Schijnconstructies

Strijd tegen schijnconstructies krijgt vorm

De recent aangenomen Wet aanpak schijnconstructies (Was) kan grote gevolgen hebben voor de inrichting van de loonstrook en de salarisbetaling aan werknemers. Werkgevers moeten hun loonadministraties vóór de datum van inwerkingtreding Was-proof maken, anders dreigt een bestuurlijke boete.

Jessica Litjens en Charlotte Engel

De Wet aanpak schijnconstructies (Was) biedt een belangrijke basis voor het bereiken van gelijk loon voor gelijk werk. Uitbuiting, onderbetaling van werknemers en oneerlijke concurrentie worden ermee bestreden. Op 2 juni 2015 stemde de Eerste Kamer in met het wetsvoorstel.

De Was heeft grote gevolgen voor werkgevers. Er zijn maatregelen in opgenomen met betrekking tot het minimumloon en de naleving van collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s). Daarnaast introduceert de Was een civielrechtelijke ketenaansprakelijkheid voor de betaling van het overeengekomen loon. Ook komt er een wettelijke grondslag voor de openbaarmaking van gegevens door de Inspectie van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Inspectie SZW). Om een indruk te geven van wat deze maatregelen voor werkgevers zoal betekenen, hieronder de meest opvallende wijzigingen.

1. Transparante loonstrook en onkostenvergoedingen

Op de loonstrook moet straks worden gespecificeerd uit welke bedragen het loon is samengesteld. Eventuele onkostenvergoedingen en de vakantiebijslag moeten apart op de loonstrook worden aangegeven. De minister wil dat uit de loonstrook blijkt dat het volledige minimumloon in geld wordt uitbetaald. Om oneerlijke concurrentie op arbeidsvoorwaarden te voorkomen, mogen werkgevers niet langer een deel van het minimumloon als onkostenvergoeding uitbetalen. De loonstrook moet op verzoek aan de Inspectie SZW worden verstrekt. Op dit moment staat de Inspectie SZW toe dat een deel van het minimumloon met huisvestingskosten of met ziektekostenpremies worden verrekend.

2. Girale loonuitbetaling

De meeste werknemers krijgen hun loon van de werkgever giraal betaald, dat wil zeggen gestort op hun bankrekening. Toch komt het ook voor dat werknemers hun loon contant van hun werkgever ontvangen. De Was schrijft voor dat vanaf 1 januari 2016 het minimumloon giraal moet worden uitbetaald. Contante betaling van het minimumloon is niet langer toegestaan, omdat dit zeer fraudegevoelig is en feitelijke onderbetaling kan versluieren. De minister denkt hierbij aan de situatie waarin de werkgever werknemers verzoekt een kasbewijs te tekenen dat zij hun loon uitbetaald hebben gekregen, waarbij de werknemers voor een hoger bedrag tekenen dan het bedrag dat zij daadwerkelijk ontvangen. Ook denkt de minister aan de situatie waarin kwitanties worden vervalst, zoals het ondertekenen van de kwitantie door iemand anders dan de werknemer die recht heeft op het op de kaskwitantie vermelde loon, of het laten ondertekenen van blanco kwitanties door werknemers.

'De minister wil dat uit de loonstrook blijkt dat het volledige minimumloon in geld wordt uitbetaald.'

De werkgever die het minimumloon niet giraal uitbetaalt, riskeert een bestuurlijke boete. Let wel, die verplichting tot girale uitbetaling geldt niet voor de vakantiebijslag. Als een werknemer meer verdient dan het minimumloon, mag het meerdere wel contant worden uitbetaald.

3. Geen verrekeningen en inhoudingen

De doelstelling van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (Wml) is het bieden van een maatschappelijk aanvaarde minimale tegenprestatie voor de verrichte arbeid waarmee een werknemer kan voorzien in zijn bestaansbehoefte. Dit brengt met zich dat de werknemer de vrije beschikking moet hebben over het volledige Wml-bedrag. Uitsluitend in dat geval is immers verzekerd dat een werknemer het minimumloon kan gebruiken voor zijn noodzakelijke levensbehoeften.

