Tuchtrecht

Eigen taak bij controle waardering activa

Een registeraccountant controleert de beginsaldi van de zeer materiële post materiële vaste activa onvoldoende en gaat bij de waardering van deze post te veel af op de schatting van het management. Zij struikelt verder, net als een voormalig kantoorgenote, over een vordering die ten onrechte op de balans is gezet.

Accountantskamer

Zaaknummers:
19/749, 17/750, 19/751 en 19/752 Wtra AK
Datum uitspraak:
01 mei 2020
Oordeel:
deels gegrond
Maatregel:
waarschuwing en tijdelijke doorhaling voor één maand
Status:
definitief
Vindplaats:
ECLI:NL:TACAKN:2020:39

Lex van Almelo

Belangrijkste feiten

Een producent/verhuurder van mobiele kantoorunits en (mobiele) operatiekamers verantwoordt de mobiele units op de balans onder ‘materiële vaste activa’. Een registeraccountant doet voor het (eerste) boekjaar 2012 samenstelwerkzaamheden en geeft in april 2013 een samenstellingsverklaring af. De samenstelster is vanaf 2013 door haar accountantskantoor voor enkele dagen per week gedetacheerd bij de onderneming, waar zij per 1 oktober 2014 is in dienst treedt als financieel directeur.

Haar opvolger als samenstellend accountant is een accountant-administratieconsulent van haar voormalige kantoor. De opvolgend samensteller geeft samenstellingsverklaringen af bij de jaarrekeningen 2013 en 2014. De jaarrekening van boekjaar 2015 wordt gecontroleerd en goedgekeurd door een registeraccountant van hetzelfde kantoor. De accountmanager voor de onderneming is bestuurder bij dit accountantskantoor.

De directeur van de onderneming zegt in juni 2016 op de algemene vergadering van aandeelhouders dat er acute liquiditeitsproblemen zijn bij de onderneming. In augustus 2016 brengt een bureau een rapport uit over de financiële situatie en concludeert dat een faillissement moeilijk afwendbaar lijkt en er ingrijpende maatregelen nodig zijn. De controlerend accountant schrijft aan de directie en de raad van commissarissen dat:

  • zij van de directeur feiten heeft vernomen die een wezenlijke invloed hebben op het beeld van de jaarrekening 2015;
  • deze feiten tot aanpassing van de jaarrekening 2015 of de controleverklaring zouden hebben geleid als die bekend waren geweest toen de controleverklaring werd afgegeven;
  • zij de controleverklaring bij de jaarrekening 2015 intrekt;
  • hiermee de toestemming vervalt om de jaarrekening 2015 openbaar te maken;
  • de partijen die al een exemplaar van de jaarrekening 2015 hebben ontvangen geïnformeerd moeten worden dat de controleverklaring is ingetrokken.

De raad van commissarissen ontslaat de directeur van de onderneming en een week later wordt de onderneming op eigen aangifte failliet verklaard. De curator dient een klacht in tegen de twee samenstellers, tegen de controlerend accountant en tegen de bestuurder/accountmanager.

Klacht

Samenstelster 2012/financieel directeur

De accountant heeft in strijd gehandeld met de fundamentele beginselen van professionaliteit en van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid door:

  1. een financiële administratie op te zetten die niet aansluit bij de aard en complexiteit van de nieuwe bedrijfsvoering van de onderneming en die niet voldoet aan de minimumeisen die de wet stelt;
  2. geen behoorlijk systeem van AO/IC op te zetten;
  3. in de nacalculaties niet op te merken dat de overheadkosten en directe eigen personeelskosten niet werden meegenomen bij inschrijvingen op projecten;
  4. kosten te activeren die niet geactiveerd mochten worden dan wel niet te deactiveren nadat een project was afgelopen;
  5. het afschrijvingspercentage op de mobiele units van 10 procent per jaar te verlagen naar 5,5 procent per jaar, terwijl de levensduur van de mobiele units niet langer was geworden en de nieuwe business juist een verhoogd afschrijvingspercentage vergden;
  6. zonder onderbouwing en rechtvaardiging een schadevergoedingsvordering voor een project op te nemen in de administratie;
  7. voor dit project zowel een debiteurenpost, onderhanden werk als een schadevergoedingsvordering wegens het niet doorgaan op te nemen;
  8. als financieel directeur van de onderneming bovengenoemde fouten te blijven maken;
  9. als financieel directeur van de onderneming vorderingen onjuist te waarderen.

Samensteller 2013/2014

De accountant heeft:

a. onvoldoende toezicht gehouden op zijn voorgangster;

b. in de jaarrekeningen 2013 en 2014 verzwegen dat een deel van de units geen eigendom was van de onderneming.

