Tuchtrecht

Gerechtelijk deskundige schimmig over werkwijze

Een tot gerechtelijk deskundige benoemd registeraccountant maakt in zijn rapport niet duidelijk wat hij precies heeft gedaan om tot zijn bevindingen en conclusies te komen.

Accountantskamer

Zaaknummers:
19/1426 Wtra AK
Datum uitspraak:
02 maart 2020
Oordeel:
grotendeels gegrond
Maatregel:
waarschuwing
Status:
definitief
Vindplaats:
ECLI:NL:TACAKN:2020:21

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een administratie- en advieskantoor krijgt ruzie met een klant over facturen. Volgens de klant zijn die valselijk opgemaakt, omdat er:

  • werkzaamheden zijn gefactureerd die niet zijn verricht en/of niet zijn opgedragen;
  • te hoge kosten voor afzonderlijke werkzaamheden zijn opgevoerd.

Het kantoor eist in een civiele procedure betaling van de openstaande facturen. De rechtbank Limburg wijst die vordering toe. Het hoger beroep tegen dat vonnis liep nog tijdens de mondelinge behandeling van deze tuchtklacht. In die appelprocedure benoemt het gerechtshof ’s Hertogenbosch eind 2018 een registeraccountant als deskundige om enkele specifieke vragen over de openstaande facturen te onderzoeken.

In februari 2019 spreekt de accountant op zijn kantoor met de klant, haar partner, haar raadsman en iemand van het (eind 2015 ontbonden) administratiekantoor. In mei 2019 komt de accountant met zijn conceptrapport. De raadsman van de klant laat in een reactie weten dat het rapport als een verrassing kwam, omdat:

  • hij het toegezegde onderzoek in de administratie op het administratie- en advieskantoor nooit heeft uitgevoerd;
  • de raadsman en de klant veel bij het rapport gevoegde documenten niet kennen;
  • de eindconclusie niet correspondeert met de vraagstelling;
  • de eindconclusie niet wordt gedragen door de inhoud van het onderzoek en het procesdossier.

In juni brengt de accountant zijn rapport uit. Daarin staat dat volgens de accountant niet is afgesproken dat het onderzoek op het administratiekantoor zou plaatsvinden in aanwezigheid van partijen. Verder geeft de administratie van het administratiekantoor volgens hem een reëel, inzichtelijk en verifieerbaar beeld van de werkzaamheden die worden vermeld op de facturen. De werkzaamheden die zijn gefactureerd behoorden tot de opdracht en zijn uitgevoerd op de data die op de factuur staan. Verder zijn de gehanteerde uurtarieven gelijk aan de uurtarieven die in de opdrachtbevestiging zijn overeengekomen.

De klant dient een klacht tegen de – sinds 1 januari 2020 gepensioneerde - accountant in.

Klacht

De accountant heeft het onderzoek ondeugdelijk en zonder voldoende hoor en wederhoor uitgevoerd.

Oordeel

De klacht is grotendeels gegrond.

De tuchtrechter onderzoekt de inhoud van het rapport en de werkwijze van de deskundige niet integraal, maar kijkt alleen of deze bij het opstellen van het rapport in strijd heeft gehandeld met de gedrags- en beroepsregels. Volgens de gedrags- en beroepsregels mag het rapport geen onjuiste informatie bevatten en moeten de bevindingen en/of conclusies een deugdelijke grondslag hebben. Of die deugdelijke grondslag bestaat, moet in beginsel uit het rapport zelf blijken; hiervoor geldt geen specifiek nader voorschrift.

De accountant heeft zijn bevindingen en conclusies in het rapport volstrekt onvoldoende onderbouwd, waardoor het rapport een deugdelijke grondslag mist. De accountant schrijft in het rapport dat hij zijn bevindingen en conclusies heeft gebaseerd op ruime steekproeven. Wat hij daaronder verstaat, legt hij niet uit, terwijl het begrip ‘ruime steekproeven’ geen algemeen erkend begrip is. Op de zitting heeft de accountant gezegd dat hij heeft bedoeld dat hij meer dan 80 procent van alle facturen heeft bekeken en dat hij alle facturen van meer dan 200 euro heeft gezien. Dat staat echter niet in het rapport.