Het Burgerlijk Wetboek biedt momenteel de mogelijkheid bepaalde vorderingen te verrekenen met of in te houden op het minimumloon. Met als gevolg dat de werknemer in de situatie kan komen waarin hij noodzakelijke uitgaven niet meer kan betalen. De minister is van mening dat deze mogelijkheid om het minimumloon te verlagen, niet in overeenstemming is met de doelstelling van de Wml. Ook zou uit de handhavingspraktijk van de Inspectie SZW blijken dat er werkgevers zijn die zelf financieel voordeel halen uit het toepassen van zulke verrekeningen en inhoudingen.

Om te garanderen dat een werknemer het wettelijk minimumloon ontvangt, zijn verrekeningen met en inhoudingen op het wettelijk minimumloon vanaf 1 januari 2016 niet meer toegestaan. Een werkgever moet het ten onrechte verrekende of ingehouden bedrag alsnog betalen aan de werknemer, op straffe van een last onder dwangsom.

Doel van de Was

Mede versterkt door de economische crisis willen werkgevers arbeidskosten besparen. Sommige werkgevers maken daarbij gebruik van zogeheten schijnconstructies, al dan niet grensoverschrijdende constructies waarmee de grenzen van de wet worden opgezocht, en soms gepasseerd. Bij schijnconstructies wijkt de realiteit af van de situatie zoals die op papier wordt voorgespiegeld, met als doel het oneigenlijk concurreren op arbeidsvoorwaarden.

Het doel van de Was is het voorkomen van deze oneerlijke concurrentie, het versterken van de rechtspositie van werknemers en het tegengaan van onderbetaling van werknemers. Zo moet onder meer worden voorkomen dat werknemers uit andere landen dan de Europese Unie bereid zijn in Nederland te komen werken voor minder dan het minimumloon.

4. Naleving en handhaving cao's

Cao-partijen kunnen de minister verzoeken de cao-bepalingen algemeen verbindend (avv) te verklaren. Inwilliging van dit verzoek heeft tot gevolg dat ook werkgevers die geen lid zijn van de betrokken werkgeversorganisatie, maar wel onder de werkingssfeer van de cao vallen, verplicht zijn zich aan de avv-bepalingen te houden. Op verzoek van cao-partijen kan vanaf 1 juli 2015 de avv van een cao worden verlengd met een maximum van een jaar. Zo kan worden voorkomen dat een niet bij een werkgeversorganisatie aangesloten werkgever minder aantrekkelijke arbeidsvoorwaarden aanbiedt in de periode dat de duur van de cao is verstreken en er nog geen nieuwe cao geldt ('avv-loze periode'). De avv is slechts eenmalig te verlengen. Dit in tegenstelling tot de cao die telkens met maximaal een jaar kan worden verlengd. Voor de verlenging van de avv moeten cao-partijen gezamenlijk ten minste één maand voor het einde van de avv-periode een verzoek indienen. Van die verlenging wordt vooraf, voor het beëindigen van het oorspronkelijke besluit tot avv, mededeling gedaan in de Staatscourant.

'Contante betaling van het minimumloon is niet langer toegestaan.'

5. Verbeteren informatie-uitwisseling

De Inspectie SZW waakt als toezichthouder ervoor dat de Wml wordt nageleefd. Op dit moment heeft zij niet de bevoegdheid informatie door te geven aan cao-partijen of aan hun handhavingsinstanties, als blijkt dat een werkgever wel het minimumloon betaalt, maar er indicaties zijn dat de cao niet wordt nageleefd. Dit gaat vanaf 1 juli 2015 veranderen. Vanaf dan kunnen de Inspectie SZW en werkgevers- en werknemersorganisaties gegevens uitwisselen als zij vermoeden dat een werkgever de cao-afspraken niet nakomt. Hiervoor zal een wettelijke grondslag worden opgenomen in de Wml.