Controlerend accountant 2015

De accountant heeft:

I. de begincijfers van boekjaar 2015 niet goed gecontroleerd;

II. op negen punten onvoldoende controlewerkzaamheden verricht;

III. in strijd gehandeld met het objectiviteitsbeginsel;

IV. onvoldoende toezicht gehouden op zijn voorgangster;

V. geen openheid gegeven over de feiten en omstandigheden die hebben geleid tot de intrekking van de controleverklaring;

VI. de intrekking van de controleverklaring ten onrechte niet als incident gemeld bij de AFM.

Directeur/accountmanager

De accountant heeft:

A. als accountmanager en opdrachtpartner niet gezorgd voor een adequate aansturing van en toezicht op de accountantswerkzaamheden van andere accountants;

B. zich bij de uitvoering van zijn werkzaamheden in strijd met het fundamentele beginsel van objectiviteit laten beïnvloeden door het gegeven dat hij de (al dan niet voormalige) collega’s kende;

C. de intrekking van de controleverklaring ten onrechte niet als incident gemeld bij de AFM.

Oordeel

De klachten tegen de samenstelster en de controlerend accountant zijn deels gegrond, die tegen de samensteller en accountmanager ongegrond.

Samenstelster 2012/financieel directeur

Ad 1 Administratie en AO/IC

De curator heeft niet aannemelijk gemaakt dat de accountant de financiële administratie en de AO/IC heeft opgezet.

Ad 3 en 4 Nacalculaties en activeren kosten

Ook deze klachtonderdelen zijn onvoldoende onderbouwd.

Ad 5 Afschrijvingspercentage

De accountant heeft uitgelegd dat op de mobiele units gedifferentieerd werd afgeschreven, namelijk als volgt:

  • 5,5 procent op de kale units;
  • 10 tot 20 procent op de waardevermeerdering van de units door aanpassingen;
  • 20 procent op de inventaris van de units.

De curator heeft niet aannemelijk gemaakt dat het gehanteerde afschrijvingspercentage niet reëel was.

Ad 6 en 7 Debiteuren- en schadevergoedingsvordering

Als samenstellend accountant is deze RA tuchtrechtelijk verantwoordelijk voor het opnemen van een debiteurenvordering van 1,4 miljoen euro en een schadeclaim van 358.499 euro in de administratie in verband met een project. Een vordering op een debiteur hoort pas in de administratie te worden opgenomen als de vordering ook echt bestaat. Voor het bestaan heeft de accountant gewezen op een e-mailwisseling. Daarin staat onder meer dat:

  • de producent/verhuurder blij is met de opdracht om onder andere een catharisatielaboratorium te bouwen;
  • de overeenkomst en presentatie worden voorbereid;
  • de klant mondeling heeft toegezegd dat het CathLab doorgaat;
  • de klant de conceptovereenkomst afwacht;
  • de deadline voor operationele oplevering CathLab zes weken eerder is;
  • de producent/verhuurder moet aangeven hoe de planning eruit ziet;
  • een haalbare planning echt een breekpunt is voor de aannemer.

Omdat het ineens sneller moet, wordt er uiteindelijk nooit een contract ondertekend. Volgens de Accountantskamer was er dus nog geen overeenkomst om het project uit te voeren en ontbrak kennelijk zelfs nog een intentieverklaring op hoofdlijnen. Daarom mocht geen debiteurenvordering in de administratie worden opgenomen. Daarbij komt dat het volstrekt onduidelijk is waarop het bedrag van 1,4 miljoen euro is gebaseerd. Ook het bestaan van de schadeclaim voor dit project is niet deugdelijk onderbouwd.

Door hiermee akkoord te gaan en dus betrokken te zijn bij materieel onjuiste, onvolledige of misleidende informatie heeft de accountant in strijd gehandeld met de fundamentele beginselen van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid respectievelijk integriteit.

Ad 7 en 8 Financieel directeur

Deze klachtonderdelen worden niet inhoudelijk behandeld, omdat dit feitelijk al hierboven is gebeurd.

Samensteller 2013/2014

Ad a Toezicht en aanvullende informatie

Als samenstellend accountant voor de boekjaren 2013 en 2014 hoefde deze accountant geen toezicht te houden op de werkzaamheden van de collega die door het accountantskantoor was gedetacheerd bij de onderneming.

