid tot “een veel te partijdige rapportage”, die ongepast is voor een accountant die heeft toegezegd onafhankelijk te zullen rapporteren.

Ook als een accountant optreedt als partijdeskundige mag hij hoor en wederhoor niet achterwege laten als dit “kan bijdragen aan het verkrijgen van een deugdelijke grondslag voor zijn rapport”. De accountant schrijft in zijn expertiserapport dat Dima daarvoor documenten moest overleggen, maar in eerdere gesprekken geen informatie wilde geven. Vervolgens heeft de accountant enkele geclaimde schadecomponenten op nihil gewaardeerd, met als toevoeging dat Dima:

  • het rentepercentage beter had moeten onderbouwen;
  • gemiste opbrengsten en begeleidingskosten moest aantonen.

Door nadere informatie op te vragen bij Dima had de accountant de gegevens kunnen krijgen die nodig waren voor een deugdelijke conclusie over deze schadecomponenten. Door dit niet te doen of het initiatief hiervoor over te laten aan Dima heeft de accountant opnieuw in strijd gehandeld met het vakbekwaamheids- en zorgvuldigheidsbeginsel. Dat Dima volgens hem eerder geen informatie wilde verstrekken, doet niet ter zake. Die informatieverzoeken sloegen namelijk op een eerdere raming van de Lengkeek-accountant, terwijl niet vast staat dat Dima bij de nieuwe opdracht van de Lengkeek-accountant geen informatie meer wilde verstrekken. Ook heeft de Lengkeek-accountant de bedreiging voor zijn oordeelsvorming genegeerd.

Ad c Ongefundeerde kritiek

De Lengkeek-accountant heeft simpelweg aangenomen dat de second opinion van de andere registeraccountant in een dag is gefabriceerd omdat hij die opinie één dag na de verschijning van het Dicop-rapport uitbracht. De Lengkeek-accountant heeft vraagtekens geplaatst bij de werkwijze van de accountant, terwijl hij eenvoudigweg navraag had kunnen doen. De conclusie van de Lengkeek-accountant dat de contra-expert niet schreef over de beperkingen van diens second opinion is onnavolgbaar, omdat de criticaster die conclusie niet toelicht. Hierdoor heeft de Lengkeek-accountant opnieuw in strijd gehandeld met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Op zo’n manier en zonder nader onderzoek een rapportage van een beroepsgenoot afwijzen getuigt zozeer van een partijdige houding dat de Lengkeek-expert als accountant ook het fundamentele beginsel van objectiviteit heeft geschonden en zich niet zo onafhankelijk heeft opgesteld als toegezegd.

Maatregel

Berisping. De accountant beseft onvoldoende dat hij met het oog op de gerechtelijke procedure niet alleen het belang van zijn opdrachtgever maar ook het algemeen belang moest dienen, terwijl hij zich ondanks een toezegging niet onafhankelijk heeft opgesteld.

Annotatie Lex van Almelo

Een accountant, die verbonden is aan een taxatiebureau, raamt de schade die zijn opdrachtgever moet vergoeden. Hij gebruikt op verzoek van de opdrachtgever alleen informatie van de opdrachtgever, past geen hoor en wederhoor toe en schrijft dat de benadeelde partij, die de klacht indiende, geen informatie wilde verschaffen. En dat allemaal, nadat hij in zijn rapport schreef dat het bureau waarvoor hij werkte onafhankelijk was. Een accountant moet uiteraard objectief zijn en mag de objectieve waarheidsvinding door de rechter niet belemmeren. Normaal gesproken hoef je je bij een schaderaming niet onafhankelijk op te stellen. Maar de Accountantskamer knoopt je wel op aan het gebrek aan onafhankelijkheid wanneer je toezegt onafhankelijk te werken.

Het verweer dat de accountant niet beroepsmatig handelde, wordt ter zijde geschoven. Alle werkzaamheden waarvoor je jouw vakbekwaamheid als accountant inzet vallen volgens vaste rechtspraak onder het tuchtrecht. Ook privéhandelingen vallen daaronder, net als niet-beroepsmatig handelen dat het accountantsberoep in een kwaad daglicht stelt, zei de Accountantskamer onlangs nog.

Omdat een standaard voor schadeonderzoek ontbreekt, vond de accountant het niet nodig uit te leggen volgens welke normen hij zijn werk heeft gedaan en welke keuzes hij daarbij heeft gemaakt. De Accountantskamer vindt die uitleg echter altijd gepast.

Dat de accountant ongefundeerde kritiek leverde op een vakgenoot, die een second opinion gaf, wordt hem ook aangerekend. Zonder nader onderzoek een rapportage van een beroepsgenoot afwijzen, is een laakbaar staaltje van partijdigheid en gebrek aan onafhankelijkheid tegenover de opdrachtgever.

Komt de accountant goed weg met een berisping, zoals een tuchtrechtkenner tegen mij zei? Bij schendingen van het objectiviteitsbeginsel is een berisping gebruikelijk. Maar omdat deze accountant de partijdigheid heel ver doorvoerde, was een zwaardere sanctie inderdaad denkbaar geweest. Critici van de sanctie kunnen zich wellicht troosten met het vermoeden dat het bureau afscheid heeft genomen van de accountant. Ik steek mijn hand er niet voor in het vuur, maar tussen de medewerkers van het taxatiebureau is geen RA RE meer te vinden.

*) De namen van de klager, de gemeente en de taxatiebureaus komen uit het vonnis van de Rechtbank Oost-Brabant. De namen worden hier gebruikt om verwarring te voorkomen. 

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.