Inwerkingtreding Was

In het nieuwsbericht van de rijksoverheid van 2 juni 2015 wordt meegedeeld dat de Was met ingang van 1 juli 2015 in werking treedt. Hiervan zijn enkele onderdelen uitgezonderd. Deze treden pas per 1 januari 2016 in werking. Het gaat om:

  • het verbod op inhoudingen op en verrekeningen met het wettelijk minimumloon;
  • de verplichte girale betaling van ten minste het minimumloon; en
  • de specificatie van onkostenvergoedingen op de loonstrook.

De minister heeft deze laatste maatregelen genomen zodat beter is te controleren dat het minimumloon daadwerkelijk wordt uitbetaald. Aangezien deze maatregelen wat extra voorbereidingen van werkgevers vragen, krijgen zij daarvoor tot 1 januari 2016 de tijd.

6. Invoering civielrechtelijke ketenaansprakelijkheid

Voor de betaling van het overeengekomen loon wordt vanaf 1 juli 2015 een civielrechtelijke ketenaansprakelijkheid geïntroduceerd. Doel hiervan is de totstandkoming van bonafide ketens waarin werknemers het loon ontvangen waar zij recht op hebben, zodat oneerlijke concurrentie tussen werkgevers wordt voorkomen.

Deze ketenaansprakelijkheid komt aan de orde als een werknemer arbeid verricht in een zogenoemde keten waar sprake is van één of meer overeenkomsten van opdracht of aanneming van werk. In geval van onderbetaling heeft een werknemer de keuze om zijn eigen werkgever en/of diens opdrachtgever aansprakelijk te stellen. Als de vordering niet slaagt, kan hij onder bepaalde voorwaarden de hoofdopdrachtgever in de keten aanspreken.

De opdrachtgever is niet aansprakelijk als hij aannemelijk kan maken dat de onderbetaling niet aan hem is te wijten. Uiteindelijk is het aan de rechter om aan de hand van de omstandigheden van het geval het beroep op niet-verwijtbaarheid te beoordelen.

'Vanaf 1 juli 2015 kunnen de Inspectie SZW en werkgevers- en werknemersorganisaties gegevens uitwisselen als zij vermoeden dat een werkgever de cao-afspraken niet nakomt.'

7. Openbaarmaking inspectiegegevens

Vanaf 1 juli 2015 gaat de Inspectie SZW de inspectieresultaten van bedrijven die zijn gecontroleerd op de naleving van de wetgeving voor werknemers, met naam en toenaam openbaar maken. De wetten waarin een verplichting wordt opgenomen om inspectieresultaten openbaar te maken, zijn de Wml, de Wet arbeid vreemdelingen (Wav), de Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet), de Arbeidstijdenwet (Atw) en de Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs (Waadi).

De minister heeft met deze transparantie verschillende doelen voor ogen. Zo is de openbaarmaking erop gericht de naleving van die wetten te bevorderen, bij te dragen aan de legitimering van het handelen van de toezichthouder en transparantie te verschaffen over de wijze waarop dit toezicht plaatsvindt. Ook wordt beoogd derden te informeren en waar nodig te waarschuwen, omdat zij daarbij een belang hebben.

Jessica Litjens is werkzaam bij Loyens & Loeff NV. Zij is tevens verbonden aan de Universiteit Maastricht en de Universiteit van Amsterdam. Tot 2016 was zij twaalf jaar werkzaam bij PwC.

Charlotte Engel is werkzaam bij PwC Legal Services, sectie arbeidsrecht.

Gerelateerd

reacties

Reageren op een artikel kan tot drie maanden na plaatsing. Reageren op dit artikel is daarom niet meer mogelijk.

Aanmelden nieuwsbrief

Ontvang elke werkdag (maandag t/m vrijdag) de laatste nieuwsberichten, opinies en artikelen in uw mailbox.

Bent u NBA-lid? Dan kunt u zich ook aanmelden via uw ledenprofiel op MijnNBA.nl.