Volgens de Accountantskamer gaat de vergelijking met deze uitspraak niet op, omdat de collega niet de ondergeschikte van de accountant was toen zij de jaarrekening 2012 samenstelde. Toen de collega na 30 september 2014 financieel directeur was de onderneming hoefde de accountant volgens Standaard 4410.13 de directie van de klant niet om informatie te vragen om de betrouwbaarheid en volledigheid van de verstrekte informatie vast te stellen. Pas als de verstrekte gegevens onjuist, onvolledig of anderszins onbevredigend blijken, kun je op basis van de (toenmalige versie van) Standaard 4410.14 verplicht zijn om te vragen om aanvullende informatie.

Ad d Eigendom units

In de jaren 2013 en 2014 was een deel van de verhuurde units geen eigendom van de onderneming. In de jaarrekeningen die de accountant heeft samengesteld, ontbreekt een toelichting op de eigendomssituatie van deze units. Volgens artikel 2:366 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek moet worden vermeld dat de rechtspersoon slechts een beperkt zakelijk of persoonlijk duurzaam genotsrecht heeft ten aanzien van materiële vaste activa.

Tot 31 december 2014 had de onderneming een vrijstelling volgens artikel 2:396. Nadien voldeed de ondernemingen niet langer aan de vrijstellingsvoorwaarden en moest zij de eigendoms- en gebruiksbeperkingen pas melden.

Controlerend accountant 2015

Ad I Beginsaldi

Volgens Standaard 510.6 (initiële controleopdrachten – beginsaldi)  moet de accountant voldoende geschikte controle-informatie hebben over de vraag of de beginsaldi afwijkingen bevatten die materiële invloed hebben op de financiële overzichten van de lopende verslagperiode door:

  • te bepalen of de eindsaldi van de voorgaande verslagperiode correct naar de lopende verslagperiode zijn overgezet of, in voorkomend geval, zijn aangepast;
  • te bepalen of uit de beginsaldi blijkt dat passende grondslagen voor financiële verslaggeving zijn toegepast;
  • de werkdocumenten van de voorgaande accountant te evalueren als de financiële overzichten van het voorgaande jaar zijn gecontroleerd;
  • te evalueren of de controlewerkzaamheden, die in de lopende verslagperiode zijn uitgevoerd, relevante informatie verschaffen voor de beginsaldi;
  • specifieke controlewerkzaamheden uit te voeren.

Uit de ingebrachte stukken blijkt dat de accountant heeft geprobeerd de beginsaldi te verifiëren. Zij heeft met name vastgesteld dat posten aansluiten op gegevens die zijn ontleend aan de financiële administratie. Deze werkzaamheden zijn op zichzelf genomen juist en nuttig, maar te mager om te voldoen aan de eisen die Standaard 510.6.

Voor wat betreft de waardering van het beginsaldo voor de materiële vaste activa heeft de accountant na een vergelijking met de afschrijvingslast vastgesteld dat de huuropbrengsten in 2014 hoger waren dan de afschrijvingen. Volgens de Accountantskamer was dit onvoldoende om het bestaan en de (juistheid van de) waardering van de materiële vaste activa op 1 januari 2015 vast te kunnen stellen. Met de verrichte werkzaamheden heeft de accountant evenmin voldoende geschikte controle-informatie vergaard over de juistheid van de afschrijvingstermijnen die het management hanteerde. Dat had wel gemoeten omdat de materiële vaste activa ongeveer 80 procent van het balanstotaal uitmaakten. Bij andere posten heeft de accountant ook te weinig gedaan om voldoende geschikte controle-informatie te verkrijgen over de beginsaldi.

Volgens Standaard 710.7 (ter vergelijking opgenomen informatie – vergelijkende cijfers en vergelijkende financiële overzichten) moet de accountant bepalen of de financiële overzichten de vergelijkende informatie bevatten die het financiële-verslaggevingsstelsel eist en of deze informatie op passende wijze is geclassificeerd. Daarvoor moet de accountant evalueren of:

  • de informatie overeenkomt met de bedragen die in de voorgaande verslagperiode werden gepresenteerd of dat die informatie zo nodig is aangepast;
  • de grondslagen voor financiële verslaggeving consistent zijn met de lopende verslagperiode en of eventuele veranderingen naar behoren zijn verwerkt en op adequate wijze gepresenteerd en toegelicht.

De accountant heeft niet in strijd gehandeld met Standaard 710. Zij heeft een en ander vergeleken en heeft geëvalueerd of de grondslagen voor de verslaggeving consistent zijn toegepast. In de controleverklaring heeft zij aangegeven dat de vergelijkende cijfers niet gecontroleerd waren.