In het rapport legt hij ook niet uit wat hij verstaat onder de “primaire uren vastleggingen” van twee medewerkers van het kantoor en hoe hij die vastleggingen heeft betrokken in zijn onderzoek. Op de zitting heeft de accountant gezegd dat hij hiermee de oorspronkelijke urenlijsten van de medewerkers heeft bedoeld. Hij is naar eigen zeggen nagegaan of de uren volgens deze lijsten zijn geboekt in het financiële softwarepakket dat het administratiekantoor gebruikte om onder meer te factureren bedragen vast te stellen. Daarbij heeft hij gekeken of deze uren pasten in de lijn van de uit te voeren werkzaamheden en of deze uren overeenkwamen met de facturen. Daarbij is hij geen bijzonderheden tegengekomen.

Deze werkzaamheden en bevindingen staan echter niet in het rapport. Bovendien blijkt niet uit het rapport wat de partijen op zijn kantoor hebben besproken, omdat een verslag daarvan ontbreekt. In het rapport staat evenmin dat de administratie nog steeds beschikbaar is en dat hij deze heeft ingezien op het kantoor van de nieuwe eigenaar van het administratiekantoor.

Vóór de gezamenlijke bespreking heeft het administratiekantoor een toelichting op de administratie overhandigd aan de accountant en heeft de klant daar een kopie van gemaakt. Op de zitting heeft de accountant gezegd dat hij deze toelichting wel in zijn onderzoek heeft betrokken. In het rapport ontbreken ook de uitdraai van het onderhanden werk en de urenverantwoording van twee medewerkers van het administratiekantoor, terwijl de accountant zijn bevindingen en conclusies daar wel (mede) op heeft gebaseerd.

Omdat de deugdelijke grondslag onvoldoende blijkt uit het rapport, heeft de accountant in strijd gehandeld met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. De accountant heeft echter niet het fundamentele beginsel van objectiviteit geschonden, omdat hij onvoldoende hoor en wederhoor zou hebben toegepast. Hij heeft de klant begin mei zijn conceptrapport toegestuurd en de gelegenheid geboden daarop te reageren. Dat de klant op dat moment geen vertrouwen meer had in de accountant en daarom slechts summier heeft gereageerd, neemt niet weg dat zij wel kon reageren op de bevindingen.

Maatregel

Waarschuwing. De tekortkomingen in het rapport stonden ook al in het conceptrapport. Omdat de klant/klaagster geen inhoudelijke reactie op het conceptrapport heeft gegeven, heeft de accountant deze tekortkomingen niet kunnen herstellen in zijn eindrapport.

Annotatie Lex van Almelo

Een conflict over facturen van een administratie- en advieskantoor loopt uit de hand. De rechtbank vindt dat de klant de openstaande rekeningen moet betalen. Maar in hoger beroep houdt de klant vol dat er te veel gefactureerd is. Het Gerechtshof ‘s Hertogenbosch benoemt een registeraccountant die moet onderzoeken of die bewering klopt.

Volgens de gerechtelijk deskundige is er niets aan de hand. Het is echter volstrekt onduidelijk hoe hij tot die conclusie is gekomen. Op de zitting bij de Accountantskamer kan hij het wel uitleggen. Maar de basis voor bevindingen en conclusies moet in het deskundigenrapport zelf staan of in een bijlage bij het rapport. Anders is het rapport een black box.

De Accountantskamer weegt bij de maatregel in het voordeel van de accountant mee dat de mankementen uit het definitieve rapport ook al stonden in het conceptrapport, maar de klager de deskundige de kans heeft onthouden die te herstellen door geen commentaar te leveren op het concept. Dit lijkt mij onzin. Rijd ik minder door rood als de verbalisant mij daar niet meteen op wijst, maar pas later een bon uitschrijft?

Een accountant die zich deskundig genoeg voelt om de benoeming tot gerechtelijk deskundige te aanvaarden, hoort te weten dat hij zijn bevindingen en conclusies deugdelijk en transparant moet funderen. Of een betrokken partij hem daar nu wel of niet op wijst, maakt voor de ernst van het verzuim geen verschil. Ik ben benieuwd hoe het College van Beroep voor het bedrijfsleven hiertegen aankijkt.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.