Ad II Onvoldoende controlewerkzaamheden

De accountant heeft onvoldoende onderzocht of de materiële vaste activa wel juist zijn gewaardeerd. In de accountantsrapportbijlage over de “grondslagen voor de waardering van activa en passiva” wordt het activeren van kosten voor enkele projecten niet genoemd, terwijl deze geactiveerde kosten een steeds groter deel uitmaakten van de opgenomen waarde. Het standpunt van de accountant dat de waardering primair een managementinschatting was, miskent dat een accountant moet evalueren of de aangereikte informatie voldoende betrouwbaar is. Door dit niet te doen, maar af te gaan op de inschatting van het management, heeft de accountant in strijd gehandeld met de Standaarden 500.6 respectievelijk 540.

In de jaarrekening 2015 staat een rekening-courantvordering van 192.186 euro op de persoonlijke vennootschap van de dga. Onder ‘vlottende activa’ staat in de post ‘onderhanden projecten’ een vordering van 532.611 euro op deze bv voor de verbouwing van kantoorruimte bij de woning van de dga. Hierbij bestond een reëel  risico op vermenging van privébelangen met de zakelijke belangen van de onderneming.

Volgens Standaard 550 moet de accountant passende controlewerkzaamheden uitvoeren bij transacties met en vorderingen op verbonden partijen, mede in het kader van mogelijke frauderisico’s. De accountant heeft echter onvoldoende onderzocht of de vorderingen op de persoonlijke bv inbaar waren en op juiste wijze in de jaarrekening waren gerubriceerd.

Volgens de jaarrekening 2014 had de persoonlijke bv weliswaar een eigen vermogen van ruim 1,5 miljoen en een positief werkkapitaal. Maar het eigen vermogen lag vrijwel volledig vast in aandelen in de onderneming. Bij continuïteitsproblemen en/of liquiditeitsproblemen van de onderneming zouden ook de verhaalsmogelijkheden op de persoonlijke bv worden getroffen.

De debiteurenvordering van 1,4 miljoen is, zoals hierboven (onder ad 6 en 7) gezegd, ten onrechte in de jaarrekening opgenomen, omdat er geen contract bestond. De accountant had hierbij onvoldoende geschikte controle-informatie.

De klacht over het niet vermelden van de eigendomsbeperkingen is ongegrond. In 2015 gold een vrijstelling voor de onderneming en was vermelding dus verplicht. De accountant hoefde daarom niet aan te dringen op vermelding.

Ad III Objectiviteit

Op de zitting bij de Accountantskamer heeft samenstelster 2012 gezegd dat zij als financieel directeur van de onderneming de verwerking van de vordering op de persoonlijke bv als onderhanden project informeel heeft besproken met de controlerend accountant. Dit overleg is een vorm van vragen om inlichtingen tijdens een controle. De klager heeft niet aangetoond dat het heeft geleid tot een ongewenste mate van vertrouwdheid tussen beide accountants.

Ad IV Toezicht

De controlerend accountant hoefde geen toezicht te houden op de werkzaamheden van de samenstelster 2012.

Ad V Inlichtingen curator

Een accountant moet op grond van het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid bereid zijn de opdrachtgever en de curator desgevraagd in algemene zin informatie te verstrekken over zijn werkzaamheden. De accountant heeft dat in algemene zin gedaan en niet inhoudelijk toegelicht welke nog niet bekende feiten en omstandigheden hebben geleid tot de intrekking van de controleverklaring. Zij had hierover echter duidelijkheid moeten verschaffen, temeer omdat zij de jaarrekeningen en/of de controleverklaring zou hebben aangepast als zij deze informatie eerder had gehad. Zij heeft de curator daarom onvoldoende geïnformeerd.

Ad VI Incidentmelding AFM.

De meldingsplicht voor incidenten (uit artikel 21 lid 2 b Wta en artikel 32 lid 4 Bta rust op de accountantsorganisatie. De accountant hoeft zo’n incident niet te melden bij de AFM. Door de beleidsbepaler van het accountantskantoor te informeren over de intrekking van de controleverklaring heeft de accountant in kwestie gedaan wat zij moest doen.

Directeur/accountmanager

Ad A Aansturing

Een accountant die een verklaring afgeeft, draagt daarvoor zelf de tuchtrechtelijke verantwoordelijkheid. Dat de accountant is aangeduid als accountmanager en opdrachtpartner van het accountantskantoor betekent niet dat hij inhoudelijk verantwoordelijk was voor de aansturing van en het toezicht op uitvoering van werkzaamheden voor de klant. Die verantwoordelijkheid lag bij de accountant die de verklaring heeft afgegeven. De accountmanager was dossierinhoudelijk niet betrokken bij de controle van de jaarrekening en dus ook niet tuchtrechtelijk verantwoordelijk voor het handelen of nalaten van de gedetacheerde samenstelster.

Ad B Objectiviteit

Omdat niet aannemelijk is gemaakt dat de accountmanager inhoudelijk betrokken was bij de controle van de jaarrekening kun je niet zeggen dat hij zich bij de uitvoering van zijn werkzaamheden heeft laten beïnvloeden door zijn kennis aan de (al dan niet voormalige) collega’s.

Ad C Incidentmelding AFM

Als medebeleidsbepaler was de accountmanager medeverantwoordelijk voor het melden van incidenten aan de AFM. In artikel 32 lid 4 Bta staat dat een accountantsorganisatie:

  • procedures en regels vaststelt voor de omgang met (en vastlegging van) incidenten die ernstige gevolgen hebben voor de integere uitoefening van haar bedrijf.
  • de Autoriteit Financiële Markten onverwijld informeert over incidenten die worden bedoeld in lid 2.

Incidenten die ernstige gevolgen hebben voor de integere bedrijfsvoering moeten dus worden gemeld aan de AFM. Wat onder dit begrip moet worden verstaan, is niet wettelijk vastgelegd. De interpretatie (op de website) van de AFM is niet bepalend voor de uitleg. Die interpretatie is immers geen wetgeving en er kunnen geen verplichtingen worden opgelegd die verder gaan dan de strekking van de wettekst. Dat het intrekken van de controleverklaring bij de jaarrekening ernstige gevolgen had voor de integere bedrijfsuitoefening van het accountantskantoor is niet gebleken. Dat de accountant de wettelijke bepalingen niet heeft nageleefd evenmin. Overigens mág een kantoor de intrekking van de controleverklaring wel melden en in de praktijk gebeurt dat ook wel.

Maatregel

Waarschuwing voor samenstelster 2012. Tijdelijke doorhaling voor één maand voor de controlerend accountant, die in meerdere opzichten niet in overeenstemming heeft gehandeld met de beroepsvoorschriften en daarmee niet heeft voldaan aan de relevante wet- en regelgeving.

Annotatie Lex van Almelo

Een samenstellend accountant neemt een vordering op een debiteur op in de administratie, terwijl die vordering niet echt bestaat. De overeenkomst waarop de vordering was gebaseerd was namelijk nog niet getekend en er was zelfs nog geen intentieverklaring op hoofdlijnen. Dat leidt tot foutieve eind- c.q. beginsaldi.

In een volgend boekjaar probeert de controlerend de accountant de beginsaldi te verifiëren door te bekijken of de posten aansluiten op gegevens uit de financiële administratie. Dat is (Standaard 510.6) niet voldoende om de juistheid van de beginsaldi te controleren. Of het beginsaldo voor de materiële vaste activa en de afschrijvingstermijn juist waren, heeft de controlerend accountant ook niet voldoende vastgesteld, omdat zij is uitgegaan van de termijnen die het management hanteerde. De materiële vaste activa maakten echter ongeveer 80 procent van het balanstotaal uit en waren dus een (zeer) materiële post. Bij andere posten heeft de accountant ook te weinig gedaan om voldoende geschikte controle-informatie te verkrijgen over de beginsaldi.

Incidenten die ernstige gevolgen hebben voor de integere bedrijfsvoering moeten worden gemeld aan de AFM. Wat onder een incident moet worden verstaan, is niet helemaal duidelijk. In ieder geval niet per se wat de AFM in de uitleg op haar website schrijft. Het intrekken van de controleverklaring hoeft geen gevolgen te hebben voor de integere bedrijfsuitoefening van het accountantskantoor; in dit geval hoefde dat dus niet te worden gemeld. Volgens de Accountantskamer maken sommige kantoren in de praktijk overigens wel melding van ingetrokken controleverklaringen. En daar is niets mis mee.

De Accountantskamer maakt verder duidelijk dat je als accountant op grond van het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid bereid moet zijn de opdrachtgever en de curator desgevraagd in algemene zin informatie te verstrekken over jouw werkzaamheden. De accountant heeft dat in algemene zin gedaan en niet inhoudelijk toegelicht welke nog niet bekende feiten en omstandigheden hebben geleid tot de intrekking van de controleverklaring. Zij had hierover echter duidelijkheid moeten verschaffen, temeer omdat zij de jaarrekeningen en/of de controleverklaring zou hebben aangepast als zij deze informatie eerder had gehad. Zij heeft de curator daarom onvoldoende geïnformeerd.

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.